Specificaties van beveiliging en beheerfunctie

Firewall instellingen

Bij het opgeven van IP-adressen in firewallinstellingen kunt u maximaal 16 IP-adressen (of bereiken van IP-adressen) opgeven voor zowel IPv4 als IPv6.
Bij het opgeven van MAC-adressen in firewallinstellingen kunnen maximaal 32 MAC-adressen worden opgegeven.

Registratie van certificaten (sleutels/certificaten met gebruikershandtekening, CA-certificaten, S/MIME-certificaten)

De volgende algoritmen en indelingen van sleutels en certificaten kunnen worden geregistreerd.
Algoritme voor RSA-handtekening:
SHA-256/SHA-384*1/SHA-512*1
Algoritme openbare RSA-sleutel (sleutellengte):
RSA (512 bits/1024 bits/2048 bits/4096 bits)
Algoritme voor ECDSA-handtekening:
SHA-256/SHA-384/SHA-512
Algoritme openbare ECDSA-sleutel (sleutellengte):
ECDSA (P256/P384/P521)
Certificaatindeling:
Sleutels/certificaten met gebruikershandtekening: PKCS#12*2
CA-certificaten, S/MIME-certificaten: X.509 DER/PEM
Bestandsextensie:
Sleutels/certificaten met gebruikershandtekening: p12/pfx
CA-certificaten, S/MIME-certificaten: cer/pem
Maximumaantal registreerbare certificaten:
Sleutels, certificaten: 5
CA-certificaten: 88
*1 Alleen beschikbaar als het sleutelalgoritme 1024 bits of meer is.
*2 Alleen beschikbaar mits geïnstalleerd via de Gebruikersinterface op afstand. Een certificaat in een sleutel moet voldoen aan de bedrijfscondities voor een CA-certificaat. Een certificaat kan niet worden geregistreerd als het bestand groter is dan 2 MB.

Definitie van "zwakke versleuteling"

Als [Gebruik van zwakke encryptie verbieden] in [Encryptie-instellingen] is ingesteld op [Aan], mag u de volgende algoritmes niet gebruiken. [Encryptie-instellingen]
Hash:
MD4, MD5, SHA-1
HMAC:
HMAC-MD5
Cryptosysteem met gemeenschappelijke sleutel:
RC2, RC4, DES
Cryptosysteem met openbare sleutel:
RSA-versleuteling (512 bits/1024 bits), RSA-handtekening (512 bits/1024 bits), DSA (512 bits/1024 bits), DH (512 bits/1024 bits)
Zelfs wanneer [Sleutel/cert. met zwakke encr. verbieden] in [Encryptie-instellingen] is ingesteld op [Aan], kan het hashalgoritme SHA-1, dat wordt gebruikt om een basiscertificaat te ondertekenen, worden gebruikt.

Logboekbeheer

De volgende typen logboeken kunnen op de machine worden beheerd: Verzamelde logboeken kunnen worden geëxporteerd in CSV-bestandsindeling.
Logboektype
Logboektype
Nummer aangegeven als "Logboektype" in het CSV-bestand
Beschrijving
Opdrachtlog
Opdrachtlog
128
Scanlogboeken worden niet ondersteund. Er zijn drie soorten logboeken: Geschidenis van kopieeropdrachten, geschiedenis van afdruktaken en geschiedenis van communicatie.
Transmissielogboek
Transmissielogboek
128
Het logboek bevat informatie over transmissies.

De instelgegevens importeren/exporteren

Zie Instellingen die u kunt importeren of exporteren .

Max. aantal bestemmingen geregistreerd naar adresboek

Zie Adresboekfunctie.

TLS

De volgende combinatie van TLS-versie en algoritme zijn bruikbaar:
: Bruikbaar     : Niet bruikbaar
Algoritme
TLS-versie
TLS 1.3
TLS 1.2
TLS 1.1
TLS 1.0
Versleutelingsalgoritme
AES-CBC (256-bits)
AES-CBC (128-bits)
AES-GCM (256-bits)
AES-GCM (128-bits)
3DES-CBC
CHACHA20-POLY1305
Protocol voor uitwisselen van sleutels
RSA
ECDHE
X25519
Handtekeningalgoritmen
RSA
ECDSA
HMAC-algoritme
SHA1
SHA256
SHA384
98R5-012