<Beeldkwaliteit aanpassen>

Alle instellingen voor de beeldkwaliteit verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ().
Sterretjes (*)
Instellingen gemarkeerd met een asterix (*) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.

<Autom. gradatie-aanp.>

Kies deze optie om de gradatie, dichtheid en kleur in kopieën of afdrukken aan te passen. Gradatie aanpassen
<Volledige aanpassing>
<Standaard (Normaal)>
<Standaard (Dik)>
<Voor printer 1200 dpi>
<Snelle aanpassing>

<Arcering corrigeren>

Als de afbeeldingebieden van het afdrukken een ongelijke densiteit hebben, wordt met deze correctie het afdrukken aangepast zodat de densiteit gelijkmatig is. De ongelijkmatige dichtheid corrigeren
<Correctie densitometer>
<Visuele correctie>
<Aanpassen (geel)>/<Aanpassen (magenta)>/<Aanpassen (cyaan)>/<Aanpassen (zwart)>
<-6>: -127 tot ±0 tot+127
<-5>: -127 tot ±0 tot+127
<-4>: -127 tot ±0 tot+127
<-3>: -127 tot ±0 tot+127
<-2>: -127 tot ±0 tot+127
<-1>: -127 tot ±0 tot+127
<±0>: -127 tot ±0 tot+127
<+1>: -127 tot ±0 tot+127
<+2>: -127 tot ±0 tot+127
<+3>: -127 tot ±0 tot+127
<+4>: -127 tot ±0 tot+127
<+5>: -127 tot ±0 tot+127
<+6>: -127 tot ±0 tot+127
<Testpagina uitvoeren>
<Begininstellingen herstellen>
<Vorige instellingen herstellen>
<Scannercorrectie>

<Correctie onjuiste afdrukkleur>

Gebruik deze functie als de afbeelding is vervaagd door kleurverschuiving. Onjuiste afdrukkleuren corrigeren

<Zwarte tekst verwerkt voor kleur>

Kies deze optie om de drempelwaarde aan te passen die bepaalt of zwarte tekst in kleuren-originelen alleen met zwarte toner wordt afgedrukt of met een mengsel van zwarte toner en kleurentoners. U kunt afzonderlijke waarden opgeven voor de invoer en de glasplaat. Waarden aanpassen voor reproduceerbaarheid van tekstkleur in kleurendocumenten
<Invoer > *
Zeven niveaus
<Glasplaat>
Zeven niveaus

<Speciale verwerking>

Als de afdrukresultaten op speciale papiersoorten niet naar wens zijn, kunt u de volgende instellingen proberen om de kwaliteit van de afdrukken te verbeteren.
<Verwerking van speciaal papier>
Als u afdrukt op de achterzijde van bedrukt papier, ruw papier of enveloppen, kunt u de afdrukresultaten mogelijk verbeteren door de volgende instellingen aan te passen.
<Handm. achterk. afdr. (alleen 2-zijdig)>
Als afdrukken op de achterzijde van bedrukt papier te licht zijn, selecteert u <Aan>. U kunt deze optie per papierbron instellen.
<Multifunctionele lade>
<Uit>
<Aan>
<Lade 1>
<Uit>
<Aan>
<Lade 2>
<Uit>
<Aan>
<Lade 3>*
<Uit>
<Aan>
<Lade 4>*
<Uit>
<Aan>
<Tonervol. aanp. vr kleurafdr.>
U kunt voorkomen dat een teveel aan toner op papier wordt gefixeerd om afdrukproblemen zoals slechte tonerfixatie of doordrukken te verminderen. Probleemoplossing
<Uit>
<Niveau 1>
<Niveau 2>
<Vulgebied beeldaanp. modus>
Corriger de oneffenheid van het gevulde deel bij afdrukken van een origineel met veel vullingen. Veelvoorkomende problemen
<Modus 1>
<Modus 2>
<Modus 3>
1XSR-08W