Problemen bij het verzenden

Controleer eerst het volgende:
Zorg dat de telefoonlijninstellingen juist zijn geconfigureerd.
Raadpleeg vervolgens de gedeeltes hieronder:

Het is niet mogelijk faxen te verzenden.

Zie het gedeelte hieronder:

Kan een nummer uit de historie niet opnieuw kiezen.

Controleer de instelling voor <Beperk historie TX>.

Bevestiging van het faxnummer is vereist wanneer u een bestemming opgeeft.

Controleer de instelling voor <Opnieuw invoeren faxnr. bevestiging>.

Het is niet mogelijk faxen te verzenden via de optische lijn.

Gebruik van de optische lijn valt niet onder de garantie.

Onvoldoende geheugen om een fax te verzenden.

Grote documenten of instellingen voor hoge kwaliteit kunnen de beschikbare geheugencapaciteit overschrijden. Selecteer de juiste instellingen voor de beeldkwaliteit en probeer de fax opnieuw te verzenden:
Als u de kwaliteit van een groot document wilt behouden, moet u het in kleinere batches indelen en ze als aparte faxen verzenden.
Als het document kleine letters of foto's bevat, kunt u het beter direct verzenden in plaats van via het geheugen.
Stel de resolutie in op <200 x 100 dpi (Normaal)> als het document geen kleine letters of foto's bevat.
Druk in het geheugen aanwezige taken af, verzend ze of wis ze.

De verzendsnelheid is te laag.

Stel een lagere beeldkwaliteit in. Als u de resolutie instelt op <200 x 100 dpi (Normaal)> wordt de verzendtijd verminderd.

Er treden regelmatig fouten op tijdens het verzenden.

Controleer of de telefoonlijn niet wordt gestoord door apparaten in de buurt zoals een magnetron.

Verzonden faxen worden op de ontvangende faxmachine niet naar behoren afgedrukt (vlekken, kleiner formaat of contrastproblemen).

Wanneer een fax die op de faxmachine van de ontvanger is afgedrukt, vlekken bevat:
Maak een kopie op een blanco vel en controleer of er vlekken op het scangebied van de documentinvoer zitten. Reinig het scangebied van de documentinvoer om eventuele vlekken te verwijderen. Als de kopie schoon is, ligt het probleem wellicht bij het ontvangende apparaat.
Controleer of het document goed in de machine is geplaatst.
Wanneer een fax die door de faxmachine van de ontvanger is afgedrukt, kleiner is dan het werkelijk formaat:
Neem contact op met de ontvanger om te controleren of de afzender de juiste formaatinstelling gebruikt voor ontvanger faxen.
Wanneer het contrast van de afgedrukte fax te licht of donker is:
Pas de dichtheid aan.
Zorg ervoor dat het scangebied van de documentinvoer schoon is.

Er is een moirépatroon (vervorming) zichtbaar op de verzonden faxen.

Selecteer <Scherpte> in het scherm voor de faxmodus en pas de beeldscherpte aan in de richting van <->.
Selecteer <Resolutie> in het scherm voor de faxmodus en geef <200 x 200 dpi (Foto)> op.
1358-09K