Universele afdrukinformatie koppelen aan gebruikers
U kunt gebruikers die geregistreerd zijn op het lokale apparaat koppelen aan gebruikersinformatie die Universal Print gebruikt en die gebruikersinformatie beheren.
*U kunt Universal Print nog steeds gebruiken zonder deze instellingen te configureren.
De gebruikersinformatie configureren (Gebruiker)
Configureer deze instelling met behulp van Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer. U kunt de instellingen niet configureren via het bedieningspaneel.
1
Log in op Remote UI (UI op afstand). De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Settings/Registration]. Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
3
Klik op [User Management] 
[Authentication Management].
[Authentication Management].Het scherm [Change User Information] wordt weergegeven.
4
Configureer de gebruikersinformatie in [Information for Universal Print].
Voer een e-mailadres of telefoonnummer in dat is gekoppeld aan een Microsoft 365-account in [User Name for Universal Print].
5
Klik op [Update].
De instellingen worden toegepast.
6
Uitloggen van Remote UI (UI op afstand).
De gebruikersinformatie configureren (Beheerder)
Configureer deze instelling met behulp van Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer. U kunt de instellingen niet configureren via het bedieningspaneel.
Beheerdersrechten zijn vereist.
Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u aan Remote UI (UI op afstand) als beheerder. De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Settings/Registration]. Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
3
Klik op [User Management] [Authentication Management].
[Authentication Management].Het scherm [User Management] wordt weergegeven.
4
Klik op [Edit] voor de gebruiker van wie u de informatie wilt configureren.
Het scherm [Edit User Information] wordt weergegeven.
Als de gebruiker niet geregistreerd is, klik dan op [Add User] in plaats van [Edit], en geef [Information for Universal Print] op bij het registreren van de nieuwe gebruikersinformatie. Gebruikersinformatie registreren op een lokaal apparaat
5
Geef de gebruikersinformatie op in [Information for Universal Print].
Voer een e-mailadres of telefoonnummer in dat is gekoppeld aan een Microsoft 365-account in [User Name for Universal Print].
6
Klik op [Update].
De instellingen worden toegepast.
7
Uitloggen van Remote UI (UI op afstand).
Batchinstellingen configureren met behulp van een CSV-bestand (Beheerder)
U kunt een CSV-bestand bewerken om gebruikers die geregistreerd zijn op het lokale apparaat te koppelen aan gebruikersinformatie die Universal Print gebruikt.
Configureer deze instelling met behulp van Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer. U kunt de instellingen niet configureren via het bedieningspaneel.
Beheerdersrechten zijn vereist.
Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u aan Remote UI (UI op afstand) als beheerder. De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Settings/Registration]. Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
3
Klik op [User Management] [Authentication Management] [Settings for Universal Print].
[Authentication Management] [Settings for Universal Print].Het scherm [Settings for Universal Print] wordt weergegeven.
4
Klik op [Start Export] en sla het CSV-bestand op een computer op.
Als er geen gebruikersgegevens zijn geregistreerd die zijn gekoppeld aan een Microsoft 365-account, klikt u op [Add Association] om een gebruiker toe te voegen die is gekoppeld aan een Microsoft 365-account en klikt u vervolgens op [Start Export].
5
Het geëxporteerde CSV-bestand bewerken.
Voer in "mcp_uid" de naam in van de gebruiker die op het lokale apparaat is geregistreerd.
Voer in "azureaccount_name" een e-mailadres of telefoonnummer in dat is gekoppeld aan een Microsoft 365-account.
6
Klik op [Import].
Het scherm [Import Associations] wordt weergegeven.
7
Klik in [File Path] op [Kies bestand] om het bewerkte CSV-bestand op te geven.
8
Klik op [Start Import].
Het bestand wordt geïmporteerd.
9
Meld u af bij de Remote UI (UI op afstand), nadat de import is voltooid.