Het bedrijfsgeluid verminderen (stille modus)

In de stille modus maakt het apparaat tijdens gebruik minder geluid.

De stille modus configureren en annuleren

U kunt op het bedieningspaneel instellen dat het apparaat in of uit de stille modus gaat.
Gebruik het bedieningspaneel om de instellingen te configureren. U kunt de instellingen niet vanaf een computer configureren met behulp van Externe UI.
1
Druk op het bedieningspaneel op [Menu] op het scherm [Start]. Scherm [Start]
2
Druk op [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking] [Stille modus]. [Stille modus]
3
Druk op [Aan] of [Uit].
De instellingen worden toegepast.
Als de melding [Indien ingesteld op Aan, zal de afdruksnelheid afnemen. OK?] verschijnt, drukt u op [Ja].

De tijd opgeven

U kunt instellen dat het apparaat op een bepaald tijdstip in of uit de stille modus gaat.
Dit gedeelte beschrijft hoe u configureert met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Configureer op het bedieningspaneel vanuit [Menu] op het scherm [Start] [Voorkeuren]. [Timer-/energie-instellingen]
* Deze instelling is uitsluitend beschikbaar als [Stille modus] is ingesteld op [Uit]. [Stille modus]
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.Externe UI starten
2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie]. Portal-pagina van Externe UI
3
Klik op [Tijdklokinstellingen]  [Bewerken].
Het scherm [Tijdklokinstellingen bewerken] verschijnt.
4
Geef de tijd op.
Instellen dat het apparaat op een bepaald tijdstip in de stille modus gaat
Selecteer [Tijdinstellingen stille modus specifiëren] en voer de tijd in [Begintijd] in.
Wanneer de tijd in de 12-uursnotatie wordt weergegeven, selecteert u na het invoeren van de tijd [AM] of [PM].
Instellen dat het apparaat op een bepaald tijdstip uit de stille modus gaat
Selecteer [Tijdinstellingen stille modus specifiëren] en voer de tijd in [Eindtijd] in.
Wanneer de tijd in de 12-uursnotatie wordt weergegeven, selecteert u na het invoeren van de tijd [AM] of [PM].
5
Klik op [OK].
De instellingen worden toegepast.
6
Uitloggen van Externe UI.
Wanneer het apparaat in de stille modus staat, werkt elke functie langzamer dan normaal.
Het volume van de geluiden die de bewerkingen op het apparaat of de apparaatstatus melden, zoals [Invoersignaal] of [Waarschuwingssignaal], wordt niet verlaagd. Het volume aanpassen
AKFS-03L