Bewerken van sleutelparen en servercertificaten

U kunt de instellingen van geregistreerde sleutelparen en servercertificaten controleren. U kunt ook overbodige sleutelparen en certificaten verwijderen, en controleren hoe een sleutelpaar wordt gebruikt.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Certificaatinstellingen].
3.
Druk op [Sleutelen certificaatlijst] → [Sleutelen cert.- lijst v. dit apparaat] → voer de volgende bewerking uit.
Als de gebruikershandtekening is uitgeschakeld, hoeft u niet op [Sleutelen cert.- lijst v. dit apparaat] te drukken. Als u op [Sleutelen certificaatlijst] drukt, wijzigt het scherm in het scherm Sleutel- en certificaatlijst.
Als verschijnt aan de linkerkant van een sleutelpaar, is het sleutelpaar beschadigd of ongeldig. Verwijder het sleutelpaar en registreer een nieuw sleutelpaar. (Zie " Aanmaken van een sleutelpaar en servercertificaat" of " Registreren van een sleutelpaarbestand en servercertificaatbestand dat op een computer is geïnstalleerd.")
N.B.
De Device Signature Key is een sleutelpaar dat nodig is voor een apparaathandtekening. Zie "Sleutelpaar en apparaatcertificaat instellen/controleren." voor meer informatie
Als u een servercertificaat wilt controleren:
Als u een geregistreerd sleutelpaar wilt verwijderen:
Als u wilt controleren waarvoor een sleutelpaar wordt gebruikt:
Als u een servercertificaat wilt controleren:
Selecteer het sleutelpaar voor het servercertificaat dat u wilt bevestigen → druk op [Certificaat details] → [Certif. contr.].
Als [Certif. contr.] niet beschikbaar is of <De sleutel is onjuist of ongeldig.> wordt weergegeven, kunt u het sleutelpaar niet gebruiken. Verwijder het sleutelpaar en registreer een nieuw sleutelpaar. (Zie " Aanmaken van een sleutelpaar en servercertificaat" of " Registreren van een sleutelpaarbestand en servercertificaatbestand dat op een computer is geïnstalleerd.")
Druk op [OK].
Als u een geregistreerd sleutelpaar wilt verwijderen:
Selecteer het sleutelpaar dat u wilt verwijderen → druk op [Verwijderen].
BELANGRIJK
Sleutelparen waarvoor 'Gebruikt' wordt weergegeven bij <Status> kunnen niet worden verwijderd, omdat deze worden gebruikt met de IEEE802.1X-authentificatie/IPSec of omdat TLS is ingesteld op 'Aan'. Druk op [Weerg. gebr. locatie] om het type beveiliging te controleren waarvoor het sleutelpaar wordt gebruikt. Om een sleutelpaar te verwijderen dat alleen wordt gebruikt met TLS, schakelt u de volgende instellingen uit. Een sleutelpaar dat wordt gebruikt voor IEEE802.1X authentificatie/IPSec kan niet worden verwijderd.
<Use TLS> in [UI op afstand] (Zie "Externe UI.")
[Gebruik TLS] in [MEAP-instellingen] (Zie "MEAP-instellingen.")
[Instellingen IPP-afdruk] en [Bevestig Afd.-ID PIN] (Zie "Settings Common to TCP/IPv4 and TCP/IPv6.")
<SMTP RX> in [Instellingen E-mail/I-fax] (Zie "E-mail/I-fax instellingen.")
[Beperk ontvangst voor elke functie] in [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie] (Zie "Opslaan/Verwijderen/Afdrukken van afleverbestemmingen.")
Druk op [Ja].
Als u wilt controleren waarvoor een sleutelpaar wordt gebruikt:
Selecteer een sleutelpaar met 'Gebruikt' weergegeven voor <Status> → druk op [Weerg. gebr. locatie].
Druk op [OK].
4.
Druk op [OK] → [OK] → [OK].
52X3-241