[Instellingen sublijn]

Configureer de sublijninstellingen als u een andere instelling dan [Uit] hebt geselecteerd voor [Sublijn] in [Selecteer interface].
* Waarden in rode tekst geven de standaardinstellingen voor elk item aan.
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk] [Instellingen sublijn]
Stel automatisch of handmatig het IPv4-adres in dat moet worden gebruikt voor de sublijn. Instellen van het IPv4 adres van de sublijn
[DHCP]
Aan, Uit
[IP-adres]: 0.0.0.0
[Subnet mask]: 0.0.0.0
[Gateway adres]: 0.0.0.0
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk] [Instellingen sublijn]
Selecteer of mobiele apparaten op de hoofdlijn of sublijn moeten worden aangesloten wanneer de machine met mobiele apparaten communiceert.
[Hoofdlijn], [Sublijn]
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk] [Instellingen sublijn]
Stel de Ethernet-communicatiemodus voor de sublijn in. De Ethernet-instellingen handmatig configureren
U kunt ook de huidige transmissiesnelheid en het MAC-adres van bedraad LAN controleren. Het MAC-adres van het bekabeld LAN controleren
* Als u [Type Ethernet] instelt op [1000BASE-T], wordt [Communicatiemodus] ingesteld op [Full duplex].
[Automatische detectie]
[Aan], [Uit]
[Communicatiemodus]
[Half duplex], [Full duplex]
[Type Ethernet]
[10BASE-T], [100BASE-TX], [1000BASE-T]
[Huidige verzendsnelheid]
[MAC-adres]
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk]  [Instellingen sublijn]
Configureer de IEEE 802.1X-instellingen die u voor de sublijn wilt gebruiken. IEEE 802.1X gebruiken
[Gebruik IEEE 802.1X]
[Aan], [Uit]
[Inlognaam]
[Authenticatie servercertificaat controler.]
[Aan], [Uit]
[Verificatieservernaam controleren]
[Aan], [Uit]
[Verificatie servernaam]
[Gebruik TLS]
[Aan], [Uit]
[Sleutel en certificaat]
[Als standaardsleutel instellen]
[Certificaat details]
[Versie]
[Serienummer]
[Handtekeningalgoritme]
[Verstr. aan]
[Startdatum geldigheid]
[Einddatum geldigheid]
[Uitgever]
[Publieke sleutel]
[Certificaat duimafdruk]
[Verstrekt aan (Altn. Naam)]
[Contr. certif.]
[Weerg. gebr. locatie]
[Gebruik TTLS]
[Aan], [Uit]
[<TTLS instellingen (TTLS protocol)>]
[MSCHAPv2], [PAP]
[Gebruik PEAP]
[Aan], [Uit]
[Gebruikersnaam]
[Wachtwoord]
[Zelfde gebr.naam als inlognaam]
[Aan], [Uit]
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk] [Instellingen sublijn]
Configureer de sublijninstellingen voor het IP-adresfilter en het MAC-adresfilter.
[ Instellingen/Registratie] [Voorkeuren] [Netwerk] [Instellingen sublijn]
Configureer de te gebruiken DNS- en proxy-instellingen wanneer u specifieke systeemdatacommunicatie via de sublijn uitvoert.
E9AC-0S5