Wanneer de server bezig is met de instellingen met informatie voor de systeembeheerder
|
Wanneer de cliëntmachine bezig is met de instellingen met informatie voor de systeembeheerder
|
Wanneer de systeembeheerders-ID en de systeempincode van de server en clientmachine overeenkomen
|
Kan het adresboek op afstand/de snelkiestoets gebruiken
|
Bezig
|
Bezig
|
Komt overeen
|
Ja
|
Komt niet overeen
|
Nee
|
||
Niet bezig
|
-
|
Nee
|
|
Niet bezig
|
Bezig
|
-
|
Ja
|
Niet bezig
|
-
|
Ja
|
|
<Nieuwe best. registreren>, <Details/Bewerken> en <Verwijderen> in <Registreer/Bewerken> op het scherm <Adresboek (lokaal)> kunnen worden gebruikt voor het registreren van nieuwe bestemmingen, het controleren van details en het bewerken/verwijderen van bestemmingen. Bestemmingen opslaan
Om het adresboek op afstand te gebruiken, dient u de instellingen voor de server machine te configureren. Instellen om het adresboek op afstand extern te openen op de servermachine.
|
|
Stel <Sneltoets> in voor <Standaard scherm> als u na het scannen een bestemming wilt selecteren uit het scherm <Sneltoets>. Het vereiste werk voor het verzenden van gescande documenten naar dezelfde bestemming kan worden verminderd. <Standaard scherm>
De bestemmingen die in de snelkiestoetsen van de servermachine zijn geregistreerd, worden op de volgende tijdstippen bijgewerkt:
Wanneer een faxopdracht op de clientmachine werd verzonden
Wanneer u op (Reset) drukt op de clientmachine
Wanneer automatisch resetten is geactiveerd op de clientmachine
|
|
U kunt alleen e-mailbestemmingen opgeven uit het adresboek van een mobiel apparaat.
Om deze functie te gebruiken, dient de "Canon PRINT Business"-toepassing op uw mobiele apparaat te zijn geïnstalleerd. De machine via toepassingen gebruiken
|
|
Gescande originelen worden geconverteerd naar elektronische bestanden zoals PDF. Selecteer de bestandsindeling voor uw doelen en gebruikersomgeving.
|
<JPEG>
|
Deze bestandsindeling is geschikt voor fotografische originelen. Originelen met meerdere pagina's worden gesplitst in één bestand per pagina.
|
<TIFF>
|
Deze bestandsindeling is geschikt voor grafische originelen. Originelen worden gescand in zwart en wit.
|
<PDF>
|
Deze bestandsindeling is geschikt voor tekstdocumenten. Documenten kunnen op dezelfde manier worden weergegeven op elke computer, ongeacht het gebruikte besturingssysteem.
|
<XPS>
|
Dit is een bestandsindeling van Windows Vista. Documenten kunnen op dezelfde manier worden weergegeven op elke Windows-computer, ongeacht het gebruikte besturingssysteem.
|
<OOXML>
|
Deze bestandsindeling kan worden bewerkt in Microsoft Office Word of PowerPoint.
|
|
<PDF; Compact>-, <PDF; Overtrekk. en Gladmaken>-, <XPS; Compact>- of <Word>-documenten waarvoor <OOXML> is ingesteld, kunnen alleen worden verzonden met de volgende instellingen:
<Selecteer kleur>: Anders dan <Zwart-Wit>
<Resolutie>: <300x300 dpi>
<PowerPoint>-documenten waarvoor <OOXML> is ingesteld, kunnen alleen worden verzonden met de volgende instellingen:
<Selecteer kleur>: Anders dan <Zwart-Wit>
<Resolutie>: <300x300 dpi> of <600x600 dpi>
Als u <PDF; Overtrekk. en Gladmaken> selecteert, herkent de machine wellicht niet welke delen van het gescande document tekst en lijntekeningen zijn. Dit is afhankelijk van het gescande document.
De tekst en achtergrond van PDF-bestanden met contourgegevens kunnen wellicht scheef uitlijnen of de tekst en lijntekeningen kunnen wellicht niet worden getoond, afhankelijk van de versie van Adobe Illustrator die wordt gebruikt om het PDF-bestand te openen.
Wanneer u bestanden op basis van pagina's maaktOm een origineel met meerdere pagina's te scannen en elke pagina vervolgens als een apart bestand op te slaan in plaats van alle pagina's als één bestand op te slaan, drukt u op <Verdeel in pagina's>.
Als u het aantal pagina's wilt opgeven dat in elk bestand moet worden opgenomen, geeft u het gewenste aantal pagina's op nadat u op <Verdeel in pagina's> hebt gedrukt. Als u elke pagina als een apart bestand wilt opslaan, geeft u <1> op voor het aantal pagina's.
Als u <TIFF/JPEG> selecteert, wordt elke pagina automatisch als een apart bestand gemaakt volgens de modus Selecteer kleur.
Wanneer Zwart-wit is ingesteld voor de modus Selecteer kleur: TIFF
Wanneer een andere instelling dan Zwart-wit is ingesteld voor de modus Selecteer kleur: JPEG
U kunt het aantal pagina's dat in één bestand moet worden opgenomen niet opgeven als u momenteel de functie <Scannen en opslaan> gebruikt.
|
|
Als u een optioneel product installeert, kunt u functies voor het scannen uitbreiden om bestanden aan te maken. Voor informatie over de vereiste optionele producten en over de bestandsindelingen raadpleegt u Systeemopties.
|
|
Als u een origineel duidelijk wilt scannen, verhoogt u de resolutie. Om de bestandsgrootte te verkleinen, verlaagt u de resolutie.
|
|
Wanneer de gespecificeerde bestemming <Fax> of <I-fax> is, en de ingestelde resolutie hoger is dan 300 dpi, zelfs als <Prioriteit Snelheid/Beeldkwaliteit Zwart-Wit-scanopdr.> is ingesteld op <Kwaliteitprioriteit> geldt dat deze instelling niet wordt ingeschakeld.
|
|
Als u originelen van een vrij formaat/zeer doorzichtige originelen scant, of als de rand van een afbeelding ontbreekt bij het scannen, moet u het scanformaat handmatig opgeven.
|
|
Registreren van het scanformaatAls u het scanformaat vaak met dezelfde waarden opgeeft, registreer het formaat dan bij <Gebr.> <Registreer formaat> om de instelling gemakshalve snel op te roepen.
|
|
U kunt de kleur opgeven bij het scannen van originelen.
|
|
De machine kan automatisch de voor- en achterzijde van een origineel scannen.
|
|
Plaats het origineel in de invoerlade. Originelen met een liggende beeldoriëntatie moet u horizontaal plaatsen.
Als u elke zijde wilt scannen van 2-zijdige originelen die op de glasplaat liggen, geeft u de instellingen voor <Opdrachtsamenstelling> op. Gelijktijdig verzenden/opslaan van afzonderlijk gescande documenten (Opdrachtsamenstelling)
|
|
Voor het bekijken van het totale aantal gespecifieerde bestemmingenBoven in het scherm wordt het totaal aantal gespecificeerde bestemmingen weergegeven. Zo kunt u voor verzending bevestigen dat het aantal bestemmingen correct is.
Als u een opdracht die wordt verzonden onmiddellijk wilt annulerenAls u op (Stop) op het bedieningspaneel drukt terwijl een opdracht wordt verzonden, verschijnt het bericht <De volgende verzendopdracht annuleren?>. Druk op <Ja> om het verzenden te annuleren.
U kunt <Laatst ontvangen opdr.> of <Opdracht verz.> selecteren om de opdracht die u wilt annuleren, te kiezen. <Opdrachten ter annulering wanneer op stop is gedrukt>
Druk op (Stop) wanneer er meerdere verzendopdrachten zijn om het scherm weer te geven voor de selectie van de te annuleren verzendopdracht. Als de verzendopdracht die u wilt annuleren niet wordt weergegeven, drukt u op <Contr. andere opdr.> om <Verzendopdrachten> weer te geven. Selecteer de opdracht die u wilt annuleren en druk op <Annuleren>.
Controleren van de status van verzonden/opgeslagen documentenOp het scherm <Statusmonitor> kunt u de status controleren van verzonden/opgeslagen documenten. Met dit scherm kunt u documenten opnieuw verzenden/opslaan of verzenden/opslaan na het controleren van de status annuleren. Status en logboek voor gescande documenten controleren
Wanneer <Toon melding als taak is geaccepteerd> is ingesteld op <Aan>, kan het scherm <Statusmonitor> worden weergegeven vanaf het volgende scherm dat wordt weergegeven nadat een verzendopdracht wordt ontvangen. <Toon melding als taak is geaccepteerd>
Afdrukken van het rapport met verzend-/opslagresultatenAls u op het scherm met basisfuncties voor scannen op <Opties> <TX-resultaatrapport> drukt, kunt u instellen dat het rapport met verzend-/opslagresultaten automatisch wordt afgedrukt.
Als u dit voor elke opdracht wilt instellen vanaf <Opties>, moet u <Alleen bij fout> of <Uit> selecteren in <TX-resultaatrapport> en vervolgens <Afdrukken uit opties toestaan> instellen op <Aan>.
BestandsnaamWanneer een bestand wordt verzonden/opgeslagen, wordt zijn bestandsnaam automatisch ingesteld op basis van de volgende indeling. U kunt de instelling wijzigen, zodat een andere naam kan worden toegewezen. Een bestandsnaam instellen
Bij verzending via e-mail
Indeling "Opdrachtnummers (vier cijfers)_paginanummers (drie cijfers).bestandsextensienaam", bijvoorbeeld "1042_001.jpg". Bij opslag op een bestandsserver
Indeling "Jaar, maand, dag, uur, minuut en seconde waarop het bestand is opgeslagen (14 cijfers).bestandsextensienaam", bijvoorbeeld "20151030133541.jpg". E-mailonderwerpHet onderwerp dat is ingevoerd bij <Standaardonderwerp> wordt automatisch ingesteld (<Standaardonderwerp>). Als u een ander onderwerp opgeeft, wijzigt u de instelling of geeft u het tijdstip op waarop u een e-mail verzendt (E-mailinstellingen opgeven).
|
|
De boven- en onderkant van het origineel vaststellenU kunt de afdrukstand van het document instellen voordat u gaat scannen, zodat de boven- en onderkant goed staan wanneer het verzonden/opgeslagen document op een computer wordt weergegeven.
Als u een origineel van A4-formaat plaatst, drukt u op <Opties> op het scherm met basisfuncties voor scannen <Oriëntatie inhoud org.> <Boven aan verste rand> <OK>.
Als u grote originelen plaatst van bijvoorbeeld A3-formaat, drukt u op <Opties> op het scherm met basisfuncties voor scannen <Oriëntatie inhoud org.> selecteer <Boven aan verste rand> of <Boven aan zijrand> volgens de oriëntatie van het origineel druk op <OK>.
Meerdere bestemmingen inclusief faxen opgevenAls u <Fax inschakelen bij scan- en verzendfunctie> instelt op <Aan>, kunt u faxbestemmingen opgeven in het scherm met basisfuncties voor scannen (<Faxfunctie weergeven>). Deze instelling is handig voor het opgeven van meerdere bestemmingen inclusief faxen, zoals wanneer u een kopie van een verzonden fax op een bestandsserver opslaat.
Gescande afbeeldingen controleren voordat u ze verzendt/opslaatU kunt gescande afbeeldingen voor verzending/opslag in het voorbeeldscherm controleren. Gescande originelen controleren voordat u ze verzendt/opslaat (Voorbeeld)
Veelgebruikte instellingen opslaanU kunt veelgebruikte bestemmingen en scaninstellingen combineren onder een knop op de machine voor later gebruik. Door op de geregistreerde knop te drukken bij het scannen van originelen kunt u snel uw instellingen voltooien. Een combinatie van veelgebruikte functies registreren
|