) nogmaals.
.
Alle bestanden selecteren|
1
|
Selecteer <Alles selecteren>.
Als u alle selecties wilt opheffen, selecteert u <Selectie wissen>.
|
|
2
|
Bij gemengde bestandstypen selecteert u <JPEG/TIFF-bestanden> of <PDF-bestanden>.
|
De methode van bestandsweergave veranderen|
|
|
Voorbeeld
|
Details
|
De sorteervolgorde van bestanden wijzigen
|
1
|
Selecteer <Bestanden sorter.>.
|
|
2
|
Selecteer de criteria voor het sorteren van bestanden.
Wanneer u <Datum/tijd (oplopend)> of <Datum/tijd (aflopend)> selecteert, worden bestanden gesorteerd op basis van de datum en tijd van wijziging van de bestanden.
|

|
Gebruik voor het afdrukken van bestanden het papier dat in de multifunctionele lade is geplaatst.
|
|
Gebruik voor het afdrukken van bestanden het papier dat in de papierlade (lade 1) van het apparaat is geplaatst.
|
|
Gebruik voor het afdrukken van bestanden het papier dat in de papierlade (lade 2) van het apparaat is geplaatst.
|
, ![]() |
Gebruik voor de kopieën het papier dat in de optionele cassette feeding unit (lade 3, 4) is geplaatst.
|
Als u andere afdrukinstellingen wilt opgeven, selecteert u <Sluiten>.
|

Als u andere afdrukinstellingen wilt configureren, selecteert u <Sluiten>.
|

Als u andere afdrukinstellingen wilt configureren, selecteert u <Sluiten>.
|
|
Maakt geen dubbelzijdige afdrukken.
|
|
Hiermee worden de pagina's zo afgedrukt dat deze horizontaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden.
|
|
Hiermee worden de pagina's zo afgedrukt dat deze verticaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden.
|
<2-zijdig afdrukken> is mogelijk niet voor alle formaten of typen papier beschikbaar. Beschikbaar papier
|
|
Geldt niet voor N op 1.
|
|
Drukt afbeeldingen van twee pagina's af op één pagina.
|
|
Drukt afbeeldingen van vier pagina's af op één pagina.
|
(uitsluitend PDF)
|
Drukt afbeeldingen van acht pagina's af op één pagina.
|
Als u bij het afdrukken van een PDF-bestand afbeeldingen van negen of zestien pagina's wilt combineren op één pagina, selecteert u <PDF-details instellen>
<N op 1>. |

|
<2-zijdig afdrukken>
U kunt dubbelzijdige afdrukken maken. Selecteer de inbindpositie.
|
|
<N op 1> (uitsluitend JPEG-bestanden)
Drukt gegevens af voor meerdere pagina's met afbeeldingsgegevens op dezelfde kant van een vel papier. U kunt het aantal pagina's opgeven dat op een kant van een vel papier moet worden afgedrukt. Om bijvoorbeeld vier pagina's af te drukken op een kant van een vel papier, selecteert u <4 op 1>.
|
|
<Type origineel>
U kunt het type van het origineel selecteren, afhankelijk van de afbeelding die u gaat afdrukken.
<Fotoprioriteit>
Kies deze optie om prioriteit te geven aan het mooi afdrukken van foto's. <Tekstprioriteit>
Kies deze optie om prioriteit te geven aan het scherp afdrukken van tekst. |
|
<Halftonen>
U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit.
<Gradatie>
Kies deze optie om beelden met een fijne gradatie, zoals beelden van een digitale camera vloeiend af te drukken. <Foutdiffusie>
Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gegevens met tekst en dunne lijnen en de gebogen lijnen van CAD-gegevens, etc.
Bij gebruik van deze modus kan de stabiliteit van de textuur en gefixeerde toner afnemen.
|

|
<2-zijdig afdrukken>
U kunt dubbelzijdige afdrukken maken. Selecteer de inbindpositie.
|
|
<N op 1>
Drukt gegevens af voor meerdere pagina's met afbeeldingsgegevens op dezelfde kant van een vel papier. U kunt het aantal pagina's opgeven dat op een kant van een vel papier moet worden afgedrukt. Om bijvoorbeeld vier pagina's af te drukken op een kant van een vel papier, selecteert u <4 op 1>.
|
|
<Afdrukbereik>
Geef de pagina's op die u wilt afdrukken.
<Alle pagina's>
Drukt alle pagina's af. <Opgegeven pagina's>
Geef het paginabereik op dat u wilt afdrukken. Voer in <Startpagina> en <Eindpagina> de betreffende paginanummers in, en selecteer <Toepassen>.
Als het opgegeven paginabereik niet overeenkomt met de pagina's van het PDF-bestand, wordt er niets afgedrukt.
|
|
<Vergr./verkl. volgns papierformaat>
Geef op of de grootte van de afdruk wordt aangepast aan het afdrukbereik van het papier. Let op: vergroten of verkleinen heeft geen invloed op de lengte/breedte-verhouding van het origineel.
|
|
<Afdrukgebied vergroten>
Geef op of u het afdrukbereik wilt vergroten tot het papierformaat.
Als u <Aan> instelt, wordt een deel van de afdrukgegevens in randgedeeltes misschien niet afgedrukt, of wordt het papier misschien gedeeltelijk vuil, afhankelijk van het document.
|
|
<Opmerkingen afdrukken>
Met deze instelling kunt u opgeven of aantekeningen in het PDF-bestand moeten worden afgedrukt.
<Uit>
Aantekeningen worden niet afgedrukt. <Automatisch>
Drukt alleen de aantekeningen af die volgens opgaaf in het PDF-bestand moeten worden afgedrukt. |
|
<Wachtwoord om doc. te openen>
U kunt een door een wachtwoord beveiligd PDF-bestand afdrukken door het juiste wachtwoord in te voeren. Voer het wachtwoord in, en selecteer <Toepassen>.
|
|
<Andere instellingen>
|
<Ja>.
|
|
Als u altijd dezelfde afdrukinstellingen wilt gebruiken: Geheugenmedia afdruk
|