[Beveiligingsinstellingen]
Kies en beheer de beveiligingsinstellingen, zoals de verificatiefuncties en systeemverificatie van het apparaat.
* Waarden in rode tekst zijn de standaardinstellingen voor ieder onderdeel.
[Instellingen authenticatie/wachtwoord]
[Menu]

[Beheerinstellingen]

[Beveiligingsinstellingen]
[Encryptie-instellingen]
[Menu]

[Beheerinstellingen]

[Beveiligingsinstellingen]
Geef op of het gebruik van zwakke versleuteling of sleutels en certificaten die zwakke versleuteling gebruiken, wordt beperkt.
|
[Gebruik van zwakke encryptie verbieden]
[Uit]
[Aan]
[Sleutel/cert. met zwakke encr. verbieden]*1
[Uit]
[Aan]
|
|
*1 Verschijnt niet of is niet beschikbaar bij sommige modellen, geïnstalleerde opties en andere instellingen.
|
[Systeem verifiëren bij opstarten]
[Menu]

[Beheerinstellingen]

[Beveiligingsinstellingen]
Controleer het systeem bij het opstarten van het apparaat.
Als er onbevoegde veranderingen worden waargenomen
Als het scherm na enige tijd leeg blijft, kan het systeem misschien niet worden hersteld. Neem contact op met uw dealer of verkoper.