Vereiste voorbereidingen |
Om SNMPv3 te configureren, moet u TLS inschakelen. TLS gebruiken |
1 | Selecteer het selectievakje [Gebruik SNMPv1]. |
2 | Kies de community. Voor iedere community kunt u Toegangspermissie MIB (toestemming om bij MIB-objecten te lezen / schrijven) instellen. Als u SNMPv1 en SNMPv3 beiden gebruikt, wordt aanbevolen Toegangspermissie MIB in te stellen voor [Alleen lezen]. Als u SNMPv1 instelt op [Lezen/schrijven] (volledige toegang), kunt u vrijwel alle bewerkingen verrichten, en daarom kunt u de betrouwbare beveiligingsmogelijkheden van SNMPv3 niet gebruiken. De communitynaam configureren Selecteer het selectievakje [Gebruik community-naam 1] of [Gebruik community-naam 2], en configureer de communitynaam en Toegangspermissie MIB. Voor de communitynaam gebruikt u single-byte alfanumerieke tekens. Een toegewezen community configureren Een toegewezen community is een vooraf gedefinieerde community voor Canon apparaatbeheersoftware. Om Toegewezen community te gebruiken, activeert u het selectievakje [Gebruik speciale community], en configureert u Toegangspermissie MIB. * Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de software die u gebruikt. |
1 | Selecteer het selectievakje [Gebruik SNMPv3]. |
2 | In [Gebruikersinstellingen 1], [Gebruikersinstellingen 2], of [Gebruikersinstellingen 3] selecteert u het selectievakje [Gebruiker inschakelen]. |
3 | Configureer de gebruiker. [Gebruikersnaam] Voer de gebruikersnaam in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens. [MIB-toegangspermissie] Stel voor iedere opgegeven gebruiker de toestemming in om bij MIB-objecten te lezen / schrijven. Om zowel lezen als schrijven toe te staan, selecteert u [Lezen/schrijven]. [Beveiligingsinstellingen] Selecteer of verificatie en versleuteling moet worden in- of uitgeschakeld. [Authenticatie-algoritme] Als [Authenticatie aan/encryptie aan] of [Authenticatie aan/encryptie uit] is geselecteerd in [Beveiligingsinstellingen], selecteert u het verificatie-algoritme voor de gebruiksomgeving. Om een wachtwoord in te stellen, selecteert u het selectievakje [Wachtwoord instellen/wijzigen], en voert u hetzelfde wachtwoord in bij [Authenticatiewachtwoord] en [Bevestigen]. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens. [Encryptie-algoritme] Als [Authenticatie aan/encryptie aan] is geselecteerd in [Beveiligingsinstellingen], selecteert u het verificatie-algoritme voor de gebruiksomgeving. Om een wachtwoord in te stellen, selecteert u het selectievakje [Wachtwoord instellen/wijzigen], en voert u hetzelfde wachtwoord in bij [Encryptiewachtwoord] en [Bevestigen]. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens. |
Het poortnummer veranderenOm het poortnummer van de SNMP-server te veranderen, raadpleegt u het volgende: Het poortnummer veranderen |