Voorbereidingen voor rechtstreekse verbinding
Schakel op het apparaat de functie voor rechtstreekse verbinding in. Als het apparaat geen verbinding heeft met een netwerk, moet u de instellingen voor het type netwerkverbinding controleren.
* De functie voor rechtstreekse verbinding is niet beschikbaar voor modellen die niet met een draadloze modellen die geen mogelijkheid voor draadloos LAN hebben.
De functie voor rechtstreekse verbinding inschakelen
In deze sectie leert u hoe u met UI op afstand vanaf een computer de instellingen kiest.
Selecteer op het bedieningspaneel [Menu] in het scherm [Start] en selecteer [Voorkeuren] om de instellingen te configureren.
[Instellingen directe verbinding]Beheerdersrechten zijn vereist. De machine moet opnieuw worden opgestart om de geïmporteerde instellingen toe te passen.
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand.
De UI op afstand starten
2
Klik op de Portal-pagina van UI op afstand op [Instellingen/registratie].
Portalpagina van UI op afstand
3
Klik op [Netwerkinstellingen]

[Instellingen directe verbinding]

[Bewerken].
Het scherm [Instellingen directe verbinding bewerken] wordt weergegeven.
4
Schakel het selectievakje [Directe verbinding gebruiken] in.
5
Configureer de functie Rechtstreekse verbinding naar behoefte.
Wanneer u met meerdere apparaten tegelijk verbinding maakt, moet u zowel SSID als netwerksleutel opgeven.
De verbinding automatisch beëindigen
Schakel het selectievakje [Sessie met directe verbinding beëindigen] in en voer de tijdsduur van de rechtstreekse verbinding in totdat deze moet worden beëindigd. Wanneer meerdere mobiele apparaten zijn verbonden, wordt de verbinding hiermee verbroken na het verlopen van de tijdsduur nadat de laatste verbinding is gestart.
Het IP-adres voor de verbinding wijzigen
In [IP-adres voor directe verbinding] voert u een IP-adres in.
De SSID en netwerksleutel opgeven (als u meerdere mobiele apparaten tegelijkertijd verbindt)
Telkens wanneer rechtstreeks verbinding wordt gemaakt, krijgen de SSID en de netwerksleutel van het apparaat automatisch een willekeurig gekozen tekenreeks toegewezen.
Als u de SSID en netwerksleutel handmatig wilt opgeven, schakelt u in [Instellingen Toegangspuntmodus] het selectievakje [Te gebruiken SSID opgeven] of [Te gebruiken netwerksleutel opgeven] in en geeft u een SSID of netwerksleutel op met single-byte alfanumerieke tekens.
Mobiele apparaten altijd toestaan verbinding te maken met het apparaat
Standaard moet u het bedieningspaneel gebruiken om het apparaat in de wachtstand te zetten wanneer u een rechtstreekse verbinding wilt maken.
Als u mobiele apparaten wilt toestaan altijd verbinding met het apparaat te maken, geeft u in [Instellingen Toegangspuntmodus] de SSID en netwerksleutel op en schakelt u het selectievakje [Altijd ingeschakeld houden als SSID/netwerksleutel is opgegeven] in [Verbinding ingeschakeld houden] in.
6
Klik op [OK].
7
Start de machine opnieuw op.
Herstarten van de machine
De instellingen worden toegepast.
Het type netwerkverbinding van het apparaat controleren
Als het apparaat geen verbinding heeft met een netwerk (bekabeld of draadloos LAN), controleert u of het type netwerkverbinding is ingesteld op bekabeld LAN.
Als het apparaat verbonden is met een netwerk, hoeft u dit niet te controleren.
1
Druk op

op het bedieningspaneel.
Bedieningspaneel
Het scherm [Statusmonitor] wordt weergegeven.
2
Druk op [Netwerkinformatie]

[Netwerkverbindingsmethode].
Het scherm [Netwerkverb. methode] wordt weergegeven.
3
Controleer of [Bedraad LAN] wordt weergegeven.
Als het verbindingstype is ingesteld op bekabeld LAN, kunt u een rechtstreekse verbinding tot stand brengen, zelfs als het apparaat niet met een netwerk verbonden is.
Wanneer [Draadloos LAN] wordt weergegeven in [Netwerkverb. methode]
Wanneer het apparaat niet verbonden is met een draadloos LAN-netwerk, kan geen rechtstreekse verbinding tot stand worden gebracht. Maak met het apparaat verbinding via een draadloos LAN of schakel over op bekabeld LAN.
Verbinding maken met een draadloos LANBedraad of draadloos LAN selecteren