[Weergave-instellingen]

Kies de schermen voor het bedieningspaneel.
* Waarden in rode tekst zijn de standaard instellingen voor ieder onderdeel.

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Kies welk scherm moet verschijnen wanneer u het apparaat inschakelt of onmiddellijk nadat er een automatische reset is uitgevoerd.
Als u dit instelt voor de [Statusmonitor], kunt u ook kiezen welk scherm verschijnt wanneer u het scherm [Statusmonitor] sluit.

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Voeg snelkoppelingen toe en plaats deze knoppen zodanig dat u veelgebruikte functies snel kunt activeren vanaf het scherm [Start] op het bedieningspaneel. Het scherm [Start] aanpassen

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Kies de taal die op het bedieningspaneel en in afgedrukte rapporten wordt gebruikt.

* In sommige landen en gebieden is de instelling [Taal] niet beschikbaar, of is de inhoud of de standaard instelling anders.

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Kies de taal voor de Externe UI schermen.

* In sommige landen en gebieden is de instelling [Taal externe UI] niet beschikbaar, of is de inhoud of de standaard instelling anders.

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Geef op of er een melding verschijnt als tijdens de toevoer vervuiling wordt waargenomen.

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Kies de schermeenheden voor het invoeren van lengte en breedte.

* In sommige landen en gebieden verschijnt de instelling [Invoer mm/inch schakelen] niet, of is de inhoud of de standaard instelling anders.

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Als de toner in een tonercartridge op raakt, verschijnt er een melding dat u een nieuwe moet klaarleggen. U kunt handmatig instellen bij welk tonerniveau deze melding verschijnt: stel [Automatisch] in op [Uit] en geef het moment op in [Aangepast].
Als [Automatisch] is ingesteld op [Aan], bepaalt het apparaat automatisch wanneer deze melding moet verschijnen.

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Selecteer of er een melding verschijnt als de fixeereenheid moet worden gereinigd.

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Geef op of er een melding verschijnt als de tonercartridge weinig toner meer bevat.

* Als het apparaat zodanig is ingesteld dat het afdrukken wordt gestaakt zodra de tonercartridge bijna leeg is, kunt u dit niet instellen op [Uit]. [Actie bij waarschuwing]

* Als het apparaat zodanig is ingesteld dat inkomende faxen en I-Faxen niet worden afgedrukt als een tonercartridge bijna leeg is, verschijnt het bericht ook als dit is ingesteld op [Uit]. [Door. m afdr. bij lege cart.]

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

Geef op of het afdrukken moet doorgaan als een tonercartridge bijna leeg is.
Als dit is ingesteld op [Afdrukken stoppen], verschijnt een melding als de tonercartridge bijna leeg is. [Waarschuwingen tonen]

[Menu] [Voorkeuren] [Weergave-instellingen]

U kunt opgeven of het IPv4 adres van het apparaat op het scherm [Statusmonitor] moet worden weergegeven. Scherm [Statusmonitor]