Ontvangende machine instellen

N.B.
Als u de apparaatinformatie wilt herstellen naar de staat voorafgaand aan het bijwerken, zijn alleen de gegevens van de recentste update beschikbaar om te worden hersteld.
Tijdens het ontvangen en bijwerken van apparaatinformatie zal het scherm aangeven welke instellingen worden bijgewerkt. Handelingen bij deze machine kunnen pas worden uitgevoerd als het bijwerken is voltooid.

Beperken van de ontvangst van apparaatinformatie

U kunt instellen of u apparaatinformatie wilt ontvangen van machines van andere modellen met de modus Apparaatinformatie afleverinstellingen.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie].
3.
Druk op [Beperk ontvangst apparaatinformatie] voor <Ontvangstinstellingen> → [Aan] → [OK].
Als u de ontvangst van apparaatgegevens niet wilt beperken, drukt u op [Uit].
4.
Druk op [OK].

Herstellen van apparaatinformatie

U kunt de apparaatinformatie herstellen tot de informatie van voor het bijwerken. Dit is handig wanneer u per ongeluk de apparaatinformatie heeft bijgewerkt.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie].
3.
Druk op [Herstel gegevens] voor <Ontvangstinstellingen>.
4.
Selecteer de gegevens die u wilt herstellen → druk op [Start].
BELANGRIJK
Als u [Inst./Regi. waarde] en [Adresboek] niet gelijkertijd herstelt, worden de instellingen in [Instel. URL TX] voor [Instellen Fax/I-Fax postbus] en [Postbusinstellingen] wellicht verwijderd.
5.
Druk op [Ja].
6.
Druk op [OK] → [OK].

Beperken van het type informatie dat wordt bijgewerkt

U kunt instellen of de machine de afgeleverde apparaatinformatie moet ontvangen en bijwerken.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie].
3.
Druk op [Beperk ontvangst voor elke functie] voor <Ontvangstinstellingen> → geef elke instelling op → druk op [OK].
Druk op [Aan] voor een item om de machine in te stellen om die apparaatinformatie niet te ontvangen en bij te werken.
N.B.
Voordat u <Inst./Regi. waarde>, <Afd.-ID>, of <Adresboek> uitschakelt, moet u een standaardsleutel instellen in [Voorkeuren] (Instellingen/Registratie). (Zie "Settings for Utilizing TLS.")
4.
Druk op [OK].

Instellen van het updatebereik van de afgeleverde papiergegevens

U kunt instellen of alle ontvangen papierinformatie of alleen de basisinformatie van elk type papier moet worden opgeslagen.
Onder basisinformatie van papier vallen <Naam>, <Gewicht>, <Afwerken>, <Type>, <Kleur> en <Aanpassen kruipcorrectie>.
BELANGRIJK
Als de ontvangen informatie van een type papier een waarde bevat die buiten het instelbereik valt, dan is het wellicht niet mogelijk het type papier op te slaan.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Beheerinstellingen] → [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie].
3.
Druk op [Stel papierinformatie in] voor <Ontvangstinstellingen>
4.
Selecteer [Alle] of [Alleen basis] → druk op [OK].
[Alle]:
Slaat alle ontvangen papierinformatie op.
[Alleen basis]:
Slaat alleen de basisinformatie van elk type papier op.
5.
Druk op [OK].
52X3-25A