).
|
Sterretjes (*)Instellingen gemarkeerd met "*1" worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Instellingen die zijn gemarkeerd met "*2" kunnen variëren of zijn mogelijk niet beschikbaar, of hebben afwijkende standaardinstellingen per land of regio.
Instellingen die zijn gemarkeerd met "*3" kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd.
|
|
<Gebruik geheugenslot>
<Uit>
![]() <Aan>
<Faxvoorbeeld gebruiken>
<Uit>
![]() <Aan>
<Rapportafdruk>
<Uit>
<Aan>
![]() <Geheugenslottijd instellen>
<Uit>
![]() <Aan>
<Geheugenslottijd>
<Starttijd geheugenslot>
<Eindtijd geheugenslot>
|

|
<Uit>
![]() <Aan>
|
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<I-faxinstellingen>
<Afdrukken op beide zijden>
<Aan> 


|
<A4>
![]() <A3>
<B4>
<B5>
<305x457mm>
<8K>
<16K>
<LTR>
<LGL>
<EXEC>
<11x17>
|
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<I-faxinstellingen>
<RX-afdrukformaat>
Selecteer het papierformaat 


|
<Uit>
![]() <Aan>
|
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<Afdrukken op beide zijden>
<Aan> 


|
<Schakelaar A>
<Uit>
<Aan>
![]()
<Schakelaar B>
<Uit>
<Aan>
![]()
<Schakelaar C>
<Uit>
<Aan>
![]()
<Schakelaar D>
<Uit>
<Aan>
![]() |
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<Lade selecteren>
Geef het in te stellen item op
<Toepassen> 


|
<Uit>
<Aan>
![]() |
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<ECM RX>
<Aan> 

|
|
ECM moet zijn ingeschakeld op het apparaat en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat.
Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn.
Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en -correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
|

|
<Inkomend belsignaal gebruiken>
<Uit>
<Aan>
![]() <Aantal keer overgaan>
1 tot 2
tot 99 (maal) |
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<Inkomend belsignaal>
Selecteer <Aan> in <Inkomend belsignaal gebruiken>
Voer het gewenste getal in <Aantal keer overgaan>
<Toepassen> 

|
|
Als de optie <Aan> is ingesteld, moet u vooraf uw telefoon aansluiten op het apparaat.
Als <Uit> is gespecificeerd, gaat het apparaat niet naar de slaapstand.
|

|
<RX op afstand gebruiken>
<Uit>
<Aan>
![]() 00 tot 25
tot 99 |
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<RX op afstand>
Selecteer <Aan> in <RX op afstand gebruiken>
Voer het gewenste getal in <ID RX op afstand>
<Toepassen> 


|
<Schakelen naar Auto RX gebruiken>
<Uit>
![]() <Aan>
<Duur belsignaal Auto RX>
1 tot 15
tot 99 (sec.) |
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<Omschakelen naar Auto RX>
Selecteer <Aan> in <Schakelen naar Auto RX gebruiken>
Voer het gewenste aantal seconden in <Duur belsignaal Auto RX>
<Toepassen> 


|
<33600 bps>
![]() <14400 bps>
<9600 bps>
<7200 bps>
<4800 bps>
<2400 bps>
|
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<RX-startsnelheid>
Selecteer een startsnelheid voor de communicatie 


|
<Verklein RX-formaat gebruiken>
<Uit>
<Aan>
![]() <Verkleiningspercentage>
<Automatisch>
![]() <97%> <95%> <90%> <75%> <Verkleiningsrichting>
<Verticaal/Horizontaal>
<Alleen verticaal> ![]() |
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<Verklein RX-formaat gebruiken>
Selecteer <Aan> in <Verklein RX-formaat gebruiken>
Geef elk instelitem op
<Toepassen> 


|
<Uit>
![]() <Aan> |
<Functie-instellingen>
<Ontvangen/doorzenden>
<Faxinstellingen>
<Voettekst RX-pagina afdrukken>
<Aan> 

|
<Doorzendfunctie gebruiken>
<Uit>
![]() <Aan>
<Doorzendbestemming>
|
|
<Uit>
<Aan>
![]() <Alleen bij fout>
|
|
<Uit>
![]() <Alleen bij fout>
|