Een gedeelde map in het adresboek registreren (Insteltool verzendfunctie)

Gebruik het Insteltool verzendfunctie vanaf een computer om de gedeelde-mapinformatie als sneltoetsen in het adresboek te registreren.
* Sneltoetsen zijn een lijst met doellocaties die u kunt oproepen met behulp van [] in het adresboek of met [Sneltoets] in het scherm [Start].
Adresboekfunctie
Scherm [Start]
Beheerdersrechten zijn vereist. Om de instellingen toe te passen, moet u het apparaat opnieuw opstarten.
Vereiste voorbereidingen
Verbind de computer die u gebruikt om de instellingen te configureren, via een netwerk met het apparaat.
Bereid de volgende informatie voor en houd deze informatie bij de hand.
Pad naar de gedeelde map
Gebruikersnaam en wachtwoord voor toegang tot de gedeelde map (als Beperkte Toegang is ingesteld)
1
Voer in een internetbrowser op een computer de volgende URL in.
http://<IP-adres van dit apparaat>/sendsupport_login.html
Het scherm [Instellingen starten] voor het Insteltool verzendfunctie verschijnt.
Ook kunt u met behulp van het opgehaalde bestand het Insteltool verzendfunctie starten. Het opgehaalde Insteltool verzendfunctie gebruiken
2
Klik op [Start].
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u ID en pincode van de beheerder in, en klikt u op [Inloggen].
3
Klik op [Instellingen voor opslaan in gedeelde map].
Het scherm [Instellingen voor opslaan in gedeelde map] verschijnt.
Als het scherm [Wachtwoord adresboek invoeren] verschijnt, voert u de pincode in, en klikt u op [OK].
4
Voor [Registratie]: selecteer een sneltoetsnummer en voer de naam in die in het adresboek moet verschijnen.
Eerder geregistreerde sneltoetsnummers worden niet weergegeven.
5
Voer de gedeelde-mapinformatie in in [Instellingen voor de bestemming opslaan].
[Computernaam van de bestemming voor opslag]
Voer hier de naam of het IP-adres in van de computer met de gedeelde map.
* Bij gebruik van een DNS server kunt u hier de hostnaam of FQDN invullen in plaats van de computernaam of IP-adres.
[Naam van gedeelde map op computer met opslagbestemming]
Voer het pad naar de gedeelde map in. Gebruik ‘\’ als een scheidingsteken.
Invoervoorbeeld: pad naar de gedeelde map is C:\users\public\share
users\public\share
Als er zich aan het ingevoerde pad geen map bevindt, wordt een map met de ingevoerde naam gemaakt als de gescande gegevens voor de eerste keer worden opgeslagen.
* Maar als er geen bovenliggende map is, of als u geen schrijfmachtiging voor de bovenliggende map hebt, treedt een verzendfout op zonder dat er een map wordt gemaakt.
6
Geef in [Status van instellingen voor gedeelde map] op of Beperkte Toegang wordt ingeschakeld voor de gedeelde map.
Als Beperkte Toegang is ingeschakeld voor de gedeelde map, selecteer dan [Ingesteld], en voer betreffende gebruikersnaam en wachtwoord in voor toegang tot de gedeelde map. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
7
Klik op [Volgende]  [Registreren].
8
Start het apparaat opnieuw op. Start het apparaat opnieuw op
De instellingen worden toegepast.
AKFS-04E