Instellen van het IPv4 adres van de sublijn
Geef het IPv4-adres op dat moet worden gebruikt voor de sublijn.
|
Alleen IPv4-adressen kunnen worden gebruikt met de sublijn. |
Een IP-adres instellen
1
Druk op
(Instellingen/Registratie).
2
Druk op <Voorkeuren>
<Netwerk>
<Instellingen sublijn>.
3
Druk op <Instellingen IP-adres> en stel het IP-adres van de sublijn in.
U kunt ook zowel automatische toewijzing als handmatige invoer instellen. Als u beide instelt en ook <Release Address Last Acquired from DHCP Server When Address Cannot Be Acquired> op <Uit>, wordt het handmatig ingevoerde IP-adres gebruikt wanneer automatisch ophalen van het IP-adres is mislukt.
Het IP-adres automatisch toewijzen met DHCP
Druk op <DHCP>. Stel dit item in overeenstemming met uw netwerkomgeving in.
Als <DHCP> is geselecteerd, wordt communicatie uitgevoerd om te controleren of er netwerkservices worden geleverd, ongeacht of de omgeving DHCP kan gebruiken. Het is raadzaam dit item uit te schakelen als u DHCP niet gebruikt.
Het IP-adres handmatig invoeren
1 | Controleer of <DHCP> is uitgeschakeld. Als het is ingeschakeld, drukt u op de knop om het uit te schakelen. |
2 | Voer het IP-adres, subnet mask en gateway-adres in. Druk op elke knop en voer de vereiste instelling in. Als u verbinding met een ander netwerk maakt via een router, geeft u het gateway-adres op en configureert u tevens <Instellingen voor Statische routing>. Statische routering instellen |
4
Druk op <OK>.
5
Druk op
(Instellingen/Registratie)
<Ja>.