Wanneer u papier bijvult, wees dan voorzichtig zodat u uw handen niet snijdt aan de randen van het papier.
|
BELANGRIJK
|
De volgende papierformaten/typen kunnen in de papierladen worden geplaatst.
Formaat: A4, A4R, A3 en A5R
Type: Normaal, Gerecycled, Gekleurd en 3 ponsgaten
(Afdrukmaterialen) Met de optionele Enveloppenaanvoer-D1 kunnen de volgende enveloppen worden geplaatst in Papierlade 2. Nr. 10 (COM10), ISO-B5, Monarch, ISO-C5, en DL (Enveloppenaanvoer)
Het aantal beschikbare papierladen kan variëren en is afhankelijk van de configuratie van de machine. (Raadpleeg "Beschikbare functies" in de Gebruikershandleiding.)
|
N.B.
|
Als het papier tijdens het afdrukken opraakt, verschijnt het onderstaande scherm. De resterende afdrukken worden automatisch voltooid zodra u het juiste papier plaatst.
Het bovenstaande scherm verschijnt ook wanneer de papierlades niet volledig in de machine zijn geplaatst.
|
BELANGRIJK
|
Vul de papierladen nooit bij met de niet-standaard papierformaten.
Plaats nooit de volgende typen papier in de papierladen, u voorkomt hiermee de kans op papierstoringen.
Erg gekruld of gekreukeld papier
Lichtgewicht papier (minder dan circa 64 g/m2)
Transparanten
Etiketten
Papier waarop in kleur is gekopieerd (maak ook geen afdruk op de achterzijde van dergelijk papier.)
Papier waarop via een thermische printer is afgedrukt (maak ook geen afdruk op de achterzijde van dergelijk papier.)
Waaier de stapel papier voordat u deze plaatst en gebruik een vlakke ondergrond om een rechte stapel te maken.
Plaats geen papier of andere voorwerpen in het lege deel van de lade naast de stapel papier. U voorkomt hiermee de kans op een papierstoring.
|
Wanneer u papier bijvult, wees dan voorzichtig zodat u uw handen niet snijdt aan de randen van het papier.
|
BELANGRIJK
|
Bewaar de resterende hoeveelheid papier in de oorspronkelijke verpakking op een droge plaats en uit het directe zonlicht.
|
N.B.
|
Gebruik voor afdrukken met een hoge kwaliteit door Canon aanbevolen papier.
Waaier het papier altijd uit voordat u het in de papierlade plaatst en maak er een nette stapel van.
|
Wanneer u papier bijvult, wees dan voorzichtig zodat u uw handen niet snijdt aan de randen van het papier.
|
BELANGRIJK
|
Opgerold of gekruld papier dient voor gebruik te worden gladgestreken.
Zorg dat de stapel niet hoger is dan de vullimiet () die op de de linker- en de achterkant van de geleiders wordt aangegeven.
Zorg dat de instelling van het papierformaat van de papierlade overeenkomt met het papierformaat dat in de lade is geplaatst.
|
N.B.
|
Elke lade biedt plaats aan ongeveer 550 vel papier (80 g/m2) behalve lade 1 van de imageRUNNER 2520, die plaats biedt aan 250 vel papier (80 g/m2).
Als op de verpakking van het papier instructies staan over welke zijde naar boven moet zijn gericht, volg dan die instructies.
Wanneer u eenzijdige documenten afdrukt op papier in de papierlade, wordt afgedrukt op de zijde die naar boven is gericht.
Indien zich problemen, zoals een slechte afdrukkwaliteit of papierstoringen voordoen, draai de stapel papier dan om en probeer het opnieuw.
Voor meer informatie over de afdrukrichting van voorbedrukt papier (papier waarop al logo's of andere informatie is afgedrukt), raadpleegt u Relatie tussen origineeloriëntatie en voorbedrukt papier.
|
Zorg bij het terugplaatsen van de papierlade dat uw vingers niet beklemd raken. U voorkomt hiermee persoonlijk letsel.
|
BELANGRIJK
|
Zorg dat de papierlade helemaal in de machine wordt geschoven. Als de papierlade niet volledig in de machine wordt geschoven, is het niet mogelijk afdrukken te maken.
|
N.B.
|
Als er nog afdrukken dienen te worden gemaakt, wordt het afdrukken automatisch hervat nadat het juiste papier wordt geplaatst.
|
BELANGRIJK
|
Zorg dat de instelling van het papiertype van de papierlade overeenkomt met het papiertype dat in de lade is geplaatst.
|
BELANGRIJK
|
Zet de geleiders op de juiste plaats. U voorkomt hiermee de kans op papierstoringen, verontreinigde afdrukken en verontreiniging van de binnenzijde van de machine.
|
Wanneer u papier bijvult, wees dan voorzichtig zodat u uw handen niet snijdt aan de randen van het papier.
|
BELANGRIJK
|
Opgerold of gekruld papier dient voor gebruik te worden gladgestreken.
Zorg dat de stapel niet hoger is dan de vullimiet () die op de de linker- en de achterkant van de geleiders wordt aangegeven.
Zorg dat de instelling van het papierformaat van de papierlade overeenkomt met het papierformaat dat in de lade is geplaatst.
|
BELANGRIJK
|
Op de platen kunnen ook papierformaten worden aangegeven die de machine niet kan verwerken.
|
Zorg bij het terugplaatsen van de papierlade dat uw vingers niet beklemd raken. U voorkomt hiermee persoonlijk letsel.
|
BELANGRIJK
|
Zorg dat de instelling van het papiertype van de papierlade overeenkomt met het papiertype dat in de lade is geplaatst.
|