Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen
U kunt het per ongeluk zenden van faxen of gescande gegevens naar de verkeerde bestemming en het lekken van informatie vermijden door gebruikers niet toe te staan bestemmingen in het verzendfunctie-logboek te gebruiken en door bestemmingen te beperken tot degenen die zijn geregistreerd in het adresboek.
|
U kunt bestemmingen voor door de computer verzonden faxen niet beperken.Zelfs wanneer het gebruik van nieuwe bestemmingen of bestemmingen uit het verzendfunctie-logboek is verboden, kunnen gebruikers faxen vanaf een computer (PC-faxen) naar een gewenste bestemming verzenden. Om de beschikbare bestemmingen strikter te beperken, moet u ook het verzenden van faxen vanaf de computer verbieden. Faxen verzenden vanaf een computer verbieden |
Het gebruik van bestemmingen in het verzendlogboek verbieden
Het opgeven van bestemmingen in het verzend-opdrachtlogboek van scan- of faxtaken vermijden.
Dit gedeelte beschrijft hoe u de instellingen configureert met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Op het bedieningspaneel: selecteer [Menu] op het scherm [Start] en selecteer [Functie-instellingen] om de instellingen te configureren.
[Beperk opnieuw verzenden vanuit log]Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.
Externe UI starten2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie].
Portal-pagina van Externe UI3
Klik op [TX-instellingen]
[Algemene instellingen]
[Bewerken].
Het scherm [Algemene instellingen bewerken] verschijnt.
4
In [Algemene instellingen] selecteert u het selectievakje [Beperk opnieuw verzenden vanuit log].
5
Klik op [OK].
De instellingen worden toegepast.
6
Uitloggen van Externe UI.
Uitsluitend naar geregistreerde bestemmingen verzenden
Dit beperkt de beschikbare bestemmingen tot de volgende: Bestemmingen in het adresboek. |
Als deze functie is ingeschakeld, kunnen gebruikers geen bestemming openen met behulp van het cijferblok, of het adresboek registreren of bewerken. Bovendien: het opdrachtlogboek voor verzenden zoals opgenomen voordat deze functie wordt ingeschakeld, wordt verwijderd, waardoor uitsluitend de eerder beschikbare bestemmingen in het opdrachtlogboek voor verzenden overblijven.
Dit gedeelte beschrijft hoe u de instellingen configureert met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Op het bedieningspaneel: selecteer [Menu] op het scherm [Start] en selecteer [Functie-instellingen] om de instellingen te configureren.
[Beperk nieuwe bestemmingen]Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.
Externe UI starten2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie].
Portal-pagina van Externe UI3
Klik op [TX-instellingen]
[Beperk nieuwe bestemmingen]
[Bewerken].
Het scherm [Instellingen voor beperkingen voor nieuwe bestemmingen bewerken] verschijnt.
4
Selecteer het selectievakje [Beperk nieuwe bestemmingen].
5
Klik op [OK].
De instellingen worden toegepast.
6
Uitloggen van Externe UI.