Informatie over gebruikersbeheer configureren op een computer

In de volgende gevallen moet u de informatie voor gebruikersbeheer configureren op elke computer die de machine gebruikt:
Bij gebruik van gebruikersauthenticatie voor afdrukken, scannen of faxen verzenden vanaf een computer Gebruikersauthenticatie gebruiken bij het afdrukken, scannen en verzenden van faxen vanaf een computer
Als Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld op de machine en een van de volgende zaken van toepassing is:
Als bewerkingen van gebruikers met een onbekende Afdelings-ID beperkt zijn Beheer afdelings-ID inschakelen
Als u bewerkingen vanaf een computer wilt opnemen in de gebruiksstatus voor elke Afdelings-ID

Het printer- of faxstuurprogramma configureren

Configureer de informatie voor gebruikersbeheer op het printer- of faxstuurprogramma van de computer die met de machine wordt gebruikt.

Bij gebruik van Windows

Beheerdersrechten zijn vereist op iedere computer.
1
Meld u bij de computer aan met een administrator-account.
2
Klik op [] (Start) [] (Instellingen) [Bluetooth en apparaten] [Printers en scanners].
Het scherm [Printers en scanners] wordt weergegeven.
3
Klik op het stuurprogramma van de machine [Eigenschappen van printer].
Het scherm met eigenschappen van het stuurprogramma verschijnt.
4
Stel op het tabblad [Apparaatinstellingen] de gebruikersbeheergegevens in.
Gebruikersverificatie gebruiken
Afdelings-ID-beheer gebruiken
5
Om te controleren of de ingevoerde informatie over gebruikersbeheer correct is, klikt u op [Verifiëren].
Dit is niet beschikbaar als het apparaat en de computer met elkaar zijn verbonden via een USB- of een WSD-poort.
6
Stel het verificatieproces en toepasbare bereik in, naar behoefte.
De informatie van het gebruikersbeheer bevestigen bij het afdrukken of verzenden van faxen
Schakel de selectievakjes [Verificatiegegevens bevestigen bij afdrukken] en/of [Verificatiegegevens bevestigen bij verzenden van faxen] in.
Zwart-wit afdrukken zonder een Afdelings-ID in te stellen
Schakel het selectievakje [Beheer afdelings-id niet gebruiken bij zwart-witafdrukken] in.
*Als dit selectievakje is ingeschakeld wanneer de machine-instellingen zijn geconfigureerd om het afdrukken vanaf een computer met een onbekende Afdelings-ID te beperken en het afdrukken in zwart-wit met een onbekende Afdelings-ID te verbieden, kan er geen zwart-witafdruk worden uitgevoerd tijdens Afdelings-ID beheer.
Als de machine op de computer is aangesloten via de USB- of WSD-poort
Schakel het selectievakje [Verificatie op apparaat uitvoeren] in.
7
Klik op [OK]  [OK].
De instellingen worden toegepast.

Bij gebruik van macOS

1
Klik op [] [Systeeminstellingen] [Printers en scanners].
Het scherm [Printers en scanners] wordt weergegeven.
2
Selecteer de machine en klik vervolgens op [Opties en toebehoren].
3
Op het tabblad [Opties] selecteert u het selectievakje [Gebruikersverificatie prioriteren] of [Beheer afdelings-id] in en klikt u op [OK].
4
Klik op [Gereed].
5
Configureer de informatie over gebruikersbeheer op het instelscherm van het stuurprogramma.
Telkens wanneer u een fax afdrukt of verzendt, moet u de informatie voor gebruikersbeheer configureren.
Bij gebruik van het printerstuurprogramma
Bij gebruik van het faxstuurprogramma

Het scannerstuurprogramma configureren (Windows)

Configureer de informatie voor gebruikersbeheer op het scannerstuurprogramma van de computer die met de machine wordt gebruikt.
1
Klik op [] (Start) [Alle apps] [Color Network ScanGear 2] [Color Network ScanGear 2 Tool].
Het scherm [Color Network ScanGear 2 Tool] wordt weergegeven.
2
Controleer of de machine wordt weergegeven in [Scanner Information].
Als de machine niet wordt weergegeven in [Scanner Information], klik dan op [Select Scanner] en selecteer de machine.
3
Configureer de gebruikersbeheerinformatie.
Gebruikersverificatie gebruiken
Afdelings-ID-beheer gebruiken
4
Stel indien nodig het authenticatieproces in.
Schakel het selectievakje [Confirm Authentication Information When Scanning] in om de gebruikersbeheergegevens te bevestigen tijdens het scannen.
5
Klik op [OK]  [Exit].
AR44-0H4