De standaardinstellingen kiezen (Installatiehandleiding) (vijfregelig LCD-model)

Als u het apparaat voor de eerste keer AAN zet, verschijnt het scherm (Installatiehandleiding) om de items in te stellen voor het gebruik van het apparaat. Volg onderstaande procedure en kies de instellingen aan de hand van de scherminstructies.
Als u het apparaat voor de eerste keer opstart, kunt u deze instellingen slechts eenmaal kiezen met behulp van de installatiehandleiding. Als u later deze instellingen wilt veranderen, stel dan de items van de stappen 2 tot en met 5 afzonderlijk in. Voor details over iedere instelling raadpleegt u het volgende.
De datum en tijd instellen
Afdelings-id en pincode voor de beheerder instellen
De pincode voor het gebruik van Externe UI instellen
Verbinding maken met een draadloos LAN

Stap 1: De taal en het land / de regio instellen

Stel de taal in die moet worden gebruikt op bedieningspaneel en af te drukken rapporten. Stel vervolgens het land of de regio in waar het apparaat wordt gebruikt.
1
Selecteer op het scherm [Language] de schermtaal en druk op .
2
Selecteer [Ja] en druk op .
De schermtaal is ingesteld en het scherm [Selecteer land/regio] verschijnt.
In sommige landen of regio's verschijnt niet het scherm [Selecteer land/regio], maar het scherm [Tijdzone]. Als het scherm [Tijdzone] verschijnt, gaat u verder met ‘Stap 2: De datum en tijd instellen’. Stap 2: De datum en tijd instellen
3
Selecteer op het scherm [Selecteer land/regio] land of regio, en druk op .
Land of regio is ingesteld, en het scherm [Tijdzone] verschijnt.

Stap 2: De datum en tijd instellen

De datum en tijd worden gebruikt als referentie voor de functies die datum- en tijdinformatie gebruiken, en daarom moeten ze nauwkeurig worden ingesteld.
1
Selecteer op het scherm [Tijdzone] uw tijdzone, en druk op .
Stel de tijdzone (UTC*1) en zomertijd in op basis van de regio waar het apparaat is geïnstalleerd.
*1 De naam UTC (Coordinated Universal Time) zegt al wat het is: een gecoördineerde universele tijd die referentie is voor alle delen van de wereld. Communicatie via het internet werkt uitsluitend goed als de UTC goed is ingesteld.
2
Voer op het scherm [Huidige tijdinst.] de datum en tijd in, en druk op .
Tijd en datum zijn ingesteld, en het bevestigingscherm Externe UI verschijnt.

Stap 3: Externe UI instellen

Met behulp van Externe UI kunt u een webbrowser op een computer gebruiken om de bedieningsstatus van het apparaat te controleren, de instellingen te veranderen, en andere bewerkingen te verrichten.
Stel het ID van de systeembeheerder, en de pincode voor Externe UI in om onbevoegde toegang tot het apparaat te verhinderen.
1
Op het bevestigingsscherm voor Externe UI selecteert u [<Ja>] en drukt u op .
Om de pincode in voor toegang tot Externe UI later in te stellen, selecteert u [<Nee>] en gaat u verder met ‘Stap 4: Verbinding maken met een draadloos LAN’. Stap 4: Verbinding maken met een draadloos LAN
2
Bevestig de melding  druk op   bevestig de melding  selecteer [Ja]  druk op .
Het scherm [Toegangspinc. ext. UI] verschijnt.
Beperk het gebruik van Externe UI tot slechts de gebruikers die de pincode voor toegang tot Externe UI kennen.
3
Voer de pincode voor Externe UI in  selecteer [<Toepassen>] druk op .
Geef een willekeurig nummer op. U kunt geen pincode instellen die slechts uit nullen bestaat, zoals ‘00’ of ‘0000000’.
4
Voer de pincode nogmaals in  selecteer [<Toepassen>]  druk op .
Na de melding [Instellingen toegepast.] verschijnt het scherm voor het bevestigen van de draadloos-LAN-verbinding.

Stap 4: Verbinding maken met een draadloos LAN

Maak verbinding met het netwerk met behulp van een Local Area Network (LAN).
1
Op het scherm voor het bevestigen van de draadloos-LAN-verbinding selecteert u [Ja] en drukt u op .
Als het apparaat niet is aangesloten op een draadloos LAN, selecteer dan [Nee] en druk op  en ga verder met ‘Stap 5: Instellingen voor de tonerbijvulservice kiezen.’ Stap 5: Instellingen voor de tonerbijvulservice kiezen
Bij het verbinden met een bedraad LAN kiest u de instellingen van de bedraad LAN-verbinding na het verlaten van de Installatiehandleiding. Bedraad of draadloos LAN kiezen
2
Selecteer het type Draadloos LAN-verbinding, en maak verbinding met een draadloos LAN.
Als de verbinding met het draadloos LAN is voltooid, verschijnt het bevestigingsscherm voor de tonerbijvulservice.
Afhankelijk van uw draadloos LAN-router kunnen verbindingstype en beveiligingsstandaards variëren. Zoek een verbindingstype en beveiligingsstandaard die worden ondersteund door zowel de draadloos LAN-router als het apparaat, en realiseer dan een verbinding volgens het verbindingstype. Voor de normen en procedure raadpleegt u het volgende:
Verbinding maken met een draadloos LAN

Stap 5: Instellingen voor de tonerbijvulservice kiezen

U kunt instellingen voor de tonerbijvulservice kiezen. Via de tonerbijvulservice worden nieuwe tonercartridges automatisch bij u bezorgd voordat de momenteel in gebruik zijnde tonercartridges leeg zijn.
* Als u de tonerbijvulservice wilt gebruiken, moet u zich eerst registreren bij selecte leveranciers. Deze service is slechts in bepaalde landen beschikbaar.
* U kunt deze service instellen met behulp van [Leverinstellgn toner] op het scherm [Start]. Scherm [Start]
1
Op het bevestigingsscherm voor de tonerbijvulservice drukt u op .
2
Druk op .
3
Druk op .
De in de Installatiehandleiding gekozen instellingen worden toegepast.
Als u de Installatiehandleiding verlaat, verschijnt het scherm [Start]. Scherm [Start]
Als de verbinding met de server niet tot stand komt, probeert u de instellingen opnieuw te configureren via [Verbinden met server/verbndng verifiëren] in [Leverinstell. toner]. Scherm [Start]
9758-015