Het bedieningspaneel gebruiken
Het bedieningspaneel heeft een tipscherm. Als u een functie wilt activeren, raakt u met uw vinger diens knop of item aan.
|
Om abusievelijke activeringen of schade aan het bedieningspaneel te vermijden, moet u het volgende niet doen:Te hard drukken met uw vingers Drukken met een scherpe punt, zoals vingernagel, balpen, of potlood Aanraken met vuile handen Aanraken met een voorwerp op het scherm |
Fundamentele tipschermhandelingen (aantikken, vegen, en slepen)
Aantikken
Raak het scherm behoedzaam aan met uw vinger en trek deze dan snel terug. Zo selecteert u items en start u handelingen.
In de Gebruikershandleiding verwijst ‘drukken op’ en ‘selecteren’ naar het aantikken.
In de Gebruikershandleiding verwijst ‘drukken op’ en ‘selecteren’ naar het aantikken.
Vegen
Raak het scherm aan en veeg erover met uw vinger. Het scherm beweegt mee met uw vinger. Bijvoorbeeld: het scherm [Start] beweegt het tabblad in de richting waarin u uw vinger bewoog.
Slepen
Verplaats uw vinger over het scherm en haal de vinger er op de gewenste positie af. U kunt door lijsten bladeren en het gedeelte dat u aanraakt verplaatsen naar een gewenste positie.
Tabbladen en items selecteren
Als u op een tabblad tikt, verschijnt het scherm voor het geselecteerde tabblad.
Als u op een itemnaam of -knop klikt, kan het item worden geselecteerd. Het geselecteerde scherm verschijnt of de geselecteerde functie wordt geactiveerd.
Een selectie ongedaan maken
Neem uw vinger weg van de geselecteerde item of knop om deze ‘los te laten’.
Teruggaan naar het vorige scherm
Tik op [
].
].Door het scherm bladeren
Als de schuifbalk op het scherm verschijnt, betekent dit dat er items of informatie niet geheel op het scherm passen. Veeg of sleep om het scherm in de richting te bewegen waarin u uw vinger verplaatste.
Haal uw vinger van het scherm, en met een paar seconden verdwijnt de schuifbalk. Raak het scherm aan om de schuifbalk weer te laten verschijnen.
Haal uw vinger van het scherm, en met een paar seconden verdwijnt de schuifbalk. Raak het scherm aan om de schuifbalk weer te laten verschijnen.
Stel de waarde in met behulp van de knoppen [+] en [-] of de schuifregelaar.
Tik op de knoppen [+] en [-] om de waarde te veranderen. Als de schuifregelaar verschijnt zoals hieronder weergegeven, kunt u deze regelaar naar links of rechts slepen om de waarde te veranderen.
