LPD, RAW en WSD gebruiken
Selecteer of u een van de onderstaande protocollen op de machine wilt gebruiken bij het afdrukken of scannen van documenten vanaf een computer.
U wordt aangeraden om protocollen die u niet gaat gebruiken, uit te schakelen.
Als u LPD of RAW gebruikt, kunt u de tijd configureren totdat ontvangst van afdrukgegevens wordt geannuleerd.
LPD
Dit protocol is niet afhankelijk van de hardware, het besturingssysteem, of ander platform. Het wordt meestal gebruikt in TCP/IP-netwerkomgevingen.
RAW
Dit is het afdrukgegevensprotocol van Windows. Het wordt in een Windows-omgeving als standaard gebruikt.
WSD
Dit protocol activeert automatisch detectie van printers en scanners op een netwerk in een Windows-omgeving.
In deze sectie ziet u hoe u de instellingen kunt configureren vanaf een computer met Remote UI (UI op afstand).
Selecteer op het bedieningspaneel [

Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm en selecteer vervolgens [Voorkeuren] om de instellingen te configureren.
[TCP/IP-instellingen]De machtigingen Administrator of NetworkAdmin zijn vereist.
1
Meld u aan Remote UI (UI op afstand) als beheerder.
De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Settings/Registration].
Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
3
Klik op [Network Settings].
4
Configureer de instellingen van LPD, RAW of WSD.
Bij gebruik van LPD

1
Klik op [LPD Print Settings].
Het scherm [LPD Print Settings] wordt weergegeven.
2
Stel in of u LPD wilt gebruiken.
Wanneer u LPD niet gebruikt, schakelt u het selectievakje [Use LPD] uit en gaat u verder met Stap
5.
3
Voer de tijd in [RX Timeout] in.
Voer de tijd in vanaf het begin van "klaar voor ontvangst", nadat ontvangst van gegevens is geannuleerd, tot aan de time-out.
Bij gebruik van RAW

1
Klik op [RAW Print Settings].
Het scherm [RAW Print Settings] wordt weergegeven.
2
Stel in of u RAW wilt gebruiken.
Wanneer u RAW niet gebruikt, schakelt u het selectievakje [Use RAW] uit en gaat u verder met Stap
5.
3
Stel in of bidirectionele communicatie moet worden gebruikt.
Schakel het selectievakje [Use Bidirectional Communication] in om meldingen over de status van de machine en wanneer het afdrukken is voltooid naar de computer te sturen.
4
Voer de tijd in [RX Timeout] in.
Voer de tijd in vanaf het begin van "klaar voor ontvangst", nadat ontvangst van gegevens is geannuleerd, tot aan de time-out.
Bij gebruik van WSD

1
Klik op [WSD Settings].
Het scherm [WSD Settings] wordt weergegeven.
2
Stel in of u WSD voor iedere functie wilt gebruiken.
Als u WSD niet gebruikt, schakelt u de selectievakjes van de functies voor het beperken van het gebruik van WSD uit.
WSD gebruiken om gegevens af te drukken
Schakel het selectievakje [Use WSD] in.
Het selectievakje [Use WSD Browsing] wordt automatisch geselecteerd en WSD wordt gebruikt om de apparaatinformatie van de computer te verkrijgen.
WSD gebruiken om gegevens te scannen
Schakel het selectievakje [Use WSD Scan] in. U kunt scannen vanaf een computer zonder dat u een scannerstuurprogramma hoeft te installeren.
Klik op [OK].
De instellingen worden toegepast.
6
Uitloggen van Remote UI (UI op afstand).
N.B.
Een LPD-bannerpagina uitvoeren
Als u LPD gebruikt, kunt u instellen of bannerpagina's moeten worden uitgevoerd wanneer bannerpagina's zijn geconfigureerd voor de afdrukgegevens.
[Instellingen LPD-afdruk]
*Gebruik het bedieningspaneel om de uitvoerinstellingen van de bannerpagina te configureren. U kunt de instellingen niet vanaf een computer configureren met behulp van Remote UI (UI op afstand).
Een WSD-netwerktoestel toevoegen
Klik op [

] (Start)

[

] (Instellingen)

[Bluetooth en apparaten]

[Printers en scanners]

[Apparaat toevoegen] voor [Een printer of scanner toevoegen]

[Apparaat toevoegen] voor de machine en voer de bewerkingen uit volgens de instructies op het scherm.
Raadpleeg de handleiding van het stuurprogramma op de online handleidingensite voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma via een WSD-netwerk.