[Instellingen voor Systeemdatacommunicatie]

Configureer de te gebruiken DNS- en proxy-instellingen wanneer u specifieke systeemdatacommunicatie via de sublijn uitvoert.
* Waarden in rode tekst geven de standaardinstellingen voor elk item aan.
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk] [Instellingen sublijn] [Instellingen vr Systeemdatacommunic.]
Stel het IP-adres van de DNS-server voor de sublijn in. De DNS-functie van de sublijn instellen
[Primaire DNS server]
[Secundaire DNS server]
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk] [Instellingen sublijn] [Instellingen vr Systeemdatacommunic.]
Stel in of een proxyserver moet worden gebruikt om de sublijn met het netwerk te verbinden. De proxy van de sublijn configureren
Als u een proxyserver gebruikt, stel dan de proxyserverinformatie, het toepasbare bereik en de verificatie-informatie in.
[Gebruik Proxy]
[Aan], [Uit]
[Serveradres]
[Poortnummer]
1 tot 80 tot 65535
[Stel authentificatie in]
[Gebruik proxyverificatie]
[Aan], [Uit]
[Gebruikersnaam]
[Wachtwoord]
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk] [Instellingen sublijn] [Instellingen vr Systeemdatacommunic.]
Stel in of de hoofdlijn of sublijn moet worden gebruikt voor communicatie met de externe bewakingsserver of de distributieserver.
[Hoofdlijn], [Sublijn]
E9AC-0S7