VOORZICHTIG |
Plaats nooit uw vingers of handen op de finisher wanneer deze bezig is. U voorkomt hiermee persoonlijk letsel en de kans op beschadiging van de finisher. Wanneer u het papier van het blad van de finisher verwijdert, plaats dan nooit uw handen op het opvangblad van de finisher. Het blad kan naar boven bewegen en uw handen kunnen bekneld raken. Steek uw handen nooit in het gedeelte van het opvangblad waar het nieten plaatsvindt (in de buurt van de rollen) wanneer een finisher is aangesloten. U voorkomt hiermee de kans op persoonlijk letsel. |
BELANGRIJK |
Plaats uitsluitend uitgevoerd papier in de opvangbladen van de finisher. Dit om beschadiging van de bladen te voorkomen. Plaats geen voorwerpen onder de bladen van de finisher, omdat dit de bladen kan beschadigen. Als voor de omslagpagina papier wordt gebruikt dat lichter is dan 64 g/m2, kan het papier kreukelen als er rugnietjes worden aangebracht. Als voor de omslagpagina papier wordt gebruikt dat lichter is dan 64 g/m2 en de Booklet Trimmer-F aangesloten is, kan het papier met ongelijke randen worden afgesneden. Als u papier gebruikt waarvan de breedte smal is, kan het zijn dat het papier van rugnietjes wordt voorzien met oneven randen. Controleer in dat geval de breedte van het papier. Als u papier gebruikt waarvan de breedte smal is, kan het zijn dat het papier wordt geniet (hoeknietjes/dubbele nietjes) met oneven randen. Controleer in dat geval de breedte van het papier. Als u papier gebruikt waarvan de breedte smal is wanneer de Booklet Trimmer-F wordt gebruikt, kan het zijn dat het papier met oneven randen wordt bijgesneden. Controleer in dat geval de breedte van het papier. Als u bij een boekje met rugnieten gecoat papier of invoegbladen voor de omslag gebruikt, kan de afbeelding op de pagina na de omslag aan de achterzijde van de omslag kleven. Dit is afhankelijk van het type gecoat papier dat u gebruikt. Als u bij gebruik van gecoat papier of invoegbladen voor de omslag een boekje met rugnietjes maakt of de modus Nieten (Hoek, Dubbel) gebruikt, kunnen de sets kopieën het oppervlak verontreinigen met strepen. Dit is afhankelijk van het type gecoat papier dat u gebruikt. Als u een boekje met rugnieten en een omslag van gecoat papier maakt, dan kunnen er, afhankelijk van het type gecoat papier dat u gebruikt, barstjes rond de vouw van de omslag ontstaan. Als u de modus Nieten (Hoek/Dubbel) gebruikt voor het nieten van meerdere kopiesets met gecoat papier voor de omslag, dan kunnen de nietjes van de kopiesets, afhankelijk van het type gecoat papier dat u gebruikt, vlekken maken op het oppervlak van de omslag van kopiesets die al zijn uitgevoerd. |
N.B. |
De naam van de ponseenheid kan per land verschillen. |
Booklet Finisher-W PRO | Staple Finisher-W PRO |
1. | Bovendeksel Open dit deksel om vastgelopen papier te verwijderen. (Zie "Clearing Paper Jams.") |
2. | Klep aan de voorzijde Open deze voordeur om de nietpatroon te vervangen, vastgelopen papier te verwijderen of om in het nietapparaat en het rugnietapparaat vastgelopen nietjes te verwijderen. (Zie "Maintenance" en "Problem Solving.") |
3. | Boekjesblad (Alleen bij Booklet Finisher-W PRO) Afdrukken die in de rug worden geniet worden naar dit blad uitgevoerd. |
4. | Hulpblad voor boekjes (alleen bij Booklet Finisher-W PRO) Trekt het hulpblad naar buiten als u grootformaat boekjes maakt. |
5. | Uitvoerblad B De afdrukken worden naar dit blad uitgevoerd. U kunt de mode Bladtoewijzing zodanig instellen dat dit blad tijdens het gebruik van bepaalde functies wordt gebruikt voor het uitvoeren van de afdrukken. (Zie "Bestemming opvangblad.") |
6. | Uitvoerblad A De afdrukken worden naar dit blad uitgevoerd. U kunt de mode Bladtoewijzing zodanig instellen dat dit blad tijdens het gebruik van bepaalde functies wordt gebruikt voor het uitvoeren van de afdrukken. (Zie "Bestemming opvangblad.") |
N.B. |
Wanneer de Long Sheet Tray-B (optioneel) wordt aangesloten, wordt het uitbreidingsblad voor uitvoer aangesloten op de kop van blad A. Het uitvoerblad A/B lijnt het uitgevoerde papier uit met de twee uitlijngeleiders. U kunt de positie van deze geleiders aanpassen. Zie "Papieruitlijning op Afwerkeenheidblad A/B/C." voor meer informatie |
1. | Blad voor ponsafval (Puncher Unit-BT/Puncher Unit-BU) Trek het blad naar buiten om het ponsafval te verwijderen. (Zie "Removing Punch Waste (Puncher Unit-BT/Puncher Unit-BU).") |
2. | Nietjesafvalbak Trek het blad naar buiten om nietafval te verwijderen. (Zie "Removing Staple Waste (Staple Finisher-W PRO/Booklet Finisher-W PRO).") |
Gedeelte voor hoeknieten | Gedeelte voor dubbel nieten | |
*1 Linksboven *2 Rechtsboven *3 Rechtsonder *4 Linksonder | *5 Links *6 Rechts |
Gedeelte voor hoeknieten | Gedeelte voor dubbel nieten | |
*1 Rechtsboven *2 Linksboven *3 Linksonder *4 Rechtsonder | *5 Rechterzijde *6 Linkerzijde |
Glasplaat | Invoerlade |
* Gedeelte voor ponsgaten |
2 gaten | 4 gaten |
* 80 mm |
4 gaten |
*1 21 mm *2 70 mm |
BELANGRIJK |
De volgende papierformaten kunnen worden geniet: Dubbel nieten: A3, A4, A4R, of gebruikersformaat (182 mm x 182 mm tot 297 mm x 432 mm) Hoeknieten: A3, A4, A4R of gebruikersformaat (210 mm x 182 mm tot 297 mm x 432 mm) U kunt geen velijnpapier, transparanten, calqueerpapier, etiketten of enveloppen nieten. De volgende papierformaten kunnen worden geniet (rugnieten): 330 mm x 483 mm, 305 mm x 457 mm, 320 mm x 450 mm (SRA3), A3, A4R, of gebruikersformaat (210 mm x 279,4 mm tot 330,2 mm x 487,7 mm) U kunt geen velijnpapier, transparanten, calqueerpapier, voorgeponst papier, tabbladpapier, etiketten of enveloppen van rugnieten voorzien. De volgende papierformaten kunnen worden geponst: Als de Puncher Unit-BT is aangesloten Twee gaten: A3, A4, A4R, aangepast formaat (182 mm x 182 mm tot 297 mm x 432 mm), aangepast formaat (297,1 mm x 182 mm tot 304,8 mm x 457,2 mm) Vier gaten: A3, A4, gebruikersformaat (257 mm x 182 mm tot 297 mm x 432 mm), gebruikersformaat (297,1 mm x 182 mm tot 304,8 mm x 457,2 mm) Als de Puncher Unit-BU is aangesloten Vier gaten: A3, A4, A4R, aangepast formaat (182 mm x 182 mm tot 297 mm x 432 mm), aangepast formaat (297,1 mm x 182 mm tot 304,8 mm x 457,2 mm) U kunt geen perforaties maken in deze papiersoorten: enkelzijdig gecoat 5, enkelzijdig gecoat 6, enkelzijdig gecoat 7, enkelzijdig gecoat 8, dubbelzijdig gecoat 5, dubbelzijdig gecoat 6, dubbelzijdig gecoat 7, dubbelzijdig gecoat 8, mat gecoat 5, mat gecoat 6, mat gecoat 7, mat gecoat 8, textuur 7, textuur 8, velijn, transparanten, calqueerpapier, geperforeerd papier, etiketten of enveloppen. De volgende papierformaten kunnen worden gevouwen (rugvouwen): 330 mm x 483 mm, 305 mm x 457 mm, 320 mm x 450 mm (SRA3), A3, A4R, of gebruikersformaat (210 mm x 279,4 mm tot 330,2 mm x 487,7 mm) U kunt geen velijnpapier, transparanten, calqueerpapier, voorgeponst papier, tabbladpapier, etiketten of enveloppen niet van rugvouwen voorzien. In de volgende gevallen wordt het uitgevoerde papier mogelijk niet uitgelijnd of kan het uit het blad vallen. Wanneer dun papier wordt gebruikt (als gevolg van de temperatuur, vochtigheid, kenmerken van het papiertype, of het opkrullen van het papier) Wanneer de Ponsgaten-modus is ingesteld Als er papier van gebruikersformaat wordt gebruikt en zowel Ponsen als Verschuiven is ingesteld, kan de rand van het papier omkrullen of verkreukelen. Zet de modus Verschuiven in dit geval op 'Uit'. |
N.B. | ||||||||
Voor informatie over het onderhoud van de finisher, zoals het vervangen van nietjes raadpleegt u "Maintenance." Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier of nietjes raadpleegt u "Problem Solving." Als de Afwerken-modus is ingesteld, zullen de uitvoerbladen omlaag bewegen terwijl de stapel papier toeneemt in aantal en dikte. Zodra het uitvoerblad de max. capaciteit heeft bereikt, worden de volgende afdrukken automatisch via het volgende beschikbare blad uitgevoerd. Indien alle beschikbare bladen de max. capaciteit hebben bereikt, stopt het afdrukken. Verwijder al het uitgevoerde papier van de bladen. De bladen bewegen weer omhoog en het afdrukken wordt hervat. U kunt geniet papier niet uitvoeren in blad A. Als u op [Verschuiven] drukt wanneer de modi Sorteren of Groeperen zijn ingesteld, zal elke set afdrukken over de volgende afstanden verschoven worden uitgevoerd op het blad.
Als de modus Nieten is ingesteld, zullen de uitvoerbladen omlaag bewegen terwijl de stapel papier toeneemt in aantal en dikte. Zodra het opvangblad de maximale capaciteit heeft bereikt of nadat 200 sets zijn afgedrukt, stopt het afdrukken en nieten tijdelijk. Verwijder alle geniete afdrukken van het opvangblad en het afdrukken en nieten wordt hervat. Als u de modus Nieten wilt gebruiken, dient u tijdens de opdracht de stapel papier niet van het opvangblad te verwijderen. Verwijder de stapel papier wanneer de opdracht is voltooid. De Staple-N1 is een standaardonderdeel van de Staple Finisher-W PRO. De Staple-N1 en Staple-P1 zijn standaardonderdelen van de Booklet Finisher-W PRO. Als u de modus Nieten wilt gebruiken met meer dan 50 vel (80 g/m2) A3- of A4R-papier of 100 vel (80 g/m2) A4-papier, worden de kopieën/afdrukken alleen verschoven maar niet geniet. Wanneer u gecoat of dik papier selecteert, kunt u wellicht niet de modus Nieten gebruiken. Dit ook niet als het aantal vellen papier, inclusief invoeg- of scheidingsbladen, minder is dan de ingestelde limiet van een finisher. Als de machine tijdens het nieten stopt en de melding <Vul nietjes bij in het nietapparaat.> verschijnt, dan zijn bijna alle nietjes gebruikt en dient u de nietpatroon te vervangen. Om door te gaan, dient u de nietpatroon te vervangen. (Zie "Maintenance.") De modus Rugnieten is alleen beschikbaar als de Booklet Finisher-W PRO is aangesloten. Het maximale aantal vellen papier dat kan worden voorzien van een rugnietje, is afhankelijk van het gewicht en type papier. Wanneer u normaal papier (80 g/m2) gebruikt, kunnen bijvoorbeeld 25 vellen papier (100 pagina's) tegelijk van een rugnietje worden voorzien. De nauwkeurigheid van de vouwen die in de modus Rugnieten worden gecreëerd, kan afhankelijk van het papiertype en het aantal vellen variëren. Voor informatie over het maximale aantal vellen dat van een Z-vouw en een nietje kan worden voorzien wanneer de Paper Folding Unit-J is aangesloten, raadpleegt u "Nietmodus met de Z-vouwmodus." De Ponsgaten mode is alleen beschikbaar als de Puncher Unit-BT/Puncher Unit-BU is aangesloten. De modus Rugvouwen is alleen beschikbaar als de Booklet Finisher-W PRO is aangesloten. Maximaal 5 vellen papier (80 g/m2) krijgen een rugvouw en worden daarna uitgevoerd. Afhankelijk van het type papier is het maximum aantal bindbare vellen misschien niet mogelijk. Wijzig in dat geval het type papier of verklein het aantal vellen om te binden. |
Papierformaat | Blad A | Blad B | Boekjesblad | |
330 mm x 483 mm | ||||
305 mm x 457 mm | ||||
320 mm x 450 mm (SRA3) | ||||
A3 | ||||
A4 | - | |||
A4R | ||||
A5R | - | - | ||
Enveloppen | - | - | ||
Gebruikersformaat | 98,4 mm x 148 mm tot 330,2 mm x 487,7 mm | *1 | *2 | |
Gebruikersformaat (Lang vel) | 210 mm x 487,8 mm tot 330,2 mm x 1.300 mm | *3 | - | - |
N.B. |
U kunt het boekjesblad alleen gebruiken als de Booklet Finisher-W PRO is aangesloten. U kunt geen papier uitvoeren met een breedte van minder dan 182 mm, zoals papier van B6-formaat, in opvangblad B. |