[Instellingen authenticatie/wachtwoord]

Geef de instellingen voor de verificatiefunctie van de machine op.
* Waarden in rode tekst zijn de standaardinstellingen voor ieder onderdeel.

[Instellingen authenticatiefunctie]

[Menu] [Beheerinstellingen] [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen authenticatie/wachtwoord]
Geef de instellingen op voor verhoogde beveiliging met behulp van de authenticatiefuncties.
[Blokkeringsinstellingen]
[Menu] [Beheerinstellingen] [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen authenticatie/wachtwoord] [Instellingen authenticatiefunctie]
Geef op of u wilt overschakelen naar een status waarin aanmelden niet is toegestaan (vergrendeling) voor een ingestelde periode als de verificatie mislukt.
Als u vergrendeling gebruikt, kunt u ook opgeven hoe vaak achter elkaar de verificatie kan mislukken voordat de vergrendeling in werking treedt in [Blokkeringsdrempel], en de lengte van de vergrendelingsperiode in [Blokkeringsperiode].
* Dit geldt niet voor Afdelings-id authenticatie.
[Blokkering inschakelen]
[Uit]
[Aan]
[Blokkeringsdrempel]*1
1 t/m 10 (keer)
[Blokkeringsperiode]*1
1 t/m 60 (min.)
*1 Verschijnt niet of is niet beschikbaar bij sommige modellen, geïnstalleerde opties en andere instellingen.
98R5-0C1