Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden verzonden, dat er gegevens uitlekken en dat er wordt geknoeid
Als u per ongeluk een faxbericht naar de verkeerde bestemming stuurt of een afgedrukt document op de machine laat liggen, bestaat het risico dat er informatie uitlekt. Hoewel het verzenden van een fax vanaf een computer en het gebruik van geheugenmedia gemakkelijk en handig zijn, kunnen deze leiden tot bedieningsfouten en diefstal van informatie. Als u vertrouwelijke documenten beheert, kunnen deze ook blootstaan aan bedreigingen van kwaadwillende derden, zoals onbevoegd kopiëren of geknoei met gescande documenten.
U kunt maatregelen nemen om het per ongeluk verzenden van gegevens, het lekken van informatie en het knoeien met documenten te voorkomen, afhankelijk van de gebruiksstatus van de functie, om een veiliger gebruik van de machine te garanderen.
De verzendbestemming beperken en bevestigen
U kunt de bestemmingen waarnaar gescande gegevens en faxen worden verzonden beperken en een scherm weergeven waarin de gebruiker wordt gevraagd het faxnummer tijdens het verzenden te bevestigen.
Toepasselijk beperkende functies
U kunt de toegang tot een functie geheel of gedeeltelijk beperken wanneer u een fax verzendt of geheugenmedia gebruikt.
Achteloos achtergelaten afgedrukte documenten en informatiediefstal verhinderen
U kunt het afdrukken vanaf een computer beperken of de machine zodanig instellen dat ontvangen faxen niet onmiddellijk worden afgedrukt.
Onbevoegd kopiëren voorkomen
U kunt gebruikersinformatie of een verborgen watermerk in een document laten insluiten bij het afdrukken en kopiëren.
Een digitale handtekening toevoegen en e-mail versleutelen
Het toevoegen van een digitale handtekening aan gescande gegevens kan de auteur van het bestand garanderen en bewijzen dat er niet met het document geknoeid is. U kunt S/MIME instellen om te versleutelen of een digitale handtekening toevoegen aan een e-mail of I-fax.
Zie ook
Voor gebruikers beschikbare maatregelen
Gebruikers kunnen ook veiligheidsmaatregelen nemen bij het gebruik van individuele functies.