[Authentificatiebeheer]

Configureer de instellingen voor het beheren en verifiëren van de gebruikers van de machine.
* Waarden in rode tekst geven de standaardinstellingen voor elk item aan.
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Gebruikers die inloggen kunnen hun eigen wachtwoord wijzigen.
(Maximum van 32 tekens)
N.B.
Gebruikers met beheerdersrechten kunnen hun eigen wachtwoord wijzigen in [Auth.gebr. registreren/bewerken]. [Auth.gebr. registreren/bewerken]
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Gebruikers die inloggen kunnen hun eigen pincode wijzigen.
(Maximum van 7 tekens)
N.B.
Gebruikers met beheerdersrechten kunnen hun pincode wijzigen in [Auth.gebr. registreren/bewerken]. [Auth.gebr. registreren/bewerken]
Als u een pincode instelt terwijl u bent ingelogd met een patroon, schakelt de machine over naar inloggen met pincode.
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Gebruikers die inloggen kunnen hun eigen patroon instellen om in te loggen. Als u al een patroon hebt geregistreerd, kunt u het wijzigen of verwijderen.
[Patroon instellen]
[Patroon wijzigen]*1
[Patroon verwijderen]*1
*1Alleen weergegeven wanneer er al een patroon is geregistreerd.
N.B.
Gebruikers met beheerdersrechten kunnen hun eigen patroon wijzigen in [Auth.gebr. registreren/bewerken]. [Auth.gebr. registreren/bewerken]
Als u een patroon instelt terwijl u bent ingelogd met een pincode, schakelt de machine over naar inloggen met patroon.
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Gebruikers registreren in het lokale apparaat (de machine). Gebruikersinformatie registreren op een lokaal apparaat
[Registreren]
[Gebruikersnaam]
[Weergave naam]
[PIN]
[Patroon]
[Wachtwoord]
[Wachtwoord verloopt nooit]
[Wijzig wachtwoord bij volgende aanmelding]
[Afdelings-ID]
[E-mailadres]
[Rol inst.]
[Details/Bewerken]
[Verwijderen]
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Stel in of de gebruikersauthenticatie moet worden ingeschakeld. Als u de gebruikersauthenticatie inschakelt, kunt u ook instellen welke aanmeldingsmethoden gebruikt moeten worden. De aanmeldingsmethode en het authenticatiesysteem configureren
[Aan], [Uit]
[Verificatie via toetsenbord]
[Aan], [Uit]
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Configureer de instellingen voor het inlogscherm en de authenticatiemethode wanneer u toetsenbordauthenticatie gebruikt.
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Configureer de instellingen voor het weergeven van het aanmeldingsscherm. De weergavemethode voor het aanmeldingsscherm configureren
Als u [Weergeven bij selectie functie] selecteert, kunt u ook de functies opgeven waarvoor aanmelden vereist is.
[Weergeven bij starten app.], [Weergeven bij selectie functie]
[Verificatie nodig voor]
[Functie]: Niet geselecteerd
[Kl.kopie/afdruk]
[Geen (geen verificatie nodig)], [Full colour], [Full colour/2 kleuren], [Full colour/Twee kl./Enkelv. kleur]
[Verificatie is nodig in Instellingen/Registratie voor]*1
[Alle items], [Alleen beheerdersitem]
*1Dit item wordt alleen weergegeven als ACCESS MANAGEMENT SYSTEM is ingeschakeld.
N.B.
Wanneer u deze instellingen wijzigt, kunnen de items in [Beperk toegang taken andere gebr.] worden ingesteld op [Aan]. [Beperk toegang taken andere gebr.]
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Stel in of het gebruik van specifieke functies moet worden beperkt wanneer de gebruikersauthenticatie wordt gebruikt.
[Afdruk stuurprog. zonder invoegtoep. AMS-stuurprog.]
[Beperken], [Niet beperken]
[Scan op afst.]
[Beperken], [Niet beperken]
[Trapsgewijze kopie]*1
[Beperken], [Niet beperken]
*1Wordt alleen weergegeven als uw machine een functie voor trapsgewijze kopie heeft.
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Stel in of u bewerkingen zoals afdrukken of faxen verzenden vanaf een computer wilt beperken wanneer er geen authenticatiegegevens zijn ingesteld.
[Aan], [Uit]
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Wijzig de rechten (rol) die standaard worden toegewezen wanneer een gebruiker wordt geregistreerd. De rechten die u hier opgeeft, worden geselecteerd op het scherm voor het registreren van gebruikers.
[Beheerder], [GeneralUser], [DeviceAdmin], [NetworkAdmin], [PowerUser]*1, [LimitedUser]*1
*1Dit item wordt alleen weergegeven als ACCESS MANAGEMENT SYSTEM is ingeschakeld.
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Stel in of de gebruikersnamen die gebruikt worden voor de gebruikersauthenticatie hoofdlettergevoelig zijn.
[Aan], [Uit]
N.B.
Het wordt aanbevolen om deze instelling samen met de instelling voor het bepalen van de gebruikersnaam voor de afdrukgegevens te configureren. [Id. hfd-/kl. letters vr gebr.naam]
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Gebruikersbeheer] [Authentificatiebeheer]
Stel in of het gebruik van het "@"-symbool in gebruikersnamen moet worden toegestaan.
[Aan], [Uit]
AR44-0W7