Gedetailleerde informatie van de e-mailserver configureren (UI op afstand)

Gebruik UI op afstand vanaf een computer om de informatie van de e-mailserver te configureren die u wilt gebruiken om gescande gegevens via e-mail te verzenden. U kunt ook instellingen configureren voor POP-verificatie vóór verzending, SMTP-verificatie, en gecodeerde communicatie.
Beheerdersrechten zijn vereist. De machine moet opnieuw worden opgestart om de geïmporteerde instellingen toe te passen.
Het SMTP-poortnummer van de e-mailserver moet 25 zijn en/of het POP3-poortnummer moet 110 zijn. Zo nodig aanpassen. Het poortnummer wijzigen
Vereiste voorbereidingen
Verbind de computer die u gebruikt om de instellingen te configureren, via een netwerk met het apparaat.
Bereid de volgende informatie voor en houd deze informatie bij de hand.
E-mailadres van het apparaat
Instellingsinformatie van de e-mailserver (SMTP/POP3-servernaam, verificatie-instelling, gebruikersnaam en wachtwoord voor verificatie, versleutelde communicatie-instelling)
* Voor meer informatie over de instellingsinformatie neemt u contact op met uw provider of netwerkbeheerder. Bij sommige gebruiksomgevingen kunt u ook de informatie in de e-mailsoftware van de computer raadplegen.
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand. De UI op afstand starten
2
Klik op de Portal-pagina van UI op afstand op [Instellingen/registratie]. Portalpagina van UI op afstand
3
Klik op [TX-instellingen] [E-mailinstellingen] [Bewerken].
Het scherm [E-mailinstellingen bewerken] wordt weergegeven.
4
Voer de basisinstellingen van de e-mailserver in.
[SMTP-server]
Voer de naam in van de SMTP-server (hostnaam of IP-adres) die moet worden gebruikt voor het verzenden van e-mail. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
Voorbeeld: Hostnaam
smtp.example.com
[E-mailadres]
Voer het e-mailadres van het apparaat in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
[POP-server]
Wanneer u POP-verificatie gebruikt vóór verzending (POP before SMTP), voer dan de POP3-servernaam (hostnaam of IP-adres) in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
Voorbeeld: Hostnaam
pop.example.com
[Gebruikersnaam]
Voer de gebruikersnaam in voor het verifiëren van de POP3-server. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
[Wachtwoord instellen/wijzigen]
Om het wachtwoord in te stellen bij het verifiëren van de POP3-server, selecteert u dit selectievakje en voert u het wachtwoord in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
5
Selecteer de verificatie- en codeerinstellingen voor het verzenden van e-mail, in overeenstemming met uw gebruiksomgeving.
Als u POP-verificatie (POP before SMTP) vóór verzenden gebruikt
Schakel het selectievakje [Gebruik POP-authenticatie voor verzending] in.
Als u APOP-verificatie wilt gebruiken om bij de verificatie het wachtwoord te coderen, schakel dan ook het selectievakje [Gebruik APOP-authenticatie] in.
Bij gebruik van SMTP-verificatie
Schakel het selectievakje [Gebruik SMTP-authenticatie (SMTP AUTH)] in en voer de gebruikersnaam in die wordt gebruikt voor SMTP-verificatie met single-byte alfanumerieke tekens.
Gebruik single-byte alfanumerieke tekens. Om een wachtwoord in te stellen dat wordt gebruikt voor SMTP-verificatie schakelt u het selectievakje [Wachtwoord instellen/wijzigen] in en voert u het wachtwoord in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
Communicatie met de e-mailserver coderen
Schakel de selectievakjes [TLS gebruiken voor SMTP TX] en/of [Gebruik TLS voor POP] in.
Selecteer of een certificaat voor TLS-versleutelde communicatie moet worden geverifieerd en of er een algemene naam (Common Name = CN) aan de verificatie-items moet worden toegevoegd.
6
Klik op [OK].
Als u op [SMTP-verbinding controleren] of [POP-verbinding controleren] klikt, kunt u de verbinding met de SMTP- of POP3-server controleren met behulp van de huidige instellingen.
7
Start de machine opnieuw op. Herstarten van de machine
De instellingen worden toegepast.
98R5-056