Faxen ontvangen

In dit gedeelte worden de methoden beschreven voor het ontvangen van faxen. Er wordt ook uitgelegd hoe u de machine configureert voor het ontvangen van faxen. U moet enkele procedures uitvoeren met betrekking tot de faxfuncties voordat u de ontvangstinstellingen gaat opgeven. Begininstellingen configureren voor faxfuncties

Methoden voor het ontvangen van faxen

Het apparaat ondersteunt de volgende ontvangstmethoden. Selecteer de methode die het best aansluit bij de manier waarop u werkt en stel deze methode in door in De machine instellen voor het ontvangen van faxen de bijbehorende procedure uit te voeren.
<Automatisch>
Ingesteld op het ontvangen van faxen
Faxen worden automatisch ontvangen. Zelfs als iemand u belt, kunt u niet praten met de beller.
<Fax/telefoon (autom. schakelen)>
Als de oproep een fax is
Het apparaat ontvangt de fax automatisch.
Als de oproep een telefoongesprek is
U hoort een signaal voor een binnenkomende oproep. Neem de handset op om de oproep te beantwoorden.
U moet vooraf uw telefoon aansluiten op het apparaat.
<Handmatig>
Als de oproep een fax is
U hoort een signaal voor een binnenkomende oproep. Neem de handset op. Als u een pieptoon hoort, selecteer dan  <Fax>  <Start ontvngst> zodat u een fax kunt ontvangen.
Als de oproep een telefoongesprek is
U hoort een signaal voor een binnenkomende oproep. Neem de handset op. Als u geen pieptoon hoort, kunt u een gesprek voeren.
U moet vooraf uw telefoon aansluiten op het apparaat.
U kunt instellen dat faxen automatisch moeten worden ontvangen als een binnenkomende oproep een bepaalde tijd klinkt. <Omschakelen naar Auto RX>
<Antwoordapparaat>
Als de oproep een fax is
De fax wordt automatisch ontvangen nadat u een signaal voor een binnenkomende oproep hebt gehoord.
Als de oproep een telefoongesprek is
Het antwoordapparaat wordt ingeschakeld, zodat de beller een bericht kan inspreken. Als u de handset opneemt voordat de beller een bericht heeft ingesproken, kunt u het gesprek gewoon aannemen.
U moet vooraf een antwoordapparaat aansluiten op het apparaat.
Stel het antwoordapparaat zodanig in dat de oproep na een aantal belsignalen wordt geaccepteerd.
Het is verstandig het bericht te beginnen met een stilte van ongeveer 4 seconden of de maximale opnametijd in te stellen op 20 seconden.
<Netwerkomschakelaar>
Het apparaat maakt onderscheid tussen faxen en telefoongesprekken. Deze modus is alleen beschikbaar voor bepaalde landen en hiervoor is een abonnement op een netwerkschakeldienst vereist.
U moet vooraf uw telefoon aansluiten op het apparaat.
Afhankelijk van het type telefoon dat op het apparaat is aangesloten, kunnen faxen mogelijk niet goed worden verzonden of ontvangen.
Als u een externe telefoon met faxfuncties aansluit, moet u de telefoon instellen voor het handmatig ontvangen van faxen.
Als u de handset van de telefoon oppakt en een pieptoon hoort, weet u dat het een binnenkomende fax is. U kunt de fax dan ontvangen door op de telefoon een bepaalde code in te voeren. Een telefoon gebruiken om faxen te ontvangen (ontvangst op afstand)

De machine instellen voor het ontvangen van faxen

1
Selecteer <Fax> in het scherm Start. Startscherm
Wanneer het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in, en zet u de authenticatie-server op. Inloggen op Geautoriseerd verzenden
2
Selecteer <RX-modus> op het tabblad <TX/RX-instellingen> van het scherm voor basisfuncties voor faxen. Scherm met basisfuncties voor faxen
3
Selecteer de ontvangstmethode.
Als u <Fax/telefoon (autom. schakelen)> selecteert
Als u ontvangen documenten op beide zijden van het papier wilt afdrukken: <Afdrukken op beide zijden>
Als u aan de onderzijde van ontvangen documenten gegevens wilt afdrukken zoals de datum en het tijdstip van ontvangst: <Voettekst RX-pagina afdrukken>

Een telefoon gebruiken om faxen te ontvangen (ontvangst op afstand)

Wanneer u de telefoon opneemt en een faxsignaal hoort, hoeft u niet naar de machine te lopen om de fax te ontvangen. Gebruik de telefoon om de eerder ingestelde code in te voeren en de fax wordt ontvangen op de machine.
Wanneer het telefoontoestel niet rechtstreeks op het apparaat is aangesloten, werkt de functie voor ontvangst op afstand niet.
1
Als u het signaal van een binnenkomende oproep hoort, neemt u de handset van de telefoon op.
2
Als u een pieptoon hoort, voert u met de toetsen van de telefoon de code voor ontvangst op afstand in.
Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van het ID-nummer <RX op afstand>.
3
Leg de handset op de haak.
1XSR-04H