Netwerk instellen

Om het apparaat van de machine vanaf een computer te bedienen of om verbinding te maken met een server, moet u het apparaat op een netwerk aansluiten.
Gebruik de onderstaande procedure om het apparaat te verbinden met een netwerk en de instellingen van het apparaat te configureren volgens de netwerkomgeving.
Voor het instellen van het netwerk zijn beheerdersrechten vereist. 
ID en pincode van de systeembeheerder zijn mogelijk standaard ingesteld. ID en pincode van de systeembeheerder
Als u het apparaat zonder doeltreffende beveiligingsmaatregelen verbindt met een netwerk, kan er informatie uit het apparaat naar derden lekken. Het netwerk beschermen

Voorbereiden om het netwerk te installeren

Voorzie een Ethernetkabel en router naar de gebruiksomgeving van het apparaat.
Controleer de informatie van de netwerkomgeving zoals door het apparaat gebruikt en de vereiste netwerkinstellingen. Neem voor meer informatie contact op met de netwerkbeheerder.
Controleer of de computer en router die in het netwerk moeten worden gebruikt, goed zijn verbonden, en voltooi de netwerkinstellingen. Voor details over de verbindingsmethode raadpleegt u de handleidingen van de apparaten of neemt u contact op met de fabrikant.

Procedure voor de netwerkinstellingen

Stap 1
Kies of u een bedraad of draadloos LAN wilt gebruiken en maak verbinding met het netwerk.
Verbinding maken met een bedraad LAN
Verbinding maken met een draadloos LAN
Stap 2
Stel het IP-adres in.
Wanneer het apparaat verbinding maakt met een bedraad of draadloos LAN, wordt standaard een IP-adres verkregen en ingesteld op het apparaat.
Als u een specifiek IP-adres wilt gebruiken, moet u het handmatig instellen.
IPv4-adressen instellen
Een IPv6-adres instellen
* Als u een IP-adres handmatig gaat instellen, kunt u het bedieningspaneel niet gebruiken om sommige IPv6-adresinstellingen te configureren. Het wordt aanbevolen om het bedieningspaneel te gebruiken om het IPv4-adres in te stellen en vervolgens UI op afstand te gebruiken om het IPv6-adres in te stellen.
Stap 3
Kies de instellingen van het apparaat aan de hand van de netwerkomgeving, naar behoefte.
* Voor sommige instellingen kunt u het bedieningspaneel niet gebruiken. U wordt aangeraden om de instellingen te configureren met behulp van UI op afstand in stap 3

Controles na het kiezen van de netwerkinstellingen

Controleer of het apparaat goed is verbonden met het netwerk.
Controleer het IP-adres en MAC-adres van het apparaat en andere informatie voor zover nodig.
De netwerkstatus en instellingen controleren
98R5-01A