Het logboek voor distributie en ontvangst van apparaatinformatie controleren

Door het distributie- en ontvangstlogboek van de apparaatgegevens te controleren, kunt u controleren of de apparaatgegevens correct zijn gedistribueerd of ontvangen en kunt u de oorzaak van eventuele fouten vaststellen.
Gebruik het bedieningspaneel om de distributie van apparaatinformatie en het ontvangstlogboek te controleren. U kunt met Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer geen controle uitvoeren.
Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u bij de machine aan als beheerder. Inloggen op de machine
2
Druk op het bedieningspaneel op [ Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm. Scherm [Home]
Het scherm [Instellingen/Registratie] wordt weergegeven.
3
Druk op [Beheerinstellingen] [Apparaatbeheer] [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie].
Het scherm [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie] wordt weergegeven.
4
Druk op [Communicatielog].
Het scherm [Communicatielog] wordt weergegeven.
5
Controleer de logboekitems voor distributie en ontvangst.
De distributielogboekitems worden weergegeven voor elke bestemming.
De ontvangstlogboekitems worden weergegeven telkens wanneer de apparaatgegevens worden ontvangen.
U kunt op [Lijst afdrukken] drukken om de logboeklijst af te drukken.
6
Selecteer een logboek waarvan u de details wilt controleren en druk op [Details].
De details van het logboekitem worden weergegeven.
7
Controleer de details van de gedistribueerde of ontvangen apparaatinformatie.
Als [NG] wordt weergegeven voor [Comm.resultaten]
Het distribueren of ontvangen is geannuleerd of er is een fout opgetreden.
Als er een driecijferig nummer (foutcode) voorafgegaan door "#" wordt weergegeven, kunt u de oorzaak en de oplossing controleren aan de hand van de foutcode. Er wordt een foutcode weergegeven (#xxx)
N.B.
De logboeklijst automatisch afdrukken
U kunt op [Rapportinstellingen] drukken op het scherm [Communicatielog] om de instellingen te configureren zodat de logboeklijst automatisch wordt afgedrukt.
Om elke keer af te drukken wanneer het logboek 100 items bereikt, stelt u [Autom. afdrukken (100 verz.)] in op [Aan].
Om op een opgegeven tijd af te drukken, stelt u [Geef afdruktijd aan] in op [Aan] en voert u de tijd in.
Als u de distributielogboekitems en ontvangstlogboekitems apart wilt afdrukken, drukt u op [Type separaat rapport] om deze te selecteren.
E9AC-0LU