SNMP configureren

SNMP (Simple Network Management Protocol) is een protocol voor het bewaken en aansturen van communicatieapparaten in een netwerk door een MIB (Management Information Base) te openen. Kies deze instellingen naargelang het gebruiksdoel en omgeving van het apparaat.
Het apparaat ondersteunt SNMPv1 en SNMPv3. U kunt beiden ook tegelijkertijd gebruiken. Trap-meldingen worden niet ondersteund.
Als er SNMP-beheersoftware is geïnstalleerd in het netwerk, kunt u het apparaat extern vanaf die computer configureren, bewaken en bedienen. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de software die u gebruikt.
SNMPv1
SNMPv1 definieert het communicatiebereik met behulp van informatie genaamd 'communitynaam'. Terwijl de communitynaam in leesbare tekst naar het netwerk wordt verzonden, is de beveiliging van het netwerk kwetsbaar. Voor een goede netwerkbeveiliging schakelt u SNMPv1 uit en gebruikt u SNMPv3. Zonder SNMPv1 kunt u sommige functies niet gebruiken, zoals informatie van het apparaat verkrijgen met behulp van het printerstuurprogramma.
SNMPv3
SNMPv3 communiceert met behulp van gebruikersinformatie voor SNMPv3. Met behulp van dit protocol kunt u de verificatie en versleuteling in de gebruikersinformatie configureren om communicatieapparaten op het netwerk te bewaken en te bedienen met behulp van een betrouwbaar beveiligingssysteem.
In deze sectie leert u hoe u met UI op afstand vanaf een computer de instellingen kiest.
Selecteer op het bedieningspaneel [Menu] in het scherm [Start] en selecteer [Voorkeuren] om de instellingen te configureren. U kunt het bedieningspaneel echter uitsluitend gebruiken om SNMPv1 en SNMPv3 in of uit te schakelen. [SNMP-instellingen]
Beheerdersrechten zijn vereist. De machine moet opnieuw worden opgestart om de geïmporteerde instellingen toe te passen.
Vereiste voorbereidingen
Om SNMPv3 te configureren, moet u TLS inschakelen. TLS gebruiken
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand. De UI op afstand starten
2
Klik op de Portal-pagina van UI op afstand op [Instellingen/registratie]. Portalpagina van UI op afstand
3
Klik op [Netwerkinstellingen] [SNMP-instellingen] [Bewerken].
Het scherm [SNMP-instellingen bewerken] wordt weergegeven.
4
In [SNMPv1-instellingen] stelt u SNMPv1 in.
SNMPv1 inschakelen
SNMPv1 uitschakelen
Schakel het selectievakje [Gebruik SNMPv1] uit.
5
In [SNMPv3-instellingen] configureert u SNMPv3.
SNMPv3 inschakelen
SNMPv3 uitschakelen
Schakel het selectievakje [Gebruik SNMPv3] uit.
6
In [Instellingen Printerbeheerinformatie verkrijgen] selecteert u of de printerbeheerinformatie moet worden verkregen.
Om regelmatig printerbeheerinformatie van het apparaat te verkrijgen zoals protocollen en poorten, schakelt u het selectievakje [Printerbeheerinformatie verkrijgen van host] in.
7
Klik op [OK].
8
Start de machine opnieuw op. Herstarten van de machine
De instellingen worden toegepast.
Het poortnummer wijzigen
Om het poortnummer van de SNMP-server te wijzigen raadpleegt u het volgende:
Het poortnummer wijzigen
98R5-022