APPARAATINFORMATIE COMMUNICATIELOG

U kunt het Apparaatinformatie communicatielog rapport handmatig of automatisch afdrukken.
De verzend-, ontvangst- en toegangslogs kunnen ook afzonderlijk worden afgedrukt.
U kunt ook selecteren of u het Apparaatinformatie communicatielog wilt laten afdrukken wanneer 100 verzend- en ontvangstactiviteiten hebben plaatsgevonden of instellen dat u op een opgegeven tijdstip wilt laten afdrukken.
Onderstaand worden de items die voor het rapport zijn afgedrukt en een beschrijving van elk item weergegeven.

STARTTIJD

Drukt de datum en tijd af (volgens het 24-uur systeem) waarop de apparaatinformatie communicatie is gestart. (Een sterretje (*) geeft aan dat al een rapport is afgedrukt.)

EINDTIJD

Drukt de datum en tijd af (volgens het 24-uur systeem) waarop de aflevering/ontvangst van apparaatinformatie werd voltooid.

TYPE

Het type apparaatinformatie wordt afgedrukt. De informatietypes zijn: afgeleverd; ontvangen; en bekeken.

AAN/VAN

Drukt de afleverbestemming af als de apparaatinformatie is afgeleverd.
Drukt de afleverbron af als apparaatinformatie is ontvangen.
Drukt de locatie waartoe toegang werd verkregen af als toegang werd verkregen tot de apparaatinformatie.

GEGEVENSINHOUD

Drukt de apparaatinformatie af die werd afgeleverd/ontvangen.

RESULTAAT

Drukt "OK" of "NG" af.
OK:
Distributie/ontvangst is voltooid.
NG:
Distributie/ontvangst mislukt. De foutcode wordt tevens afgedrukt.
BELANGRIJK
Het Apparaatinformatie communicatielog rapport kan alleen door de administrator worden uitgevoerd. (Zie "Administrator instellingen.")

1.
Druk op .
2.
Druk op [Beheerinstellingen] → [Apparaatbeheer] → [Verdeelinstellingen Apparaatinformatie].
3.
Druk op [Communicatielog].
Automatisch afdrukken:
Handmatig afdrukken:
Automatisch afdrukken:
Druk op [Rapportinstellingen] → geef elke instelling op.
Als u gedetailleerde afdrukinstellingen wilt opgeven, drukt u op [Rapportinstellingen].
<Autom. afdrukken (100 verz.)>:
Druk op [Aan] om het communicatiebeheerrapport automatisch af te drukken wanneer er 100 verzend- en ontvangstopdrachten zijn uitgevoerd.
<Geef afdruktijd aan>:
Als u het rapport op een aangegeven tijdstip wilt afdrukken, drukt u op [Aan] → voer de tijd in met gebruik van - (numerieke toetsen).
Voer alle vier cijfers van de tijd in (inclusief nullen), volgens het 24-uur systeem.
Voorbeelden:
7:05 v.m.
→0705
11:18 n.m.
→2318
Als u een vergissing maakt tijdens het invoeren van het tijdstip, druk dan op om uw invoer te wissen → voer een ander vier-cijferig nummer in.
Indien het aantal verzonden en ontvangen verzendingen voor een bepaald tijdstip meer dan 100 bedraagt, dan wordt er een communicatiebeheerrapport met de meest recente 100 verzendingen afgedrukt.
Als u de aflever- en ontvangstlogboeken apart wilt afdrukken, schakelt u [Type separaat rapport] in.
N.B.
De rapporten met apparaatinformatie over distributie, ontvangst en toegang worden afzonderlijk van elkaar afgedrukt.
Druk op [OK].
Handmatig afdrukken:
Druk op [Lijst afdrukken].
Druk op [Ja].
4.
Druk op [OK] → [OK].
52X3-02K