Voor informatie over de items ("A", "B", "C" en "Nee") in de kolom "Alles importeren-functie" raadpleegt u Alles importeren-functie. |
Item | Beschrijving van de instelling | DeviceAdmin | Netwerkbeheerder | Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand | Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar | Alles importeren-functie | Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand |
<Gegevens die worden gebruikt voor LDAP-serververific> | <Apparaatinstellingen>, <Aanmeldingsgeg. apparaat>, <Registr. gegev. elke gebruiker> | Ja | Nee | Ja | Nee | C | Settings/Registration Basic Information |
Wanneer <Apparaatinstellingen> is ingesteld De informatie die is ingesteld in De LDAP-server registreren, wordt gebruikt. Wanneer <Aanmeldingsgegevens apparaat> is ingesteld De verificatie-informatie die wordt gebruikt voor het aanmelden bij de machine, wordt gebruikt. Wanneer <Geregistreerde gegevens voor elke gebruiker> is ingesteld De verificatie-informatie van de LDAP-server wordt geregistreerd voor elke gebruiker. <Aanmeldingsgegevens apparaat> is alleen beschikbaar bij gebruik van dezelfde verificatiegegevens voor het aanmelden op de machine en voor toegang tot de LDAP-server, en bij gebruik van een aanmeldingsservice die geïntegreerde verificatie ondersteunt. Neem contact op met uw dealer of verkoper om te weten of de aanmeldingsservice die u gebruikt, geïntegreerde verificatie ondersteunt. Wanneer <Geregistreerde gegevens voor elke gebruiker> is geselecteerd, stelt elke gebruiker de gebruikersnaam en het wachtwoord in die worden gebruikt voor LDAP-verificatie in het scherm met basisfuncties voor verzenden <Gegevens voor elke gebr. registreren/bewerken> <Verificatiegegevens LDAP-server>. |
Item | Beschrijving van de instelling | DeviceAdmin | Netwerkbeheerder | Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand | Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar | Alles importeren-functie | Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand |
<Gegevens die worden gebruikt vr SMTP-serververific.> | <Apparaatinstellingen>, <Registr. gegev. elke gebruiker> | Ja | Nee | Ja | Nee | C | Settings/Registration Basic Information |
Als u <Apparaatinstellingen> selecteert Gebruikt de informatie die is ingesteld in <Authent./Encryptie> (Communicatie via e-mail/I-fax instellen). Als u <Registr. gegev. elke gebruiker> selecteert Registreert en gebruikt SMTP-serververificatie-informatie voor elke gebruiker. Als <Registr. gegev. elke gebruiker> is geselecteerd, moet elke gebruiker op <Scannen en verzenden> drukken <Gegevens voor elke gebr. registreren/bewerken> stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in die gebruikt worden voor SMTP-authenticatie in <Verificatiegegevens SMTP-server>. |
Item | Beschrijving van de instelling | DeviceAdmin | Netwerkbeheerder | Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand | Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar | Alles importeren-functie | Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand |
<Info. vr verificatie verzenden/doorbladeren bestand> | <Standaard>, <Aanmeldingsgeg. apparaat>, <Registr. gegev. elke gebruiker> | Ja | Nee | Ja | Nee | C | Settings/Registration Basic Information |
<Aanmeldingsgegevens apparaat> is alleen geldig voor SMB en WebDAV. Wanneer <Normaal> is ingesteld De informatie die is ingesteld in Bestemmingen registreren in het adresboek, wordt gebruikt. Wanneer <Aanmeldingsgegevens apparaat> is ingesteld De verificatie-informatie die wordt gebruikt voor het aanmelden bij de machine, wordt gebruikt. Wanneer <Geregistreerde gegevens voor elke gebruiker> is ingesteld De verificatie-informatie van de bestandsserver wordt geregistreerd voor elke gebruiker. Wanneer <Geregistreerde gegevens voor elke gebruiker> is geselecteerd, stelt elke gebruiker de gebruikersnaam en het wachtwoord in die worden gebruikt voor bestandsserververificatie in het scherm met basisfuncties voor verzenden <Gegevens voor elke gebr. registreren/bewerken> <Verif.gegev. vr verzenden/doorbladeren bestand>. |