Instellen Automatisch afleveren

U kunt instellen dat u de apparaatinformatie automatisch op een specifiek tijdstip wilt afleveren. U kunt ook selecteren welke informatie u wilt afleveren.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie].
3.
Druk op [Stel autom. verdeling in] voor <Verzendinstellingen> → selecteer [Dagelijks] of [Geef dagen aan].
N.B.
Als u automatisch afleveren niet wilt instellen, selecteert u [Uit] → druk op [OK] → [OK].
Als u [Dagelijks] selecteert:
Als u [Geef dagen aan] selecteert:
Als u [Dagelijks] selecteert:
Druk op [Dagelijks].
Selecteer een nummer ([1] t/m [5]).
Voer de starttijd in met - (numerieke toetsen) → druk op [Volgende].
U kunt maximaal vijf verschillende starttijden opslaan.
De tijd wordt weergegeven in een 24-uurs notatie. Voer de tijd in als een nummer van vier cijfers inclusief nullen.
Voorbeelden:
7:05 v.m.
→0705
11:18 n.m.
→2318
Als u een vergissing maakt tijdens het invoeren van het tijdstip, voert u een ander viercijferig nummer in.
Als u [Geef dagen aan] selecteert:
Druk op [Geef dagen aan].
Selecteer een dag van de week ([Zon] t/m [Zat]) → selecteer een nummer ([1] t/m [5]).
Voer de starttijd in met - (numerieke toetsen) → druk op [Volgende].
U kunt voor elke dag van de week maximaal vijf verschillende starttijden invoeren.
De tijd wordt weergegeven in een 24-uurs notatie. Voer de tijd in als een nummer van vier cijfers inclusief nullen.
Voorbeelden:
7:05 v.m.
→0705
11:18 n.m.
→2318
Als u een vergissing maakt tijdens het invoeren van het tijdstip, voert u een ander viercijferig nummer in.
4.
Selecteer de apparaatgegevens die u wilt verspreiden → druk op [Volgende].
Druk op [Aan] zodat een item de gegevens aflevert.
Als u op [Aan] drukt voor <Instellingen/Registratie waarde>, stel <Netwerkinstellingen> dan in. U kunt op [Inclusief] drukken → [OK] om de netwerkinstellingen af te leveren.
5.
Selecteer de bestemming → druk op [OK] → [OK].

BELANGRIJK
Tijdens het afleveren van informatie zullen de volgende machines hun informatie niet bijwerken:
Machines die een verzendopdracht uitvoeren
Machines die gegevens importeren of exporteren via de externe UI
De cliënt machine die de apparaatinformatie van een andere host machine ontvangt, zal het adresboek niet bijwerken.
De cliënt machine die een afdrukopdracht uitvoert, zal de printerinstellingen niet bijwerken.
Machines die geen apparaatinformatie konden ontvangen als gevolg van een stroomstoring of problemen met het netwerk, zullen de bijgewerkte informatie pas ontvangen na de eerste automatische update wanneer de machine weer is hersteld.
N.B.
Apparaatinformatie wordt niet afgeleverd als de machine wordt uitgeschakeld, zelfs niet als een automatisch aflevertijdstip is ingesteld.
52X3-258