Bestanden op USB-geheugenapparaten afdrukken/opslaan
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u bestanden op een USB-geheugenapparaat kunt afdrukken of opslaan.
Zelfs als deze machine niet is aangesloten op een computer of als het printerstuurprogramma niet op de computer is geïnstalleerd, kunt u bestanden nog steeds op een USB-geheugenapparaat opslaan en deze vanaf deze machine afdrukken. U kunt ook documenten die op deze machine zijn gescand, op een USB-geheugenapparaat opslaan. Dit is nuttig wanneer u bestanden overdraagt naar een computer die niet op het netwerk is aangesloten.
BELANGRIJK
Voordat u een USB-geheugenapparaat aansluit, controleert u de juiste oriëntatie ervan. Als u probeert op een USB-geheugenapparaat op een verkeerde manier te plaatsen, kan deze machine of het USB-geheugenapparaat defect raken.
Volg altijd de juiste procedure bij het verwijderen van een USB-geheugenapparaat. Als u dat niet doet, kan deze machine of het USB-geheugenapparaat defect raken.
Deze machine ondersteunt alleen FAT32- of exFAT-USB-geheugenapparaten.
N.B.
Als u een USB-geheugenapparaat wilt gebruiken, geeft u de volgende instellingen op vanaf het bedieningspaneel van deze machine. U dient zich aan te melden als een beheerder om deze instellingen te kunnen opgeven. Als beheerder inloggen
Stel <Geheugenmedia> in (Instellingen/Registratie) <Voorkeuren> <Weergave-instellingen> <Instellingen Weergave opslaglocatie> in op <Aan>.
Stel <Scanfunctie gebruiken> en <Afdrukfunctie gebruiken> in (Instellingen/Registratie) <Functie-instellingen> <Opslaan/Toegang bestanden> <Instellingen geheugenmedia> <Scan/afdrukfunctie gebruiken> in op <Aan>.
Stel (Instellingen/Registratie) <Voorkeuren> <Externe interface> <USB-instellingen> <Gebruik MEAP-stuurpr. v USB-opslagapp.> in op <Uit>.
Steek het USB-geheugenapparaat in de USB-poort op deze machine.
Op het bedieningspaneel van de machine verschijnt een melding dat een USB-geheugenapparaat is aangesloten en een uitwerptoets (). (Het is mogelijk dat deze melding niet verschijnt, afhankelijk van de status van deze machine en de aanmeldingsservice die wordt gebruikt.)
N.B.
Controleer de locatie van de USB-poort omdat deze mogelijk verschilt afhankelijk van uw model.
Als (Instellingen/Registratie) <Functie-instellingen> <Opslaan/Toegang bestanden> <Instellingen geheugenmedia> <Selecteer optie bij aansluiting van geheugenmedia> is ingesteld op <Aan>, worden mogelijk snelkoppelingen voor de beschikbare functies weergegeven wanneer een USB-geheugenapparaat is geplaatst.
Omdat de snelkoppelingen mogelijk niet worden weergegeven afhankelijk van de sluimermodus van de machine, haalt u de machine uit de sluimermodus voordat u een USB-geheugenapparaat plaatst.
Bestanden op een USB-geheugenapparaat afdrukken
1
Op het scherm <Home> drukt u op <Toegang opgeslagen bestanden>.
Als u <Selecteer optie bij aansluiting van geheugenmedia> instelt op <Aan> en een USB-geheugenapparaat plaatst, verschijnt de snelkoppeling <Afdrukken vanaf geheugenmedia>. Druk op <Afdrukken vanaf geheugenmedia> en ga verder naar stap 3. Een USB-geheugenapparaat plaatsen
2
Druk op <Geheugenmedia>.
3
Selecteer het gewenste USB-geheugenapparaat.
4
Selecteer een bestand en druk op <Afdrukken>.
Als u een PDF- of XPS-bestand hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 6.
N.B.
U kunt maximaal zes bestanden tegelijk op één USB-geheugenapparaat selecteren en afdrukken.
Om een geselecteerd bestand te deselecteren, drukt u opnieuw op het betreffende bestand.
Druk op <Wis selectie> om alle geselecteerde bestanden te deselecteren.
5
Selecteer het papier en druk op <OK>.
6
Stel de afdrukmodus in op het afdrukscherm en druk op <Start afdrukken>.
Om het afdrukken te stoppen, drukt u op <Annuleren> <Ja>.
N.B.
Om een met een wachtwoord beveiligd PDF-bestand af te drukken, drukt u op <Opties> <Wachtwoord om doc. te openen> <Encryptiewachtwoord> of <Police wachtwoord>, voert u het wachtwoord in en drukt u op <OK>. U moet het opgegeven wachtwoord invoeren wanneer u een PDF-bestand afdrukt waarvoor afdrukken is verboden of wanneer het PDF-bestand alleen afdrukken met lage resolutie toestaat en u met hoge resolutie wilt afdrukken.
Als u verder gaat naar <Start afdrukken> zonder het wachtwoord in te voeren en het bestand een versleuteld wachtwoord heeft, verschijnt het wachtwoordinvoerscherm.
Documenten opslaan naar een USB-geheugenapparaat
N.B.
U kunt alleen een bestand opslaan op een USB-geheugenapparaat dat voldoende vrije ruimte heeft.
1
Plaats het origineel in de aanvoer of op de glasplaat.
2
Op het scherm <Home> drukt u op <Scannen en opslaan>.
Als u <Selecteer optie bij aansluiting van geheugenmedia> instelt op <Aan> en een USB-geheugenapparaat plaatst, verschijnt de snelkoppeling <Afdrukken vanaf geheugenmedia>. Druk op <Afdrukken vanaf geheugenmedia> en ga verder naar stap 4. Een USB-geheugenapparaat plaatsen
U kunt de tekens "\", "/", ":", ",", "*", "?", """, "<", ">" of "|" niet gebruiken in de bestandsnaam. Merk op dat u een punt (.) op spatie niet kunt gebruiken aan het begin of einde van een bestandsnaam.
Als u geen bestandsnaam opgeeft, wordt er automatisch een naam toegewezen in de indeling "datum/tijd.extensie". Een JPEG-bestand dat bijvoorbeeld op 30 oktober 2020 om 13:05:12 is gescand en opgeslagen, heeft de bestandsnaam "20201030130512.jpg".
N.B.
Als de bestandsnaam te lang is, kan de tekenreeks die de locatie (het pad) van het bestand weergeeft, het maximumaantal van 256 alfanumerieke tekens overschrijden en kan het bestand niet worden opgegeven.
Als u een bestandsnaam invoert die dezelfde is als een ander bestand op de bestemming, wordt er een nummer tussen haakjes ("(1)" tot "(9)") toegevoegd aan de naam (bijvoorbeeld "a(1).pdf"). Dit is niet van toepassing op bestanden in een postvak (de tijdelijke opslagruimte van de machine).
Als u <Verdeel in pagina's> selecteert bij het opgeven van de bestandsindeling, wordt aan het eind van de bestandsnaam een paginanummer van drie cijfers toegevoegd. Als de bestandsnaam bijvoorbeeld "a.pdf" is, wordt het bestand opgesplitst en opgeslagen als "a_001.pdf", "a_002.pdf" en "a_003.pdf".
N.B.
Door op <Opties> te drukken, kunt u de meest nuttige scanmodus selecteren. U kunt ook combinaties van scanmodi opgeven.
7
Druk op (Start).
Om het scannen te stoppen, drukt u op <Annuleren> of (Stop) <Ja>.
Ga verder met het plaatsen van de originelen die moeten worden gescand en druk op (Start). Zodra u alle originelen hebt gescand, drukt u op <Start opslaan> om deze als een bestand op te slaan.
8
Verwijder de originelen.
N.B.
U kunt maximaal 999 pagina's tegelijk scannen en opslaan. Als u de invoer gebruikt om dubbelzijdige originelen te scannen, kunt u maximaal 1.000 pagina's scannen. Als u de limiet voor het scannen van originelen hebt bereikt, wordt een bericht weergegeven waarin u gevraagd wordt of u de gescande gegevens wilt opslaan.
Als u alle andere modi tegelijk wilt annuleren, drukt u op <Standaardinst. herstellen>.
Als u de opgeslagen gegevens wilt controleren, drukt u op (Statusmonitor) <Opslaan> <Opdrachtlog>. Als <NG> wordt weergegeven, zijn de gegevens niet correct opgeslagen en moet u proberen de originelen opnieuw te scannen.
Een USB-geheugenapparaat verwijderen
Volg altijd de onderstaande procedure bij het verwijderen van een USB-geheugenapparaat. Als u dat niet doet, kan de machine of het USB-geheugenapparaat defect raken.
1
Druk op .
2
Selecteer het te verwijderen USB-geheugenapparaat en druk op <Verwijderen>.
3
Haal het USB-geheugenapparaat uit de USB-poort en druk op <OK> <OK>.
This site uses cookies to provide its contents and functions and improve their qualities etc. You can find out more about our use of the cookies here. If you select "Reject", only cookies necessary to provide the contents and functions of the site are recorded and stored.