Papieruitlijning op Afwerkeenheidblad A/B/C
U kunt papieruitlijning aanpassen wanneer u uitvoert op blad A, B of C van een afwerkeenheid.
Voor lade A of B van een afwerkeenheid kan deze modus worden ingesteld als de Staple Finisher-W PRO of Booklet Finisher-W PRO is aangesloten. (Zie "Staple Finisher-W PRO/Booklet Finisher-W PRO/Puncher Unit-BT/Puncher Unit-BU.")
Deze modus kan voor blad C van een afwerkeenheid worden ingesteld als de Staple Finisher-AC, Booklet Finisher-AC en Afwerkeenheid joggerkit-A zijn aangesloten. (Zie "Staple Finisher-AC/Booklet Finisher-AC/2/4 Hole Puncher Unit-A/4 Hole Puncher Unit-A.")
Deze modus kan voor blad C van een afwerkeenheid worden ingesteld als de Staple Finisher-AC, Booklet Finisher-AC en Afwerkeenheid joggerkit-A zijn aangesloten. (Zie "Staple Finisher-AC/Booklet Finisher-AC/2/4 Hole Puncher Unit-A/4 Hole Puncher Unit-A.")
BELANGRIJK |
In de volgende gevallen kunt u uitvoerpapier niet uitlijnen: wanneer u papier gebruikt dat kleiner is dan A5R wanneer u diverse formaten papier samen gebruikt Als u [Uitlijning gebr. vr uitvoerpap (versch. brdte)] op 'Aan' zet, terwijl de Staple Finisher-W PRO of Booklet Finisher-W PRO is aangesloten, kunt u het uitvoerpapier uitlijnen op papierbreedte. (Zie "Uitvoerpapier met verschillende breedten uitlijnen.") |
1.
Druk op 
.
.2.
Druk op [Aanpassen/Onderhoud] → [Aanpassen actie] → [Aanpassing uitlijning finisher lade A], [Aanpassing uitlijning finisher lade B] of [Aanpassing uitlijning finisher lade C].
3.
Druk op [-] of [+] om de papieruitlijning aan te passen → [OK].
U kunt schakelen tussen positieve en negatieve waarden door op [±] te drukken.