Externe faxen gebruiken

U kunt de printer gebruiken om faxen te verzenden en te ontvangen via een andere multifunctionele printer* met faxfunctie als beide printers zijn aangesloten op hetzelfde netwerk. In dit geval kunnen de printer met faxfunctie en die zonder faxfunctie worden gekoppeld aan een servermachine respectievelijk clientmachine.
* Een deel van de machines uit de imagePRESS/imageRUNNER ADVANCE-serie
Voordat u een externe fax gaat gebruiken
Geef de respectievelijke instellingen op de servermachine en clientmachine vooraf op.
Instellingen voor servermachines: <Instellingen Fax op afstand> (Raadpleeg de handleiding van de machine aan de serverzijde voor meer informatie.)
Instellingen voor clientmachines: <Instellingen TX fax op afstand>
U moet een optioneel product van tevoren installeren. Systeemopties
Verzenden van een fax
U kunt een fax vanaf een clientmachine verzenden net zoals bij een normale fax. Basisbewerkingen voor het verzenden van faxen
Faxen ontvangen
Faxen die worden ontvangen op een servermachine, worden geconverteerd naar I-faxen en doorgestuurd naar een clientmachine. U moet de instellingen voor een servermachine opgeven om I-faxen door te sturen naar een clientmachine, en voor de clientmachine om I-faxen te ontvangen.
Instellingen voor servermachines: <Doorstuurinstellingen>
Instellingen voor clientmachines: Communicatie via e-mail/I-fax instellen
Wanneer het invoerscherm voor afdelings-ID en wachtwoord wordt weergegeven, voert u de ID en het wachtwoord in die zijn geregistreerd op de servermachine.
De gegevens van de afzender van een fax verzonden vanaf de client-machine worden afgedrukt op basis van de instelling op de servermachine. <TX terminal ID>
AK8H-0E7