Externe UI
Met deze modus kunt u de externe UI (Gebruikersinterface op afstand) gebruiken om de machine te bedienen en de instellingen te wijzigen.
1.
Druk op 
.
. 2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Licentie/Overige] → [UI op afstand].
3.
Druk op [Aan] → geef elke instelling op.
Als er een scherm verschijnt met het verzoek een andere PIN voor de systeembeheerder in te stellen, volgt u de procedures beschreven in "Aangeven van de Instellingen systeembeheerder", en zet u deze functie vervolgens op 'Aan'.
Druk op [Uit] → [OK] om instellen van de machine via de externe UI uit te schakelen.
Druk op [Aan] voor <Gebruik SSL> om TLS-communicatie te gebruiken.
Selecteer [Aan] voor <Gebruik ref. afdruk> om afdrukken via het invoeren van de URL toe te staan.
OPMERKING |
Voordat u <Gebruik SSL> inschakelt, moet u een standaardsleutel instellen bij [Voorkeuren] (Instellingen/Registratie). (Raadpleeg "Het sleutelpaar instellen dat wordt gebruikt voor de versleutelde TLS-communicatie.".) |
Wanneer [Afdeling-ID beheer] is uitgeschakeld, maar de systeembeheerders-ID is opgegeven:
Geef elke instelling op → druk op [Volgende].
Geef elke instelling op voor toegang voor algemene gebruikers → druk op [OK].
Druk op [Toestaan] om algemene gebruikers toegang te geven of druk op [Niet toestaan] om algemene gebruikers geen toegang te geven.
Wanneer u op [Toestaan] drukt, kunt u indien nodig een pincode instellen door op [Pincode toegang] te drukken.
Wanneer andere instellingen dan hierboven zijn aangegeven, zijn opgegeven:
Geef elke instelling op → druk op [OK].
OPMERKING |
Voor meer informatie over de externe UI raadpleegt u "Externe UI". Wijzigingen zijn alleen van kracht als u de machine opnieuw start (de hoofdschakelaar UIT en daarna weer AAN zetten). Voor meer informatie over herstarten (zet de hoofdschakelaar in de UIT-stand en weer AAN) van de machine, raadpleegt u "Voordat u deze machine gaat gebruiken". |