
|
N.B.
|
|||
|
|
1
|
Druk op
/ om <Afd.-ID> (of <Beheer.-ID>) te selecteren en druk vervolgens op . |
|
2
|
Voer met de numerieke toetsen een pincode in van maximaal zeven cijfers en druk op
.![]() Als er geen pincode is geregistreerd, gaat u verder met stap 3.
|
|
1
|
Selecteer <Pincode> en druk op
. |
|
2
|
Voer met de numerieke toetsen een pincode in van maximaal zeven cijfers en druk op
. |
.
om u af te melden.
of
drukt, en als onderstaand aanmeldingsscherm dan wordt weergegeven, moet u zichzelf eerst verifiëren voordat u de fax- of scanfunctie kunt gebruiken.
|
N.B.
|
|
Dit aanmeldingsscherm wordt weergegeven wanneer Geautoriseerd verzenden, een beveiligingsfunctie voor het verzenden van documenten, is ingeschakeld.
|
|
1
|
Druk op
/ om <Gebr.naam> te selecteren en druk vervolgens op . |
|
2
|
Voer uw gebruikersnaam in met de numerieke toetsen, selecteer <Toepassen> en druk op
.U mag maximaal 64 alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam gebruiken. Het maximale aantal tekens dat u kunt invoeren, hangt af van het soort ingevoerde tekens.
![]() |
|
1
|
Selecteer <Wachtwoord> en druk op
. |
|
2
|
Voer het wachtwoord in met de numerieke toetsen, selecteer <Toepassen> en druk op
.U mag maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord gebruiken.
|
|
1
|
Selecteer <Servernaam> en druk op
. |
|
2
|
Selecteer de server en druk op
.Selecteer de LDAP-server waar uw gebruikersnaam en wachtwoord zijn geregistreerd. Als u het niet zeker weet, kunt u dit vragen aan uw netwerkbeheerder.
![]() |
.
om u af te melden.
Als het bevestigingsscherm voor afmelding wordt weergegeven 
.
<Uitloggen bij alle geauthent. functies>
<Uitloggen bij geauthentic. verzending>
om u af te melden bij afdelings-ID-beheer.|
N.B.
|
|
Als u op een functietoets, zoals
, drukt om een andere functie dan de huidige te gebruiken, wordt onderstaand afmeldingsschem weergegeven. Als u Geautoriseerd verzenden (fax- of scanfunctie) wilt uitschakelen, gebruikt u / om <Ja> te selecteren en drukt u op .![]() |