SLP-communicatie configureren
Als u het apparaat in een omgeving gebruikt die Service Location Protocol (SLP) gebruikt met communicatiesoftware, kies dan de SLP communicatie-instellingen, naar behoefte.
* Raadpleeg de handleiding van de software om te bepalen welke instellingen moeten worden gekozen.
Configureer deze instellingen met behulp van UI op afstand vanaf een computer. U kunt de instellingen niet configureren via het bedieningspaneel.
Beheerdersrechten zijn vereist. De machine moet opnieuw worden opgestart om de geïmporteerde instellingen toe te passen.
|
Vereiste voorbereidingen
|
|
Houd het poortnummer dat wordt gebruikt voor SLP-communicatie met de software bij de hand.
Controleer het aantal routers die de SLP-communicatiepakketten doorkruisen.
|
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand.
De UI op afstand starten
2
Klik op de Portal-pagina van UI op afstand op [Instellingen/registratie].
Portalpagina van UI op afstand
3
Klik op [Netwerkinstellingen]

[Instellingen Multicast Discovery]

[Bewerken].
Het scherm [Instellingen Multicast Discovery bewerken] wordt weergegeven.
4
Schakel het selectievakje [Reageren op Discovery] in, voer de bereiknaam in en klik op [OK].
Voor de bereiknaam voert u de naam van het bereik in waartoe het apparaat behoort. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
5
Klik op [Netwerkinstellingen]

[Meldingsinstellingen sluimermodus]

[Bewerken].
Het scherm [Meldingsinstellingen sluimermodus bewerken] wordt weergegeven.
6
Schakel het selectievakje [Melden] in.
Een melding van de vermogensstatus van het apparaat wordt verzonden naar de software. Dit helpt onnodige communicatie tijdens de slaapstand, en stroomverbruik te verminderen.
7
Slaapstandmeldingen configureren
[Poortnummer]
Voer het poortnummer voor SLP communicatie in met de software.
[Aantal te passeren routers]
Voer het maximumaantal routers in die de SLP-communicatiepakketten kunnen doorkruisen.
[Meldingsinterval]
Voer het interval in waarin meldingen worden verzonden over de vermogensstatus van het apparaat.
8
Klik op [OK].
9
Start de machine opnieuw op.
Herstarten van de machine
De instellingen worden toegepast.