<Algemene instellingen>

Geef de instellingen op die gemeenschappelijk zijn voor de verzendfunctie.
 
Voor informatie over de items ("A", "B", "C" en "Nee") in de kolom "Alles importeren-functie" raadpleegt u Alles importeren-functie.
Item gemarkeerd met een sterretje (*)
Verschijnt alleen wanneer systeemopties zijn ingeschakeld.

<Registreer favorieteninstellingen>/<Bewerken favorieteninstellingen>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt veelgebruikte instellingen opslaan onder een knop op de machine voor later gebruik bij het scannen. U kunt ook een naam aan een knop toewijzen en een opmerking invoeren. U kunt ook de geregistreerde instellingen verwijderen of een andere naam geven. Een combinatie van veelgebruikte functies registreren
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Registreer favorieteninst.>
Bevestig instellingen
Ja
Ja
Nee
Ja
C
Favorite Settings
Selecteer locatie: <M1> tot <M18>
Ja
Ja
Nee
Ja
C
Favorite Settings
<Toon opmerkingen>:
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Nee
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
<Naam>, <Opmerking>
Ja
Ja
Nee
Ja
C
Favorite Settings
<Bewerken favorieteninstellingen>
Selecteer de knop: <M1> tot <M18>
Ja
Ja
Nee
Ja*1
C
Favorite Settings
Settings/Registration Basic Information
<Toon opmerkingen>:
<Aan>, <Uit>
<Verwijderen>, <Controleer inhoud>, <Hernoemen>
*1 <Toon opmerkingen>: Nee

<Weergave bevestiging voor favorieteninst.>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt selecteren of een bevestigingsscherm moet worden weergegeven wanneer "Favor. instel." worden opgeroepen.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Weergave bevestiging voor favorieteninst.>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Nee
Nee
C
Settings/Registration Basic Information

<Standaardscherm>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt het scherm opgeven dat moet worden weergegeven als er op <Scannen en verzenden> of  (Reset) wordt gedrukt.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Standaardscherm>
<Standaard>, <Sneltoets>, <Favorieteninstellingen>, <Adresboek>
Ja
Ja
Nee
Nee
C
Settings/Registration Basic Information

<Beperk gebruik adresboek>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt selecteren of u het adresboek en de snelkiestoetsen wilt verbergen op het scherm met basisfuncties voor scannen, enz., en of u het gebruik van het adresboek wilt beperken.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Beperk gebruik adresboek>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Nee
Nee
C
Settings/Registration Basic Information

<Wijzig standaardinstellingen>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt de instellingen wijzigen die als standaard zijn geregistreerd voor de functie <Scannen en verzenden>.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Wijzig standaardinstellingen>
<Registreren>, <Initialiseren>
Ja
Ja
Nee
Nee
C
Favorieteninstellingen

<Registreer sneltoetsen opties>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt modi registreren in de sneltoetsen die worden getoond op het scherm <Scannen en verzenden>. Deze functie is handig wanneer u veel gebruikte functies wilt registreren.Het scherm met basisfuncties aanpassen
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Registreer sneltoetsen opties>
<Snelkoppeling 1>:
<2-zijdig origineel>, Elke modus, <Niet-toegewezen>
Ja
Ja
Nee
Nee
C
Favorieteninstellingen
<Snelkoppeling 2>:
<Versch. orig. formaten>, Elke modus, <Niet-toegewezen>

<TX rapport>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
Met het verzendrapport kunt u controleren of de documenten goed naar de opgegeven bestemmingen zijn verzonden. U kunt de machine zo instellen dat die dit rapport automatisch afdrukt nadat documenten zijn verzonden, of alleen wanneer een verzendfout is opgetreden. U kunt ook de instelling opgeven om het eerste gedeelte van het document af te drukken als gedeelte van het rapport om u te herinneren aan de inhoud van het document. TX-rapport
<Afdrukken uit opties toestaan> kan worden ingesteld als <Alleen bij fout> of <Uit> is geselecteerd. Als u <Afdrukken uit opties toestaan> instelt op <Aan>, kunt u instellen of u een TX-rapport vanaf <Opties> wilt afdrukken voor elke opdracht.
 
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<TX rapport>
<Alleen bij fout>, <Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Wanneer <Alleen bij fout> is geselecteerd:
<Afdrukken uit opties toestaan>: <Aan>, <Uit>
<Rapport met TX beeld>: <Aan>, <Uit>
<Rapport met kleuren TX afbeelding>: <Aan>, <Uit>
Wanneer <Aan> is geselecteerd:
<Rapport met TX beeld>: <Aan>, <Uit>
<Rapport met kleuren TX afbeelding>: <Aan>, <Uit>
Wanneer <Uit> is geselecteerd:
<Afdrukken uit opties toestaan>: <Aan>, <Uit>
<Rapport met TX beeld>: <Aan>, <Uit>
<Rapport met kleuren TX afbeelding>: <Aan>, <Uit>
Deze instelling is gekoppeld met de instelling voor <TX rapport> in <Opties> voor elke functie.

<Communicatiebeheerrapport>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt logboeken voor het verzenden/ontvangen van documenten afdrukken als een rapport. U kunt de machine zo instellen dat dit rapport wordt afgedrukt wanneer een bepaald aantal communicaties (100 tot 1.000) is bereikt of op een bepaald tijdstip. De rapporten voor verzenden/ontvangen kunnen eveneens afzonderlijk worden afgedrukt. Communicatiebeheerrapport
Wanneer het rapport wordt verzonden als gegevens, wordt het verzonden in de CSV-bestandsindeling.
 
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Communicatiebeheerrapport>
<Druk opgegev. verzend. af of verzend ze.>: <Afdrukken>, <Verzenden>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Aantal transmissies: 100 tot 1000
<Op opgegeven tijd afdrukken/verzenden>: <Afdrukken>, <Verzenden>, <Uit>
Aangeven afdruktijdstip: 00:00 tot 23:59
<Verzend-/ontvangstopdr. apart afdrukken>: Aan, Uit
<Verzendbestem.>

<TX terminal ID>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt aangeven of de gegevens van de afzender bovenaan een verzonden document moeten worden toegevoegd bij het verzenden van een I-fax. Gegevens, zoals de naam en het I-faxadres van de machine, worden afgedrukt, zodat de ontvanger ziet wie het document heeft toegezonden.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<TX terminal ID>
<Afdrukken>, <Niet afdrukken>
Ja
Ja
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
<Afdrukpositie>: <Binnenzijde>, <Buitenzijde>
<Weergave naam bestemming>: <Aan>, <Uit>
De informatie die wordt geregistreerd in <Registreer apparaatnaam> wordt afgedrukt als de informatie over de afzender.

<Verwijder mislukte TX opdrachten>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt aangeven of een document automatisch uit het geheugen moet worden verwijderd bij het optreden van fouten bij verzending/opslag. Als u <Uit> selecteert, kunt u de documenten die niet konden worden verzonden/opgeslagen, opnieuw verzenden/opslaan.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Verwijder mislukte TX opdrachten>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Als deze modus is ingesteld op <Uit>, kan de status van een opdracht met een doorzendfout worden opgeslagen in <Opdrachtstatus> op het scherm <Statusmonitor>.

<Aantal pogingen>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt instellen hoe vaak de machine automatisch probeert gegevens opnieuw te verzenden wanneer de gegevens niet kunnen worden verzonden omdat de ontvanger bezig is met verzenden of ontvangen, of omdat er een fout is opgetreden.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Aantal pogingen>
0 tot 3 tot 5 keer
Ja
Ja
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information

<Gegevenscompressieverhouding>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt de compressieverhouding instellen voor in kleur/grijstint gescande gegevens.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Gegevenscompressieverhouding>
<Hoge verhouding>, <Normaal>, <Lage verhouding>
Ja
Ja
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Als u Compact of Overtrekken en gladmaken voor de PDF-bestandsindeling wilt selecteren of Compact voor de XPS-bestandsindeling, is het raadzaam dat u <Gegevenscompressieverhouding> instelt op <Normaal> of <Lage verhouding>. Als u dit instelt op <Hoge verhouding>, worden de afbeeldingen mogelijk in een lagere kwaliteit uitgevoerd, zelfs als u <Kwaliteitprioriteit> in <Bestand aanmaken> <Beeldkwaliteitsniveau voor Beperkte kleur/Compact> selecteert.

<Gammawaarde YCbCr TX>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
Als u document in kleur of grijstint verzendt, kunt u de gammawaarde opgeven die moet worden gebruikt voor het converteren van gescande RGB-beeldgegevens naar YCbCr. U kunt de afbeelding reproduceren met de optimale beeldkwaliteit bij de ontvanger door een geschikte gammawaarde in te stellen.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Gammawaarde YCbCr TX>
<Gamma 1,0>, <Gamma 1,4>, <Gamma 1,8>, <Gamma 2,2>
Ja
Ja
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Deze instelling is uitgeschakeld voor de volgende bestandsindelingen.
PDF (Compact)
XPS (Compact)
PDF (Overtr&Gladm)
Deze instelling is uitgeschakeld wanneer u verzendt naar een postvak.

<Gebr. gefragm. verz. voor WebDAV TX>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt gegevens in fragmenten verdelen bij verzending met WebDAV. Gefragmenteerde codering is een functie om een bestand met onbekende omvang te verzenden door het te verdelen in fragmenten met een bekende lengte. Dit maakt het mogelijk sneller te verzenden omdat het niet nodig is de omvang van het bestand te berekenen voordat het wordt verzonden.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Gebr. gefragm. verz. voor WebDAV TX>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
U kunt wellicht geen bestanden met gefragmenteerde codering verzenden. Dit is afhankelijk van bepaalde condities voor de WebDAV server en proxy server.

<Bevestig TLS-certificaat voor WebDAV UIT>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt controleren of het TLS-servercertificaat geldig is bij verzending met WebDAV. U kunt de geldigheid van het certificaat en de betrouwbaarheid van de certificaatketen controleren, en de CN (algemene naam) bevestigen.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Bevestig TLS-certificaat voor WebDAV UIT>
<Aan>, <Uit>
Nee
Nee
Ja
Nee
C
Settings/Registration Basic Information
Wanneer <Aan> is geselecteerd:
<CN>: Aan, Uit
Als u het certificaat niet controleert, wordt TLS-communicatie wel uitgevoerd, ook al is het certificaat ongeldig.
Als er problemen zijn met het certificaat, zal verzending met WebDAV mislukken.

<Bevestig TLS-certificaat voor FTPS TX>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt controleren of het TLS-servercertificaat geldig is bij verzending met FTPS. U kunt de geldigheid van het certificaat en de betrouwbaarheid van de certificaatketen controleren, en de CN (algemene naam) bevestigen.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Bevestig TLS-certificaat voor FTPS TX>
<Aan>, <Uit>
Nee
Nee
Ja
Nee
C
Settings/Registration Basic Information
Wanneer <Aan> is geselecteerd:
<CN>: Aan, Uit
<Bevestig TLS-certificaat voor FTPS TX> kan niet worden gebruikt. Het wordt genegeerd, zelfs als <Aan> is ingesteld.

<Beperk nieuwe bestemming>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
Bij het verzenden van faxen en gescande gegevens kunnen de beschikbare bestemmingen worden beperkt tot de volgende drie manieren, om ervoor te zorgen dat gebruikers de bestemming niet kunnen opgeven door tekst in te voeren.
Bestemmingen die zijn geregistreerd in het adresboek en snelkiestoetsen
Bestemmingen die zijn ingesteld in <Favorieteninstellingen> en <Verzenden naar mijzelf>
Bestemmingen die kunnen worden opgezocht met een LDAP-server
 
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Beperk nieuwe bestemming>
<E-mail>: <Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
<I-Fax>: <Aan>, <Uit>
<Bestand>: <Aan>, <Uit>

<Altijd app. handtekening toevoegen aan verz.>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt aangeven of er altijd een apparaathandtekening moet worden toegevoegd aan verzonden PDF-/XPS-bestanden.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Altijd app. handtekening toevoegen aan verz.>
<Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Wanneer <Aan> is geselecteerd:
<Beperk bestandsindelingen>: <Aan>, <Uit>
Als u <Beperk bestandsindelingen> instelt op <Aan>, kunnen er geen andere bestanden dan PDF/XPS worden verzonden.

<E-mail alleen naar mezelf verzenden>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt de bestemming beperken die kan worden opgegeven bij het verzenden van e-mail naar het e-mailadres van de gebruiker die is aangemeld. Met deze instelling kunt u informatielekken voorkomen vanwege transmissie naar een verkeerde bestemming.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<E-mail alleen naar mezelf verzenden>
<Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Deze instelling is van toepassing op gebruikers met de rol van GeneralUser.

<Bestand alleen naar pers. map verzenden>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt de bestemming beperken die kan worden opgegeven bij het opslaan naar een bestandsserver in de specifieke map van de gebruiker die is aangemeld. Met deze instelling kunt u informatielekken voorkomen vanwege transmissie naar een verkeerde bestemming.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Bestand alleen naar pers. map verzenden>
<Aan>, <Uit>
Ja
Nee
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Deze instelling is van toepassing op gebruikers met de rol van GeneralUser.

<Specificatiemethode persoonlijke map>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
Een persoonlijke map is een individuele map die kan worden gebruikt door de gebruiker die is aangemeld via persoonlijk authenticatiebeheer. Gedeelde mappen en bestandsservers kunnen worden aangeduid en gebruikt als een persoonlijke map. Persoonlijke mappen configureren
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Specificatiemethode persoonlijke map>
<Startmap>, <Registreren voor elke gebruiker>, <Loginserver gebruiken>
Ja
Nee
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
Wanneer <Startmap> is geselecteerd:
<Instellen>, <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.>
<Instellen>: <Protocol> (<Windows (SMB)>, <WebDAV>), <Hostnaam>, <Mappad>
Wanneer <Loginserver gebruiken> is geselecteerd:
<Gebruik verif. gegev. elke. gebr.>
Een persoonlijke map is een map die wordt gedeeld door de volgende schermen.
<Scannen en verzenden>
<Netwerk> in <Scannen en opslaan>
<Netwerk> in <Toegang opgeslagen bestanden>

<Toon melding als taak is geaccepteerd>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
U kunt selecteren of een scherm moet worden weergegeven waarin u de communicatiestatus moet controleren na het verzenden/opslaan van documenten met gebruik van <Scannen en verzenden> (Het scherm <Home>).
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Toon melding als taak is geaccepteerd>
<Aan>, <Uit>
Ja
Ja
Nee
Ja
C
Settings/Registration Basic Information

<Opdrachten ter annulering wanneer op stop is gedrukt>

 (Instellingen/Registratie)  <Functie-instellingen>  <Verzenden>  <Algemene instellingen>
Selecteer de verzendopdracht om te annuleren wanneer u op de Stop-toets drukt terwijl een verzendopdracht van de functie Scannen en verzenden wordt verwerkt. U kunt <Laatst ontvangen opdracht> of <Opdracht wordt verzonden> selecteren.
Item
Beschrijving van de instelling
DeviceAdmin
Netwerkbeheerder
Kan worden ingesteld bij de Gebruikersinterface op afstand
Apparaatgegevens Aflevering beschikbaar
Alles importeren-functie
Itemnaam bij het exporteren met de Gebruikersinterface op afstand
<Opdrachten ter annulering wanneer op stop is gedrukt>
<Laatst ontvangen opdracht>, <Opdracht wordt verzonden>
Ja
Nee
Ja
Ja
C
Settings/Registration Basic Information
A392-0KK