Wanneer de doorzendbestemmingen niet voldoen aan de doorzendcondities

U kunt de doorzendbestemming instellen om te gebruiken voor ontvangen documenten die niet voldoen aan de aangegeven doorzendcondities, of wanneer er geen doorzendinstellingen zijn geregistreerd.
1.
Druk op .
2.
Druk op [Functie-instellingen] → [Ontvangen/Doorzenden] → [Algemene instellingen].
3.
Druk op [Doorzendinstellingen].
4.
Druk op [Doorzenden zonder cond.].
5.
Druk op [Doorzendbestemming] → geef de volgende instellingen op.
Onderstaand treft u een uitleg van deze items aan:
[Adresboek]:
Selecteer dit als u het ontvangen document naar een ander faxapparaat wilt doorzenden.
[Vertrouw. fax postbus]:
Selecteer dit als u het ontvangen document in een Vertrouwelijke fax postbus wilt opslaan.
N.B.
Als de geselecteerde bestemming een groepsadres is dat een postbus bevat, zal het bestand dat u verzendt niet naar die postbus worden doorgezonden (en er niet in worden opgeslagen).
U kunt geen WebDAV-server opgeven als de doorzendbestemming. Als de geselecteerde bestemming een groepsadres is dat een WebDAV-server bevat, wordt het bestand niet doorgezonden naar de WebDAV-server.
Als u [Adresboek] selecteert:
Als u [Vertrouw. fax postbus] selecteert:
Als u [Adresboek] selecteert:
Selecteer de doorzendbestemming → druk op [OK].
Als u een bestemming wilt selecteren die is opgeslagen met een toegangsnummer, drukt u op [Toegangsnummer] → voer het toegangsnummer in. (Raadpleeg "E-mailadres registreren" en "Opslaan van faxnummers.")
U kunt de bestemmingstypen die in de resultatenlijst worden weergegeven beperken door op de keuzelijst te drukken en het gewenste type bestemming te selecteren.
Gebruik de keuzelijst Adreslijst om de adresboeken (Adresboeken 1 - 10 en snelkiestoetsen) te laten weergeven. Adreslijsten worden gebruikt om de adressen in het adresboek in categorieën in te delen.
Voor de doorzendbestemmingen kunt u e-mail, I-fax, file servers en groepsadressen opgeven.
N.B.
Om een geselecteerde bestemming te annuleren, selecteert u de bestemming opnieuw.
Om de gedetailleerde informatie voor een geselecteerde bestemming te bekijken, selecteert u de bestemming → druk op [Details].
Sla bestemmingen in het adresboek vooraf op. (Zie "Bestemmingen opslaan.")
[Toegangsnummer] verschijnt alleen op het scherm als <Beheer toegangsnummers adresboek> voor het Adresboek is ingesteld op 'Aan' in [Stel bestemming in] (Instellingen/Registratie). (Zie "Adresboek beheren met toegangsnummers.")
U kunt niet meerdere bestemmingen tegelijk selecteren.
Als de Externe fax-kit is geactiveerd, kunt u faxnummers en groepsadressen die faxbestemmingen bevatten opgeven als doorzendbestemmingen.
Als u een faxnummer selecteert als doorzendbestemming, dan worden het in het Adresboek opgeslagen subadres en wachtwoord genegeerd.
Als u [Vertrouw. fax postbus] selecteert:
Selecteer het gewenste vertrouwelijke faxpostvak → druk op [OK].
Als u via e-mail een link naar een vertrouwelijk faxpostvak wilt verzenden, drukt u op [URL TX].
Een melding <Ontvangst in faxpostbus> wordt toegevoegd aan de tekst van het e-mailbericht om de link naar de Vertrouwelijke faxpostbus aan te geven.
BELANGRIJK
In de onderstaande gevallen kunt u geen ontvangen documenten in het geheugen opslaan. Deze aantallen zijn afhankelijk van de resterende capaciteit van de harde schijf.
Wanneer er meer dan 1.500 documenten of afbeeldingen in alle postbussen zijn opgeslagen.
Wanneer er circa 6.000 pagina's of afbeeldingen in alle postbussen zijn opgeslagen.
Wanneer er onvoldoende geheugen beschikbaar is.
N.B.
Om via e-mail een link te kunnen verzenden naar de Vertrouwelijke faxpostbus waar het document is opgeslagen, dient u eerst een e-mailadres in de Vertrouwelijke faxpostbus op te slaan. Voor instructies over het opslaan van een e-mailadres op de machine raadpleegt u "Standaard communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax."
Het selecteren van meerdere Vertrouwelijke fax postbussen tegelijk is niet mogelijk.
6.
Druk op [Bestandsnaam].
Als u voor de doorzendbestemming een vertrouwelijke faxpostbus heeft geselecteerd, gaat u naar stap 13.
7.
Voer een bestandsnaam in → druk op [OK].
8.
Druk op de vervolgkeuzelijst <Opslaan/Afdrukken ontv. best.> → geef de instellingen op.
Selecteer [Aan] als u het ontvangen bestand wilt opslaan in de Geheugen RX postbus of het ontvangen bestand wilt afdrukken vanaf de geheugen RX postbus.
N.B.
Als u <Opslaan/Afdrukken ontv. best.> en de Geheugenslottmodus modus instelt op 'Aan', wordt het ontvangen bestand opgeslagen in de Geheugen RX postbus. Als u het geheugenslot instelt op 'Uit' wordt het ontvangen bestand automatisch afgedrukt. (Zie "Instellingen opgeven voor de I-Fax postbus.")
9.
Druk op de bestandsindeling → selecteer de bestandsindeling van het document dat u wilt doorzenden → druk op [OK].
Dit deel van de procedure is niet nodig als één van de volgende punten van toepassing is:
Een faxnummer is aangegeven als de doorzendbestemming
Als doorzendbestemming is een Vertrouwelijke fax postbus aangegeven
Als doorzendbestemming is een I-fax adres aangegeven
Bestandsindelingen:
[TIFF/PDF (Auto)]:
Verzendt het bestand als TIFF- (Zwart-wit) of PDF-bestand (Grijstint/kleur). U kunt [Verdeel in pagina's] niet inschakelen.
[TIFF/XPS (Auto)]:
Verzendt het bestand als TIFF (Zwart-wit) of XPS (Grijstint/kleur) bestand. U kunt [Verdeel in pagina's] niet inschakelen.
[TIFF/JPEG (Auto)]:
Verzendt het bestand als TIFF (Zwart-wit) of JPEG (Grijstint/kleur) bestand. [Verdeel in pagina's] is ingeschakeld.
[PDF]:
Verzendt het bestand als PDF, ook al is de ontvangen afbeelding zwart-wit. U kunt ook [Overtrekken & Gladmaken], [Compact], [OCR (Doorz. tekst)] en/of [Dig. handtek. toevoegen] selecteren. Als u een digitale handtekening wilt toevoegen, selecteert u [Apparaathandtekening].
[XPS]:
Verzendt het bestand als XPS, ook al is de ontvangen afbeelding zwart-wit. U kunt ook [Compact], [OCR (Doorz. tekst)] en/of [Dig. handtek. toevoegen] selecteren. Als u een digitale handtekening wilt toevoegen, selecteert u [Apparaathandtekening].
Indien u meerdere afbeeldingen wilt scheiden en deze als separate bestanden die elk uit slechts één pagina bestaan wilt verzenden, druk dan op [Verdeel in pagina's] en de toets zal oplichten. Indien u meerdere afbeeldingen als een enkel bestand wilt verzenden zonder ze te scheiden, druk dan niet op [Verdeel in pagina's]. De toets zal niet oplichten.
10.
Druk op [Melding doorz. ger].
11.
Selecteer de bestemming waarnaar u de melding Doorzenden gereed wilt verzenden → druk op [OK].
Als u een bestemming wilt selecteren die is opgeslagen met een toegangsnummer, drukt u op [Toegangsnummer] → voer het toegangsnummer in. (Raadpleeg "E-mailadres registreren" en "Opslaan van faxnummers.")
Gebruik de keuzelijst Adreslijst om de adresboeken (Adresboeken 1 - 10 en snelkiestoetsen) te laten weergeven. Adreslijsten worden gebruikt om de adressen in het adresboek in categorieën in te delen.
N.B.
Om een geselecteerde bestemming te annuleren, selecteert u de bestemming opnieuw.
Om de gedetailleerde informatie voor een geselecteerde bestemming te bekijken, selecteert u de bestemming → druk op [Details].
Sla bestemmingen in het adresboek vooraf op. (Zie "Bestemmingen opslaan.")
[Toegangsnummer] verschijnt alleen op het scherm als [Beheer toegangsnummers adresboek] is ingeschakeld in [Stel bestemming in] (Instellingen/Registratie). (Zie "Adresboek beheren met toegangsnummers.")
U kunt niet meerdere bestemmingen tegelijk selecteren.
12.
Selecteer of [Ber. alleen bij foutmel.] moet worden gecontroleerd.
Als u wilt dat de Melding doorzenden gereed alleen wordt verzonden nadat er een fout is opgetreden, drukt u op [Ber. alleen bij foutmel.].
Als u niet wilt dat de Melding doorzenden gereed wordt verzonden wanneer een ontvangen bestand is doorgezonden, drukt u niet op [Ber. alleen bij foutmel.].
13.
Druk op [Sluiten] → [OK].

N.B.
U kunt een doorzendbestemming opslaan voor elk ontvangsttype voor ontvangen documenten.
52X3-0ES