[TCP/IP-instellingen]

Geef de instellingen op om het apparaat op een TCP/IP netwerk te gebruiken.
* Waarden in rode tekst zijn de standaard instellingen voor ieder onderdeel.
 

[IPv4-instellingen]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef instellingen op om het apparaat in een IPv4 omgeving te gebruiken.
[Instellingen IP-adres]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen] [IPv4-instellingen]
Stel het IPv4 adres in, hetzij automatisch hetzij handmatig. IPv4-adressen instellen
[Automatisch verkrijgen]
[Selecteer protocol]
     [Uit]
     [DHCP]
[Auto IP]
     [Uit]
     [Aan]
 
[Handmatig verkrijgen]*1
[IP-adres]: 0.0.0.0
[Subnetmasker]: 0.0.0.0
[Gatewayadres]: 0.0.0.0
 
[Controleer instellingen]
*1 Verschijnt niet bij sommige modellen en instellingen.
[PING-opdracht]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen] [IPv4-instellingen]
Activeer een ping-opdracht om te controleren of het apparaat verbinding kan maken met apparaten op het netwerk. Controleren of het apparaat verbinding kan maken met netwerkapparatuur
[DNS-instellingen]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen] [IPv4-instellingen]
Kies de DNS-instellingen als u het apparaat gebruikt in een omgeving met een Domain Name System (DNS) geïmplementeerd. DNS configureren
[DNS-serverinstellingen]
[Primaire DNS-server]: 0.0.0.0
[Secundaire DNS-server]: 0.0.0.0
 
[Instellingen DNS-hostnaam/domeinnaam]
[Hostnaam]
[Domeinnaam]
 
[Instellingen DNS Dynamic Update]
[Uit]
[Aan]
[DNS dyn. updt. intrvl.]
0 t/m 24 t/m 48 (uur)
[mDNS-instellingen]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen] [IPv4-instellingen]
Kies de mDNS-instellingen om DNS-functies te gebruiken in een omgeving (zoals Bonjour) waar geen DNS is geïnstalleerd.
[Uit]
 
[Aan]
[mDNS-naam]
[Instellingen DHCP-opties]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen] [IPv4-instellingen]
Kies de instellingen voor gebruik van een DHCP server in een IPv4-omgeving met een Domain Name System (DNS) geïmplementeerd. DNS configureren
[Hostnaam verkrijgen]
[Uit]
[Aan]
 
[DNS dynamische update]
[Uit]
[Aan]
 
[DNS-serveradres verkrijgen]
[Uit]
[Aan]
 
[Domeinnaam verkrijgen]
[Uit]
[Aan]
 
[WINS-serveradres verkrijgen]
[Uit]
[Aan]
 
[SMTP-serveradres verkrijgen]
[Uit]
[Aan]
 
[POP-serveradres verkrijgen]
[Uit]
[Aan]

[IPv6-instellingen]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef instellingen op om het apparaat te gebruiken in een IPv6-omgeving.
U kunt meerdere IPv6-adressen instellen en ze allen gelijktijdig gebruiken. IPv6-adressen instellen
[Gebruik IPv6]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]  [IPv6-instellingen]
Kies of u IPv6 wilt gebruiken.
[Uit]
[Aan]
[Controleer instellingen]
[Instellingen stateless adres]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]  [IPv6-instellingen]
Kies of u een stateless adres wilt gebruiken.
[Uit]
[Aan]
[Controleer instellingen]
[Gebruik DHCPv6]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]  [IPv6-instellingen]
Kies of u een stateful adres wilt gebruiken dat via DHCPv6 wordt verkregen van een DHCP-server.
[Uit]
[Aan]
[Controleer instellingen]
[DNS-instellingen]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]  [IPv6-instellingen]
Kies de DNS-instellingen als u het apparaat gebruikt in een omgeving met een Domain Name System (DNS) geïmplementeerd. DNS configureren
[Instellingen DNS-hostnaam/domeinnaam]
[Uit]
[Hostnaam]
[Domeinnaam]
[Aan]
 
[Instellingen DNS Dynamic Update]
[Uit]
[Aan]
[Registreer handmatig adres]
[Uit]
[Aan]
[Registreer stateful adres]
[Uit]
[Aan]
[Registreer stateless adres]
[Uit]
[Aan]
[DNS dynamisch update-interval]
0 t/m 24 t/m 48 (uur)
[mDNS-instellingen]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]  [IPv6-instellingen]
Kies de mDNS-instellingen om DNS-functies te gebruiken in een omgeving (zoals Bonjour) waar geen DNS is geïnstalleerd.
[Uit]
 
[Aan]
[Gebr IPv4-naam v. mDNS]
[Uit]
[mDNS-naam]
[Aan]
[Instellingen DHCP-opties]
[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]  [IPv6-instellingen]
Kies de instellingen voor gebruik van een DHCP server in een IPv4-omgeving met een Domain Name System (DNS) geïmplementeerd. DNS configureren
[DNS-serveradres verkrijgen]
[Uit]
[Aan]
 
[Domeinnaam verkrijgen]
[Uit]
[Aan]

[WINS-instellingen]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Stel WINS (Windows Internet Name Service) in als u het apparaat in een netwerk gebruikt dat zowel NetBIOS als TCP/IP gebruikt. WINS configureren
[WINS-resolutie]
[Uit]
[Aan]
[WINS-serveradres]: 0.0.0.0

[LPD-instellingen]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef op of het LPD protocol moet worden gebruikt. LPD, RAW, of WSD configureren
Bij gebruik van het LPD protocol kunt u ook de tijd instellen vanaf het begin van ‘klaar voor ontvangst’, nadat ontvangst van gegevens is geannuleerd, tot aan de time-out.
[Instellingen LPD-afdrukken]
[Uit]
[Aan]
[RX-time-out]
1 t/m 5 t/m 60 (min.)

[RAW-instellingen]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef op of het RAW protocol moet worden gebruikt. LPD, RAW, of WSD configureren
Bij gebruik van het RAW protocol kunt u ook de tijd instellen vanaf het begin van ‘klaar voor ontvangst’, nadat ontvangst van gegevens is geannuleerd, tot aan de time-out.
[Instellingen RAW-afdrukken]
[Uit]
[Aan]
[RX-time-out]
1 t/m 5 t/m 60 (min.)

[WSD-instellingen]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef op of het WSD protocol moet worden gebruikt. U kunt deze instelling kiezen voor iedere functie die het WSD protocol gebruikt. LPD, RAW, of WSD configureren
[Instellingen WSD-afdrukken]
[Gebruik WSD-afdrukken]
[Uit]
[Aan]
[Gebruik WSD-bladeren]
[Uit]
[Aan]
[Gebruik Multicast Discovery]
[Uit]
[Aan]
[Instellingen WSD-scannen]
[Gebruik WSD-scannen]
[Uit]
[Aan]
[Gebruik Scan naar computer]
[Uit]
[Aan]

[Instellingen IPP-afdrukken]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef op of IPP (Internet Printing Protocol) moet worden gebruikt. U kunt IPP gebruiken bij het afdrukken en bij het verzenden van faxen met AirPrint. De functies en beveiliging voor AirPrint instellen
Bij gebruik van IPP kunt u ook opgeven of TLS-versleuteling wordt gebruikt voor communicatie.
[Gebruik IPP-afdrukken]
[Uit]
[Aan]
[IPP-afdrukkn alln toestaan bij gebr. TLS]
[Uit]
[Aan]

[Gebruik HTTP]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef op of HTTP moet worden gebruikt. HTTP-communicatie uitschakelen
[Uit]
[Aan]

[Network Link Scan-instellingen]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef op of Network Link Scan moet worden gebruikt. U kunt Network Link Scan gebruiken bij het scannen van documenten met AirPrint. De functies en beveiliging voor AirPrint instellen
Bij gebruik van Network Link Scan kunt u ook opgeven of TLS-versleuteling wordt gebruikt voor communicatie.
* Als u [Network Link Scan gebruiken] instelt op [Aan], is HTTP communicatie ingeschakeld. [Gebruik HTTP]
[Network Link Scan gebruiken]
[Uit]
[Aan]
[Gebruik TLS]
[Uit]
[Aan]

[Instellingen poortnummer]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Geef het poortnummer op voor het protocol dat wordt gebruikt in overeenstemming met de poortnummers voor de computer, server of ander apparaat. Het poortnummer veranderen
[LPD]
1 t/m 515 t/m 65535
 
[RAW]
1 t/m 9100 t/m 65535
 
[WSD Multicast Discovery]
1 t/m 3702 t/m 65535
 
[HTTP]
1 t/m 80 t/m 65535
 
[POP3]
1 t/m 110 t/m 65535
 
[SMTP TX]
1 t/m 25 t/m 65535
 
[SNMP]
1 t/m 161 t/m 65535

[MTU-grootte]

[Menu] [Voorkeuren] [Netwerk] [TCP/IP-instellingen]
Als de communicatie trager verloopt vanwege het formaat van de verzonden pakketten, verander dan hiermee het maximumformaat voor uitgaande pakketten.
[1300]
[1400]
[1500]
AKFS-08F