Gebruik van Externe UI beperken
Externe UI is handig om het apparaat vanaf een computer te gebruiken, maar het geeft ook het risico dat derden toegang verkrijgen tot het apparaat.
U kunt instellen dat van gebruikers wordt geëist dat ze bij gebruik van Externe UI een wachtwoord invoeren, om zo onbevoegde toegang door derden te verhinderen.
Als u Externe UI niet gebruikt, wordt aanbevolen de functie uit te schakelen.
Het wachtwoord voor het gebruik van Externe UI instellen Ik wil een wachtwoord instellen voor het gebruik van Externe UI
U kunt het gebruik van Externe UI beperken tot slechts de gebruikers die het wachtwoord voor toegang tot Externe UI kennen.
Dit gedeelte leert u hoe u de instellingen kiest met behulp van het bedieningspaneel.
Als het wachtwoord is ingesteld op het apparaat, kunt u de instellingen ook kiezen met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Het apparaat vanaf een computer beheren (Externe UI) Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Druk op het bedieningspaneel op [Menu] op het scherm [Start].
Scherm [Start]2
Druk op [Beheerinstellingen]
[Instellingen externe UI/update firmware]
[Instellingen externe UI]
[Gebruik wachtwoord].
Het scherm [Gebruik wachtwoord] verschijnt.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u ID en pincode van de systeembeheerder in, en drukt u op [Aanmelden].
Aanmelden bij het apparaat3
Druk op [Aan].
4
Voer het wachtwoord voor Externe UI in en druk op [Toepassen].
5
Voer dit wachtwoord nogmaals in, en druk op [Toepassen].
De instellingen worden toegepast.
|
Als [Beheerinstellingen] van het instellingenmenu is geïnitialiseerdGebruik het instellingen-menu op het bedieningspaneel om dit wachtwoord terug te stellen op de standaardwaarde. [Gebruik wachtwoord] |
De UI op afstand uitschakelen
U kunt Externe UI uitschakelen om het risico van onbevoegde toegang tot het apparaat via het netwerk te verkleinen.
Gebruik het bedieningspaneel om de instellingen te configureren. U kunt de instellingen niet configureren met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Beheerdersrechten zijn vereist. U moet het apparaat opnieuw starten om de instellingen toe te passen.
1
Druk op het bedieningspaneel op [Menu] op het scherm [Start].
Scherm [Start]2
Druk op [Beheerinstellingen]
[Instellingen externe UI/update firmware]
[Instellingen externe UI]
[Externe UI gebruiken].
Het scherm [Externe UI gebruiken] verschijnt.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u ID en pincode van de systeembeheerder in, en drukt u op [Aanmelden].
Aanmelden bij het apparaat3
Druk op [Uit].
4
Start het apparaat opnieuw op.
Start het apparaat opnieuw opDe instellingen worden toegepast.