LDAP-server

U kunt e-mailadressen en faxnummers aangeven door met LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) servers de directory lijsten op het netwerk te bekijken. E-mailadressen en faxnummers die via de server zijn verkregen, kunnen worden aangegeven als bestemmingen en worden opgeslagen in het adresboek.
BELANGRIJK
Als Taalomschakeling is ingesteld op 'Aan,' zijn sommige tekens uitgesloten en kunnen deze niet worden ingevoerd. Voor het invoeren van alle tekens dient u de Taalomschakeling op 'Uit' in te stellen. (Basisinstellingen van de machine configureren)
Wellicht dient u LDAP-servers vooraf in te stellen. Dit is afhankelijk van de netwerkomgeving.
Als u bestemmingen via een LDAP-server wilt aangeven of opslaan, dienen de LDAP-server instellingen vooraf in de machine te worden aangegeven. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
N.B.
De informatie die kan worden verkregen via de LDAP-server varieert als volgt:
Als alleen de verzendfunctie (optioneel voor de imageRUNNER 2525/2520) is ingeschakeld: Namen en e-mailadressen
Als alleen de optionele Super G3 Faxkaart-AG1 op de machine is aangesloten: Namen en faxnummers
Als de verzendfunctie (optioneel voor de imageRUNNER 2525/2520) is ingeschakeld en de optionele Super G3 Fax Board-AG1 tevens is aangesloten op de machine: Namen, e-mailadressen en faxnummers
Als doorzendbestemming kunt u niet direct een bestemming aangeven die is verkregen via een server. Om de bestemming als doorzendbestemming aan te geven, dient u de bestemming eerst in het adresboek op te slaan. (Opslaan van adressen verkregen via een LDAP-server)

Opgeven adressen via een LDAP-server

Volg deze procedure voor het aangeven van bestemmingen via een LDAP-server.
1
Druk op (VERZENDEN) → [Netwerk- adresboek].
2
Druk op de keuzelijst Te zoeken server → selecteer de te zoeken server.
3
Geef de zoekcriteria aan.
N.B.
Als een bestemming zowel een opgeslagen e-mailadres als een faxnummer heeft, kunt u ernaar zoeken door het e-mailadres of het faxnummer in te voeren als zoekcriterium.
Om Eenvoudig zoeken te gebruiken:
1
Selecteer [Naam], [E-mail] of [Fax].
2
Voer de naam, e-mailadres of faxnummer in → druk op [OK].
Naar zoekcriteria in vensters die niet zijn ingevuld wordt niet gezocht.
Om meer gedetailleerd te zoeken met meerdere zoekcondities, drukt u op [Gedet. zoeken] en volgt u de onderstaande instructies. De bij Eenv. zoeken aangegeven zoekcriteria worden ook gebruikt bij Gedetail. zoeken.
Om Gedetailleerd zoeken te gebruiken:
1
Druk op [Gedet. zoeken].
2
Druk op [Conditie toevoeg.].
3
Druk op de keuzelijst Zoekcategorie → selecteer de gewenste zoekcategorie.
[Naam]:
Zoeken op naam.
[E-mail]:
Zoeken op e-mailadres.
[Fax]:
Zoeken op faxnummer.
[Organisatie]:
Zoeken op naam van een organisatie.
[Org. unit]:
Zoeken op organisatie unit (bijv. afdelingen van een organisatie).
Indien bijvoorbeeld cn(common name)=user1, ou(organization unit)=salesdept, o(organization)=canon, c(country)=jp de unieke naam in de directory is, voer dan de [Organisatie]/[Org. eenheid] van de gebruiker als volgt:
[Organization]=canon
[Org. unit]=salesdept
N.B.
[Organisatie]/[Org. unit] kan alleen als zoekcategorie worden gebruikt als de informatie is opgeslagen op een LDAP-server.
Gedetailleerd zoeken op [Organisatie]/[Org. unit] is wellicht niet mogelijk. Dit hangt af van de attribuut typen die op de LDAP server zijn opgeslagen en het type toepassing op de server.
U kunt ook door de gebruiker gedefinieerde zoekattributen toevoegen. Voor instructies over het registreren of bewerken van een zoekattribuut raadpleegt u Setting up the Machine for Your Network Environment.
4
Druk op de keuzelijst Zoekconditie → selecteer de gewenste zoekconditie.
[bevat]:
Het resultaat moet de ingevoerde naam, het e-mailadres, faxnummer, organisatie of organisatie-eenheid bevatten.
[bevat geen]:
Het resultaat moet niet de ingevoerde naam, het e-mailadres, faxnummer, organisatie of organisatie-eenheid bevatten.
[is gelijk aan]:
Het resultaat moet identiek zijn aan de ingevoerde naam, e-mailadres, faxnummer, organisatie of organisatie-eenheid.
[verschilt van]:
Het resultaat moet verschillen van de ingevoerde naam, e-mailadres, faxnummer, organisatie of organisatie-eenheid.
[begint met]:
Het resultaat moet beginnen met dezelfde eerste letters die u heeft ingevoerd voor de naam, het e-mailadres, faxnummer, organisatie of organisatie-eenheid.
[eindigt met]:
Het resultaat moet eindigen met dezelfde laatste letters die u heeft ingevoerd voor de naam, het e-mailadres, faxnummer, organisatie of organisatie-eenheid.
5
Druk op [Instellingen].
6
Voer het zoekcriterium in → druk op [OK].
7
Druk op [OK].
8
Om door te gaan met het toevoegen van zoekcriteria, drukt u op [of] of [en] → herhaal stap 3.
[of]:
De machine gaat zoeken en geeft een resultaat weer dat overeenkomt met één van de aangegeven zoekcriteria.
[en]:
De machine gaat zoeken en geeft een resultaat weer dat overeenkomt met alle aangegeven zoekcriteria.
Om de zoekcriteria te bewerken, selecteert u het zoekcriterium dat u wilt aanpassen → druk op [Conditie bewerk.] → [Instellingen].
Om de zoekcriteria te verwijderen, selecteert u het te wissen criterium → druk op [Wissen].
N.B.
U kunt maximaal vier verschillende zoekcriteria tegelijk specificeren.
Als u drie of meer zoekcriteria specificeert, kunt u [of] en [en] niet tegelijk gebruiken.
Als u op [Eenv. zoeken] → [Ja] drukt nadat u de zoekcriteria heeft aangegeven op het scherm Gedetailleerd zoeken, verschijnt op het display het scherm voor Eenvoudig zoeken en zijn de aangegeven gedetailleerde zoekcriteria gewist.
4
Druk op [Start zoeken].
Om het zoeken te annuleren terwijl de machine zoekt aan de hand van uw criteria, drukt u op [Annuleren]. Als de machine sommige resultaten aantreft voordat u op [Annuleren] drukt, worden deze zoekresultaten getoond.
BELANGRIJK:
Het zoeken naar een bestemming via een LDAP-server is niet mogelijk als de tijdinstelling van de server en van de machine meer dan vijf minuten verschillen. Als u niet kunt verzenden wanneer de gebruikersnaam en het wachtwoord juist zijn, controleer dan de tijdinstelling van de server en de machine.
Het aantal zoekresultaten op het display is niet hoger dan het maximum dat is ingesteld bij Opslaan LDAP-server onder Systeeminstellingen. (Setting up the Machine for Your Network Environment) Indien de gewenste bestemming niet verschijnt, verhoog dan het maximum aantal adressen om te zoeken of wijzig de zoekcriteria.
N.B.
Als u op [Start zoeken] drukt zonder een zoekcriterium aan te geven, zullen alle adressen worden getoond die zijn opgeslagen op de LDAP-server.
Als het scherm Voer netwerkwachtwoord in verschijnt, voert u uw gebruikersnaam en netwerkwachtwoord in → druk op [OK].
Het scherm Voer netwerkwachtwoord in verschijnt als één van de onderstaande punten van toepassing is:
Als <Login informatie> bij Opslaan LDAP Server onder Systeeminstellingen is ingesteld op 'Gebruiken' of 'Gebr. (beveil. authent.)', en <Weergeven auth. scherm> is ingeschakeld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Indien de gebruikersnaam, het wachtwoord en de domeinnaam, aangegeven bij Opslaan LDAP-server onder Systeeminstellingen onjuist zijn. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
5
Selecteer de gewenste bestemming uit de zoekresultaten → druk op [OK].
U kunt max. 32 bestemmingen selecteren.
Als u op [Selecteer e-mail voor I-Fax] drukt, kan het geselecteerde e-mailadres worden aangegeven als een I-fax bestemming.
Om door te gaan met zoeken, drukt u op [Vorige].
N.B.
Om een geselecteerde bestemming te annuleren, selecteert u de bestemming opnieuw zodat het vinkje verdwijnt.
Als de verzendfunctie (optioneel voor de imageRUNNER 2525/2520) is ingeschakeld en de optionele Super G3 Fax Board-AG1 tevens is aangesloten op de machine, kunt u de getoonde adressen sorteren en beperken door de vervolgkeuzelijst Type te gebruiken.
De bestemmingen die u kunt opgeven, zijn afhankelijk van de instellingen bij <Instellingen verzendbeperkingen>. (Customizing Settings) Als bijvoorbeeld E-mail verzenden is ingesteld op 'Niet toestaan' of 'Alleen verzenden naar eigen adres toestaan', worden e-mailadressen niet weergegeven in de zoekresultaten.
Als een faxnummer of I-fax adres is aangegeven als de bestemming, lees dan de getoonde melding → druk op [OK].

Opslaan van adressen verkregen via een LDAP-server

Volg deze procedure voor het opslaan van de bestemmingen die zijn verkregen door het zoeken met LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) servers in de directory lijsten van het netwerk.

Opslaan in het adresboek

1
Toon het scherm Adres opslaan → druk op [Nieuw adres opslaan].
Voor assistentie raadpleegt u stap 1 en 2 in E-mailadressen.
2
Druk op [Netwerk adresboek].
3
Volg stap 2 t/m 4 in Opgeven adressen via een LDAP-server om bestemmingen te zoeken.
4
Selecteer de gewenste bestemming uit de zoekresultaten.
U kunt max. 32 bestemmingen selecteren.
Als u de eerste 32 bestemmingen wilt selecteren, drukt u op [Sel. alles (Max. 32)]. (Als een document is geselecteerd, wijzigt deze toets in [Wis selectie].)
Als u op [E-mailadres voor I-Fax opslaan] drukt, kan het geselecteerde e-mailadres worden opgeslagen als een I-fax bestemming. Om e-mailadressen op te slaan als I-faxadressen, slaat u één e-mailadres tegelijk op.
Om door te gaan met zoeken, drukt u op [Vorige].
N.B.
Om een geselecteerde bestemming te annuleren, selecteert u de bestemming opnieuw zodat het vinkje verdwijnt.
Als de verzendfunctie (optioneel voor de imageRUNNER 2525/2520) is ingeschakeld en de optionele Super G3 Fax Board-AG1 tevens is aangesloten op de machine, kunt u de getoonde adressen sorteren en beperken door de vervolgkeuzelijst Type te gebruiken.
De bestemmingen die u kunt opgeven, zijn afhankelijk van de instellingen bij <Instellingen verzendbeperkingen>. (Customizing Settings) Als bijvoorbeeld E-mail verzenden is ingesteld op 'Niet toestaan' of 'Alleen verzenden naar eigen adres toestaan', worden e-mailadressen niet weergegeven in de zoekresultaten.
5
Druk op [Volgende] om de geselecteerde bestemming op te slaan.
Als slechts één bestemming is geselecteerd:
1
Bevestig het adres → druk op [Volgende].
2
Voer via het toetsenbord op het scherm de registratienaam (max. 16 tekens) in → druk op [OK].
N.B.
Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u Basishandelingen.
Het eerste teken dat u invoert voor de registratienaam, wordt gebruikt voor het sorteren van de adressenlijst wanneer u op toetsen drukt zoals [ABC] en [DEF] op het scherm Adresboek. Zie Gebruik van het adresboek voor instructies voor het gebruik van het adresboek.
Indien er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd:
1
Bevestig de getoonde melding → druk op [OK].
6
Druk op [Gereed].
Het display gaat terug naar het scherm Adres opslaan.
Het aangegeven adres en registratienaam verschijnen als volgt op het scherm Adres opslaan:
7
Druk op (Reset) om terug te gaan naar het hoofdscherm.

Opslaan onder een snelkiestoets

1
Toon het scherm Snelkiestoets opslaan → druk op [Opslaan/Bewerken].
Voor assistentie raadpleegt u stap 1 en 2 in Opslaan van de snelkiestoetsen.
2
Druk op [Netwerk adresboek].
3
Volg stap 2 t/m 4 in Opgeven adressen via een LDAP-server om bestemmingen te zoeken.
4
Selecteer de gewenste bestemming uit de zoekresultaten.
U kunt niet meerdere bestemmingen tegelijk selecteren.
Als u op [E-mailadres voor I-Fax opslaan] drukt, kan het geselecteerde e-mailadres worden opgeslagen als een I-fax bestemming. Om e-mailadressen op te slaan als I-faxadressen, slaat u één e-mailadres tegelijk op.
Om door te gaan met zoeken, drukt u op [Vorige].
N.B.
Om een geselecteerde bestemming te annuleren, selecteert u de bestemming opnieuw zodat het vinkje verdwijnt.
Als de verzendfunctie (optioneel voor de imageRUNNER 2525/2520) is ingeschakeld en de optionele Super G3 Fax Board-AG1 tevens is aangesloten op de machine, kunt u de getoonde adressen sorteren en beperken door de vervolgkeuzelijst Type te gebruiken.
De bestemmingen die u kunt opgeven, zijn afhankelijk van de instellingen bij <Instellingen verzendbeperkingen>. (Customizing Settings) Als bijvoorbeeld E-mail verzenden is ingesteld op 'Niet toestaan' of 'Alleen verzenden naar eigen adres toestaan', worden e-mailadressen niet weergegeven in de zoekresultaten.
5
Druk op [Volgende] om de geselecteerde bestemming op te slaan.
6
Bevestig het adres → druk op [Volgende].
Bewerk het adres, indien nodig. (Bewerken/Verwijderen van in het adresboek opgeslagen gegevens)
7
Voer via het toetsenbord op het scherm de registratienaam (max. 16 tekens) in → druk op [Volgende].
N.B.
Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u Basishandelingen.
Het eerste teken dat u invoert voor de registratienaam, wordt gebruikt voor het sorteren van de adressenlijst wanneer u op toetsen drukt zoals [ABC] en [DEF] op het scherm Adresboek. Zie Gebruik van het adresboek voor instructies voor het gebruik van het adresboek.
8
Voer de naam van de snelkiestoets (max. 12 tekens) in → druk op [OK].
9
Druk op [Gereed].
10
Druk op (Reset) om terug te gaan naar het hoofdscherm.
4HYC-032