De netwerkstatus en instellingen controleren
U kunt een verbindingstest met apparaten in het netwerk uitvoeren om te controleer of het apparaat correct is verbonden met het netwerk.
Het IP-adres van het apparaat en de MAC-adresgegevens zijn vereist voor gebruik van UI op afstand en voor de configuratie van de firewallinstellingen. Controleer de huidige instellingen.
|
|
Het apparaat aansluiten op een switching hub kan bijvoorbeeld verbinding met het netwerk verhinderen, ook als het IP-adres juist is geconfigureerd. In dat geval moet u een wachttijd instellen tot het apparaat begint te communiceren, en het opnieuw proberen. [Wachttijd voor verbinding bij opstart]
|
Controleren of het apparaat verbinding kan maken met netwerkapparatuur
In de met het netwerk verbonden webbrowser van de computer voert u het IPv4- of IPv6-adres van het apparaat in. Als het inlogscherm met UI op afstand verschijnt, wordt het apparaat goed met het netwerk verbonden.
De UI op afstand starten
Als u een IPv4-adres gebruikt, kunt u de volgende procedure gebruiken om vanaf het bedieningspaneel een ping-opdracht te verzenden om te controleren of het apparaat verbinding kan maken met een netwerkapparaat.
Hiervoor zijn beheerdersrechten vereist.
|
Vereiste voorbereidingen
|
|
Zorg dat u het IPv4-adres van een apparaat in het netwerk waarmee u verbinding wilt maken, bij de hand hebt.
|
1
Druk op het bedieningspaneel op [Menu] in het scherm [Start].
Scherm [Start]
2
Druk op [Voorkeuren]

[Netwerk]

[TCP/IP-instellingen]

[IPv4-instellingen]

[PING-opdracht].
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de ID en pincode van de systeembeheerder in en drukt u op

.
Aanmelden bij het apparaat
3
Voer het IPv4-adres van een netwerkapparaat in en druk op [Toepassen].
Als het apparaat juist is aangesloten op het netwerk, verschijnt [Respons ontvangen van host.].
Het IP-adres van het apparaat bekijken
U kunt de instelling van het IP-adres voor het apparaat bekijken, zoals het IPv4-adres en het IPv6-adres.
1
Druk op

op het bedieningspaneel.
Het scherm [Statusmonitor] wordt weergegeven.
2
Druk op [Netwerkinformatie]

[IPv4] of [IPv6].
3
Selecteer het onderdeel dat u wilt bekijken.
De instellingen van het geselecteerde onderdeel worden weergegeven.
Het MAC-adres van het bedraad LAN bekijken
U kunt het voor het apparaat ingestelde MAC-adres bekijken, als het apparaat is aangesloten op het bedraad LAN.
1
Druk op het bedieningspaneel op [Menu] in het scherm [Start].
Scherm [Start]
2
Druk op [Voorkeuren]

[Netwerk]

[Instellingen Ethernet-stuurprogramma].
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de ID en pincode van de systeembeheerder in en drukt u op

.
Aanmelden bij het apparaat
3
Bekijk het MAC-adres.
Het MAC-adres en verbindingsinformatie van het draadloos LAN bekijken
Naast het MAC-adres en verbindingsinformatie van het draadloos LAN (als het apparaat is aangesloten op het draadloos LAN) kunt u ook de beveiligingsinstellingen bekijken.
1
Druk op het bedieningspaneel op [Draadl. LAN ingest.] in het scherm [Start].
Scherm [Start]
Het scherm [Selecteer netwerk] wordt weergegeven.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de ID en pincode van de systeembeheerder in en drukt u op

.
Aanmelden bij het apparaat
2
Druk op [Verbindingsinstellingen]

[Verbindingsinfo].
3
Selecteer het onderdeel dat u wilt bekijken.
De instellingen van het geselecteerde onderdeel worden weergegeven.
|
|
Informatie bekijken met het scherm [Statusmonitor]
U kunt ook de draadloos LAN-status en foutinformatie bekijken met de volgende procedure:
 op het bedieningspaneel  [Netwerkinformatie]  [Netwerkverbindingsmethode]  [Verb. info].
|
|