U moet zich aanmelden als een beheerder om aangepaste papiertypen te registreren of de instellingen van geregistreerde aangepaste papiertypen te wijzigen. Aanmelden bij de machine Wanneer u gebruikerspapier registreert, kunt u de papierbron niet opgeven. Voor meer informatie over het registreren van de papierbron raadpleegt u Het papierformaat en -type voor de papierlade opgeven. U kunt de informatie voor opgeslagen typen gebruikerspapier importeren/exporteren en deze delen met een andere Canon-machine. De instellingen afzonderlijk importeren/exporteren |
Wanneer u de instellingen voor het type gebruikerspapier opslaat, zorg dan dat u de naam wijzigt. U kunt de instellingen van standaard papiertypen in de machine niet wijzigen. |
Als u een waarde invoert die afwijkt van het werkelijke gewicht van het geplaatste papier, kunnen papierstoringen optreden en kan de kwaliteit van de afbeelding worden beïnvloed. |
Als u een formaat selecteert dat niet overeenkomt met het werkelijke formaat van het papier, kunnen er papierstoringen optreden en kan de kwaliteit van de kopie of afdruk worden beïnvloed. |
Wanneer u ervoor kiest een envelop met aangepast formaat te registreren, kunt u de kleppositie opgeven. |
Als u een type afwerking selecteert dat afwijkt van het type van het geplaatste papier, kunnen papierstoringen optreden en kan de kwaliteit van de afbeelding worden beïnvloed. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. |
Als u een papiertype selecteert dat afwijkt van het type van het geplaatste papier, kunnen papierstoringen optreden en kan de kwaliteit van de afbeelding worden beïnvloed. |
Als u een kleur selecteert die afwijkt van de kleur van het geplaatste papier, kunnen papierstoringen optreden en kan de kwaliteit van de afbeelding worden beïnvloed. |
Als u deze informatie verkeerd opgeeft, kunnen er papierstoringen optreden en kan de kwaliteit van de kopie of afdruk worden beïnvloed. |
Voor meer informatie over kruip (verplaatsing) raadpleegt u Boekjes maken (Boekje kopiëren). De waarde die u hier instelt, wordt de standaardcorrectiebreedte wanneer het geselecteerde papiertype wordt gebruikt voor rugnieten met automatische Aanpassen kruip (verplaatsing) correctie. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Volg onderstaande richtlijnen om aanpassingen uit te voeren. <-5> tot <-1>: Selecteer dit op het moment dat de vochtigheid te laag wordt (door factoren zoals de weersomstandigheden en de eigenschappen van het papier) op de plek waar de lucht uit de waaier terechtkomt en hierdoor afbeeldingen met een hoge dichtheid niet gelijkmatig afgedrukt worden of het krullen van het afgedrukte papier toegenomen is. <0>: De standaardinstelling. <1> tot <5>: Selecteer dit als het papier regelmatig vastloopt of als de machine in een omgeving met een hoge temperatuur en hoge luchtvochtigheid wordt gebruikt. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Verhoog de instellingswaarde om scheef beeld te corrigeren. Verlaag de instellingswaarde om papierkreukels, lusvormingsmarkeringen of omkrullen op de invoerrand/achterrand van het papier te verminderen. |
Als de totale hoeveelheid toner wordt gereduceerd, kan dit afhankelijk van het type papier gevolgen hebben voor de densiteit, kleur en glans van de afdruk. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als u ook niet tevreden bent nadat u op <-> hebt gedrukt, drukt u op <+>. Als het probleem blijft optreden nadat u de waarde hebt gewijzigd in zowel de richting <-> en <+>, past u de waarde aan in <Sec. overdr.spanning aanpassen>. De situatie kan worden verbeterd door de waarde voor de secundaire overdrachtsspanning aan te passen in de richting <->. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als u ook niet tevreden bent nadat u op <+> hebt gedrukt, drukt u op <->. Als na het aanpassen van de waarde in zowel de richting <-> als de richting <+> de situatie niet is verbeterd, kunt u proberen om de secundaire overdrachtsspanning aan te passen. De situatie kan worden verbeterd door de waarde voor secundaire overdrachtsspanning aan te passen in de richting <->. Het abrupt wijzigen van de waarde van de secundaire overdrachtsspanning heeft een grote invloed op de kwaliteit van de afdruk of kopie. Controleer het uitvoerresultaat terwijl u de waarde aanpast. |
Als de waarde in deze modus wordt verhoogd, kan er afhankelijk van het papier een papierstoring optreden. Als de waarde wordt verlaagd, kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van de afbeelding of hecht de toner mogelijk niet goed aan de afbeelding. Zorg dat u de waarde in kleine stappen aanpast. Als u dat niet doet, kunnen er bepaalde problemen optreden. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Het wijzigen van deze modus kan effect hebben op de mate waarin het papier krult. Wijzig indien nodig de instelling <Krulcorrectieniveau>. Druk op <+> om de glans te verhogen en op <-> om de glans te verlagen. Druk op <+> om het fijne zwart te verbeteren en de kleine, witte korrels op het zwarte, afgedrukte gedeelte te wissen. De waarden voor <Glans> en <Fijn zwart> staan rechtstreeks met elkaar in verband. U kunt de instelling Fijn zwart niet aanpassen voor de volgende papiertypen: Transparanten/calqueerpapier/doorschijnende folie Gecoat Velijn Het afstellen kan door de papierkenmerken het tegenovergestelde resultaat opleveren. Controleer het uitvoerresultaat terwijl u de waarde aanpast. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als zowel de rugnietpositie als de vouwpositie afwijken van het midden van het papier, dan past u eerst de vouwpositie aan in overeenstemming met de rugnietpositie in <Positie Rugnietvouw aanpassen>, en past u vervolgens de rugnietpositie en vouwpositie aan in <Wijzig Vouw-/Nietpositie>. Met <Positie Rugnietvouw aanpassen> kunt u alleen de vouwpositie aanpassen, en met <Wijzig Vouw-/Nietpositie> kunt u zowel de rugnietpositie als de vouwpositie aanpassen. Zie Positie Rugnietvouw aanpassen voor informatie over het aanpassen van de vouwpositie van het papier. Volg onderstaande richtlijnen om aanpassingen uit te voeren. Als u de rugnietpositie naar rechts wilt verplaatsen (als het papier voor u ligt), verhoogt u de ingestelde waarde. Als u de rugnietpositie naar links wilt verplaatsen (als het papier voor u ligt), verlaagt u de ingestelde waarde. Als u <Adjust by Measuring Output Paper> wilt uitvoeren, zie dan de instructies volgend op stap 2 in De vouw- en nietpositie van rugnietjes aanpassen. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als zowel de rugnietpositie als de vouwpositie afwijken van het midden van het papier, dan past u eerst de vouwpositie aan in overeenstemming met de rugnietpositie in <Positie Rugnietvouw aanpassen>, en past u vervolgens de rugnietpositie en vouwpositie aan in <Wijzig Vouw-/Nietpositie>. Met <Positie Rugnietvouw aanpassen> kunt u alleen de vouwpositie aanpassen, en met <Wijzig Vouw-/Nietpositie> kunt u zowel de rugnietpositie als de vouwpositie aanpassen. Zie Wijzig Vouw-/Nietpositie voor informatie over het aanpassen van de vouwpositie van het papier. Volg onderstaande richtlijnen om aanpassingen uit te voeren. Als u de vouwpositie naar rechts wilt verplaatsen (alsof het papier voor u ligt), verhoogt u de ingestelde waarde. Als u de vouwpositie naar links wilt verplaatsen (alsof het papier voor u ligt), verlaagt u de ingestelde waarde. Als u <Adjust by Measuring Output Paper> wilt uitvoeren, zie dan de instructies volgend op stap 2 in De vouw- en nietpositie van rugnietjes aanpassen. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Volg onderstaande richtlijnen om aanpassingen uit te voeren. Als u de positie van de vouw naar links wilt verplaatsen, verhoogt u de ingestelde waarde. Als u de positie van de vouw naar rechts wilt verplaatsen, verlaagt u de ingestelde waarde. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Volg onderstaande richtlijnen om aanpassingen uit te voeren. Als u de positie van de ponsgaten naar beneden richting de onderrand wilt verplaatsen, verhoogt u de ingestelde waarde. Als u de positie van de ponsgaten naar boven richting de bovenrand wilt verplaatsen, verlaagt u de ingestelde waarde. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als het hele beeld in plaats van alleen de voorrand vager of verstoord wordt, wijzigt u <Sec. overdr.spanning aanpassen>. Het aanpassen van <Adjust Lead Edge Secondary Transfer Voltage> kan de instellingen van <Corrigeer achterrand tonertoepass.> en <Aanpassen beeldpositie> beïnvloeden. Wijzig indien nodig deze instellingen. Volg onderstaande richtlijnen om aanpassingen uit te voeren. <Correctieniveau>: Als u dit in positieve richting verhoogt, verhoogt u het effect op afbeeldingsproblemen aan de achterrand. Als u de waarde te veel verhoogt, kan er toner ontbreken in gebieden met een hoge dichtheid. <Correctie hoeveelh.>: Als u dit in positieve richting verhoogt, neemt de afstand vanaf waar de controle wordt uitgevoerd toe vanaf de achterrand van het papier in de richting van de invoerrand van het papier, gezien vanuit de achterrand van het papier. De afstand neemt toe in stappen van 1 mm. Als het uitvoeren van een aanpassing het probleem niet verbetert, past u <Sec. overdr.spanning aanpassen> of <Pas voorrand sec. trans. volt. aan.> aan. In dit geval kan het verlagen van de secundaire overdrachtsspanning van de huidige waarde effect hebben. De aanpassing moet echter geleidelijk worden uitgevoerd, omdat dit het beeld kan beïnvloeden. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als u ook niet tevreden bent nadat u op <+> hebt gedrukt, drukt u op <->. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als u deze functie instelt op <Uit> kunt u de verkeerd uitgelijnde afbeelding zoals hieronder beschreven wellicht aanpassen. Wanneer u voorbedrukt papier, papier met randen of kleurenpapier gebruikt, wordt de afgedrukte afbeelding niet uitgelijnd met de linkerrand of wijkt de beeldpositie, afhankelijk van het type papier, enorm af. Wanneer u dik papier gebruikt, wordt de afgedrukte afbeelding scheef of vervormd als een trapezoïde. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als er variatie is in de dichtheid van zwarte beeldgebieden, kan het probleem worden verholpen door de primaire overdrachtsspanning voor zwart te verhogen. Vermijd waar mogelijk het wijzigen van de primaire overdrachtsspanning voor geel, magenta en cyaan, omdat dit kleurvariatie kan veroorzaken. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Pas de ventilator herhaaldelijk aan wanneer het papier waarvan de lengte tot de parallelle rand van de invoerrichting minder dan 200 mm in de papiertransportband is vastgelopen vóór fixatie. Stel in op +1 wanneer normaal papier of dun papier wordt gebruikt. Stel in op -1 wanneer de temperatuur/vochtigheid hoog is en zwaar papier wordt gebruikt. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Afhankelijk van het papiertype dat u gebruikt, kan de invoer van meerdere vellen mogelijk niet worden herkend. Als u <Auto> selecteert, wordt de herkenning van de invoer van meerdere vellen automatisch uitgeschakeld volgens mediavormen. |
Als u de vezelrichting verkeerd instelt, kunnen papierstoringen optreden en kan de kwaliteit van de afbeelding negatief worden beïnvloed. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Onderstaand treft u een uitleg van deze items aan: <Verticaal>: Selecteer dit als u papier gebruikt met een vezelrichting die haaks op de invoerrichting staat. <Evenw.>: Selecteer dit als u papier gebruikt met een vezelrichting die evenwijdig loopt aan de invoerrichting. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Als het hele beeld in plaats van alleen de voorrand vager of verstoord wordt, wijzigt u <Sec. overdr.spanning aanpassen>. Het aanpassen van <Sec. overdr.spanning aanpassen> kan de instellingen van <Corrigeer achterrand tonertoepass.> en <Aanpassen beeldpositie> beïnvloeden. Wijzig indien nodig deze instellingen. Volg onderstaande richtlijnen om aanpassingen uit te voeren. <Aanpassingsniveau>: Als u dit in positieve richting verhoogt, verhoogt u het effect op afbeeldingsproblemen aan de voorrand. Als u de waarde te veel verhoogt, kan er toner ontbreken in gebieden met een hoge dichtheid. <Aanp.bereik>: Als u dit in positieve richting verhoogt, neemt de afstand vanaf waar de controle wordt uitgevoerd toe vanaf de invoerrand van het papier. De afstand neemt toe in stappen van +1 mm. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Deze modus kan invloed hebben op de invoer van papier. Omdat het verhogen van de waarde kan resulteren in een hogere kans op papierstoringen, wordt aanbevolen de waarde in kleine stappen aan te passen. |
Het type gebruikerspapier met <Aan> ingesteld voor <Gebruiken als sjabloonpapier> wordt niet automatisch geselecteerd in de volgende situaties. Wanneer het papiertype voor afdrukken is ingesteld op <Auto> Als <Auto. selectie papierbron> is ingesteld op <Aan> en <Geef papiertype aan> is ingesteld op <Uit> bij het kopiëren |
Methoden voor het plaatsen van papier als <Gebruiken als sjabloonpapier> is ingesteld op <Aan>: Papierlade van de hoofdeenheid: de zijde met een logo omlaag Andere papierbron dan de papierlade van de hoofdeenheid: de zijde met een logo omhoog |
Als u <Diep> opgeeft, kan de afdruksnelheid lager zijn dan normaal. |
Andere gebruikers dan de beheerders mogen de instellingen niet wijzigen. Neem voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen contact op met uw dealer of verkoper. Deze instelling wordt alleen weergegeven wanneer u <Prioriteit Beeldkwaliteit> in <Andere aanpassingsmodus fixeertemperatuur> hebt geselecteerd. |