Vereiste voorbereidingen |
Zorg dat u de informatie van de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken, bij de hand hebt. Vereiste draadloos LAN-routerinformatie voor verbinding Als u verbinding maakt met een draadloos-LAN-router die WPA-EAP of WPA2-EAP ondersteunt voor de beveiligingsstandaard, stel dan IEEE 802.1X in. IEEE 802.1X gebruiken |
1 | Druk op [WEP]. Het scherm [802.11-authenticatie] verschijnt. |
2 | Selecteer de verificatiemethode. [Open systeem] Gebruikt open verificatie. * Als u deze verificatiemethode selecteert, verschijnt een verificatiefout als u verbinding maakt met een draadloos LAN-router die een gedeelde sleutel gebruikt. Het apparaat stelt op dit moment veranderingen in voor [Gedeelde sleutel], en er wordt een poging gedaan opnieuw verbinding te maken met de router. [Gedeelde sleutel] Gebruik een versleutelingssleutel als wachtwoord. |
3 | Druk op [Encryptiesleutel bewerken]. |
4 | Druk op een versleutelingssleutel die niet is geregistreerd. ![]() Het scherm om de versleutelingssleutel in te voeren, verschijnt. |
5 | Voer de netwerksleutel in, en druk op [Toepassen]. De versleutelingssleutel wordt geregistreerd op het scherm [Encryptiesleutel]. |
6 | Druk op [Enc.sleutel selecteren]. |
7 | Druk op de geregistreerde versleutelingssleutel. |
1 | Druk op [WPA/WPA2-PSK]. Het scherm [WPA/WPA2-encryptie] verschijnt. |
2 | Selecteer de versleutelingsmethode. Het scherm om de versleutelingssleutel in te voeren, verschijnt. Als u [Automatisch] selecteert, wordt AES-CCMP of TKIP automatisch ingesteld overeenkomstig de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken. |
3 | Voer de netwerksleutel in, en druk op [Toepassen]. |
[OK].
] op het scherm [Start] en scherm van iedere functie.![]() |
Als er tijdens gebruik een foutmelding verschijnt en er geen verbinding kan worden gemaaktDruk op [Sluiten], controleer de informatie van de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken, en herhaal de procedure vanaf stap 2. |
Vereiste voorbereidingen |
Zorg dat u de informatie van de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken, bij de hand hebt. Vereiste draadloos LAN-routerinformatie voor verbinding Als u verbinding maakt met een draadloos-LAN-router die WPA-EAP of WPA2-EAP ondersteunt voor de beveiligingsstandaard, stel dan IEEE 802.1X in. IEEE 802.1X gebruiken |
. Scherm [Start]
. ID en pincode van de systeembeheerder
.
.
.
.
.1 | Selecteer [WEP] en druk op .Het scherm [802.11-authenticatie] verschijnt. |
2 | Selecteer de verificatiemethode. [Open systeem] Gebruikt open verificatie. * Als u deze verificatiemethode selecteert, verschijnt een verificatiefout als u verbinding maakt met een draadloos LAN-router die een gedeelde sleutel gebruikt. Het apparaat stelt op dit moment veranderingen in voor [Gedeelde sleutel], en er wordt een poging gedaan opnieuw verbinding te maken met de router. [Gedeelde sleutel] Gebruik een versleutelingssleutel als wachtwoord. |
3 | Selecteer [Encryptiesleutel bewerken] en druk op . |
4 | Selecteer een versleutelingssleutel die niet is geregistreerd, en druk op .![]() Het scherm om de versleutelingssleutel in te voeren, verschijnt. |
5 | Voer de netwerksleutel in, selecteer [<Toepassen>], en druk op .De versleutelingssleutel wordt geregistreerd op het scherm [Encryptiesleutel]. |
6 | Selecteer [Enc.sleutel selecteren] en druk op . |
7 | Selecteer een geregistreerde versleutelingssleutel, en druk op . |
1 | Selecteer [WPA/WPA2-PSK] en druk op .Het scherm [WPA/WPA2-encryptie] verschijnt. |
2 | Selecteer een coderingsmethode en druk op .Het scherm om de versleutelingssleutel in te voeren, verschijnt. Als u [Automatisch] selecteert, wordt AES-CCMP of TKIP automatisch ingesteld overeenkomstig de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken. |
3 | Voer de netwerksleutel in, selecteer [<Toepassen>], en druk op . |
.
.
.
.
] op het scherm [Start].![]() |
Als er tijdens gebruik een foutmelding verschijnt en er geen verbinding kan worden gemaaktDruk op , controleer de informatie van de draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken, en herhaal de procedure vanaf stap 2. |